Yuverta

Digi-doener! VO Mentorles | Deep fake

 Hoe fake? Deep fake!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapsonderwijsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

In deze les maken de leerlingen kennis met Deep Fake. Dat gaat verder dan het ondertussen welbekende Fake News. Met behulp van kunstmatige intelligentie is het mogelijk om computers de mimiek van specifieke gezichten te leren. Daarmee wordt het mogelijk om mensen in video’s dingen te laten zeggen, die ze in werkelijkheid nooit gezegd hebben. Net echt. En computers leren snel. Het verschil tussen nep en echt wordt steeds kleiner. Download de handige docentenhandleiding en lesbrief voor de leerlingen in de bijlagen!

Onderdelen in deze les

 Hoe fake? Deep fake!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Wat kun je doen met Deep Fake?
deep fake

Slide 4 - Tekstslide

Wat is kunstmatige intelligentie?

Slide 5 - Tekstslide

Kunstmatige intelligentie (KI) of artificiële intelligentie (AI) is de wetenschap die zich bezighoudt met het creëren van een artefact dat een vorm van intelligentie vertoont.

Bron: Wikipedia

Slide 6 - Tekstslide

ar·te·fact (het; o; meervoud: artefacten)
1  opzettelijk vervaardigd (gebruiks)voorwerp

2 door ongeldig redeneren verkregen 
   onderzoeksresultaat 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat is de link tussen kunstmatige intelligentie en deep fake? 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Hoe zie je dat een video nep is? (opdracht)

Slide 11 - Tekstslide

- De mond maakt onnatuurlijke bewegingen.
- De mond beweegt niet in lijn met de rest van de  
   gezichtsuitdrukking.
- De spreker knippert niet met zijn ogen.
- Er zitten ‘vervaagde’ pixels in het beeld.
- Andere delen van het lichaam kloppen niet met de 
  bewegingen die het hoofd maakt. 
- De afzender van de video is geen bekende en 
   betrouwbare nieuwsbron.

Slide 12 - Tekstslide

Kijk goed en bepaal: Echt of niet?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

ECHT!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Jullie weten nu hoe jullie een neppe van een echte video kunnen onderscheiden. Maar wisten jullie dat jullie ook iedere dag een mini-vorm van deep fake gebruiken? Namelijk Snapchat!

Slide 21 - Tekstslide

Hoe kan Snapchat een vorm van deep fake zijn?

Slide 22 - Tekstslide

FaceSwaps, de Stickerfunctie; iemands hoofd uit een foto knippen, en die vervolgens op het hoofd van iemand anders plakken.
 

Slide 23 - Tekstslide

Maak zelf een deep fake Snapchat-video!

Slide 24 - Tekstslide

Wat zou er kunnen gebeuren als iemand dit op een verkeerde manier gebruikt? 

Slide 25 - Tekstslide

Wat er in het klein met Snapchat gebeurt, gebeurt er dus in het groot met Deep Fake! Denk daar ook maar eens aan als je Snapchat gebruikt.
 

Slide 26 - Tekstslide

En dan nu, de grote Snapchat-test! Wat voor een type Snapchatter ben jij?

 

Slide 27 - Tekstslide

Meeste A: 
 
Jij bent een echte Snapchat Queen/ King. Wanneer er zich iets grappigs voordoet, sta jij op de eerste rij om het te filmen. Daarnaast verlies jij nooit een streak van je BFF. Omdat je veel gênante situaties van anderen filmt, maakt het jou gelukkig ook niet veel uit als anderen jou een keertje filmen. Het is supercool dat jij je nergens voor schaamt, maar probeer wel altijd op te letten met het filmen van anderen, want niet iedereen vindt het fijn om gefilmd te worden.


 

Slide 28 - Tekstslide

Meeste B: 
 
Je vindt Snapchat leuk, maar je hebt ook nog genoeg andere dingen te doen. Je maakt vaak foto’s en snapt vooral met je beste vrienden. Een gouden regel is dan ook; gênante foto’s van jou of je vrienden blijven binnen de groep. 



 

Slide 29 - Tekstslide

Meeste C:
 
Je hebt wel Snapchat, maar geeft er niet zo heel veel om. Op een leuk moment vergeet jij altijd een foto te maken, en je Snapchat-Streaks zijn niet altijd up to date, maar dat geeft helemaal niets! Het is juist supertof dat je meer bezig bent met het moment zelf, dan met een foto maken. Zelf vind je het ook niet altijd even fijn als er een foto van je wordt gemaakt. Probeer dit ook altijd aan te geven! 




 

Slide 30 - Tekstslide