In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
WELKOM
Slide 1 - Tekstslide
Mobiel in de bak Zoek een plekje op en start vast op: Laptop opstarten, ga naar LessonUp.app 2 min, daarna start de les.
timer
2:00
Slide 2 - Tekstslide
Deze periode (september)
Spreekvaardigheid
Slide 3 - Tekstslide
Spreekvaardigheid, waar denk jij aan?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Welke spreekdoelen ken je al?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Bij welk onderwerp past het spreekdoel amuseren?
A
muziekprogramma
B
reclame voor deodorant
C
informatief programma over vakantiebestemmingen
Slide 16 - Quizvraag
Welk spreekdoel hoort erbij? Iemand vertelt je hoe de stofzuiger werkt.
A
informeren
B
activeren
C
instrueren
D
amuseren
Slide 17 - Quizvraag
Welk spreekdoel hoort erbij? Iemand vertelt je een mop.
A
informeren
B
activeren
C
instrueren
D
amuseren
Slide 18 - Quizvraag
Welk spreekdoel hoort erbij? De docent vertelt je welke opdracht je moet maken.
A
informeren
B
activeren
C
instrueren
D
amuseren
Slide 19 - Quizvraag
Welk spreekdoel hoort erbij? De docent vertelt de theorie over spreekdoelen.
A
informeren
B
activeren
C
instrueren
D
amuseren
Slide 20 - Quizvraag
Aan de slag met
13 (blz 30) maken: 1,4,6
Klaar? Lezen blz 32: Humor gebruiken
timer
10:00
Slide 21 - Tekstslide
Overdrijven
Dingen groter of erger maken dan ze in werkelijkheid zijn: Mijn opa had zo'n grote neus dat er een ruimteschip op kon landen.
Slide 22 - Tekstslide
Imiteren
Het nadoen van een persoon of bijvoorbeeld een tv-programma. Hierbij kun je flink overdrijven, je kunt ook vreemde stemmetjes, gebaren en accenten gebruiken.
Slide 23 - Tekstslide
Tegenovergestelde zeggen van wat je bedoelt
Goh, wat een lekker weer (als het stortregent)
Slide 24 - Tekstslide
Woordgrappen
Grappen waarbij je speelt met de betekenis van woorden.
Je ziet hier een Smart(tweezitter) - "Ik wacht met Smart op een grotere auto".
Slide 25 - Tekstslide
Soorten humor
Overdrijven Imiteren Het tegenovergestelde zeggen van wat je bedoelt woordgrappen maken
Slide 26 - Tekstslide
Welke technieken (soorten humor) gebruikt Jochem Myjer?
Leg je antwoord uit (de tekst is uitgeschreven, zie blz 33)