H8.2 BHV Toonhoogte en frequentie

  • Je schrift 
  • Pen en potlood 
  • Rekenmachine
Pak alvast:
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

  • Je schrift 
  • Pen en potlood 
  • Rekenmachine
Pak alvast:

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we deze les doen?
  1. Herhaling: H8.1  Geluid maken en horen                          (5 min)
  2. Uitleg: H8.2 Toonhoogte en frequentie                            (20 min)
  3. Zelfstandig: Opdrachten H8.2                                             (40 min)
  4. Eind van de les: Proefwerk H6 bespreken                        (10 min)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen H8.1

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

..
Wat is geluid? 
  • Geluid zijn trillingen
  • Die trillingen worden gemaakt door een geluidsbron 
Hoe verplaatsen die trillingen zich? 
  • Door een tussenstof
  • Een tussenstof kan van alles zijn: metaal, water, rubber, helium...
Hoe verplaatsen trillingen zich door de tussenstof? 
  • Door het trillen van een geluidsbron ontstaan drukverschillen in de tussenstof
  • Die drukverschillen ontstaan doordat de moleculen de trillingen doorgeven

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de snelheid van het geluid?
5100 m/s
1480 m/s
343 m/s

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

..
De geluidssnelheid

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

..
De geluidssnelheid
Het onweert. Je ziet een lichtflits en 5 seconde later hoor de de donder. 
Hoe ver is de afstand vanaf jou tot de blikseminslag?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt de drie factoren noemen die van invloed zijn op de hoogte van de toon die een snaar maakt
Welke 3 factoren bepalen de toon van een snaar?
1.
2.
3.
Demo gitaar
Maak aantekeningen!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt de drie factoren noemen die van invloed zijn op de hoogte van de toon die een snaar maakt
  1. De dikte van de snaar: hoe dikker de snaar, hoe lager de toon;
  2. De lengte van de snaar: hoe langer de snaar, hoe lager de toon; 
  3. De spanning van de snaar; hoe lager de spanning, hoe lager de toon; 
Maak aantekeningen!
Snaarinstrumenten

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt de drie factoren noemen die van invloed zijn op de hoogte van de toon die een snaar maakt
  1. De dikte van de snaar: hoe dikker de snaar, hoe lager de toon;
  2. De lengte van de snaar: hoe langer de snaar, hoe lager de toon; 
  3. De spanning van de snaar; hoe lager de spanning, hoe lager de toon; 
Een snaarinstrument kan je stemmen door de snaren de juiste spanning te geven. 
Maak aantekeningen!
Snaarinstrumenten

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt uitleggen wat de frequentie van een trilling is
Frequentie
  • De klank van een geluid wordt bepaald door de Frequentie
  • De frequentie is het aantal trillingen per seconde
  • Frequentie wordt gemeten in de eenheid Hertz (Hz)
  •     komt van het Latijnse frequens - talrijk, druk bezocht of herhaaldelijk




Maak aantekeningen!
Demo 6 - stemvorm met schrijfstift

Slide 19 - Tekstslide

Doel: laten zien hoe een trillende stemvork een geluidsspoor laat ontstaan.
Nodig: stemvork met schrijfstift, beroete glasplaat, overheadprojector.
Uitvoering: Leg de glasplaat met de beroete kant naar boven op de overheadprojector. Sla de stemvork aan en trek de schrijfstift voorzichtig over de beroete plaat. De leerlingen kunnen dan duidelijk zien, hoe het golfspoor ontstaat.

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt uitleggen wat de frequentie van een trilling is
Frequentie
  • De frequentie is het aantal trillingen per seconde
  • Frequentie wordt gemeten in de eenheid Hertz (Hz)
  •     komt van het Latijnse frequens - talrijk, druk bezocht of herhaaldelijk




Maak aantekeningen!
f
  • Bij een frequentie van 100 Hz, bewegen de benen van een stemvork dus 100 keer per seconden heen én weer

Slide 21 - Tekstslide

Doel: laten zien hoe een trillende stemvork een geluidsspoor laat ontstaan.
Nodig: stemvork met schrijfstift, beroete glasplaat, overheadprojector.
Uitvoering: Leg de glasplaat met de beroete kant naar boven op de overheadprojector. Sla de stemvork aan en trek de schrijfstift voorzichtig over de beroete plaat. De leerlingen kunnen dan duidelijk zien, hoe het golfspoor ontstaat.
Je kunt uitleggen wat de frequentie van een trilling is
Frequentie
  • De frequentie is het aantal trillingen per seconde
  • Frequentie wordt gemeten in de eenheid Hertz (Hz)
  •     komt van het Latijnse frequens - talrijk, druk bezocht of herhaaldelijk




Maak aantekeningen!
f=T1
f
  • Bij een frequentie van 100 Hz, bewegen de benen van een stemvork dus 100 keer per seconden heen en weer;
  •  Hoe hoger de frequentie -> hoe hoger de toon

Slide 22 - Tekstslide

Doel: laten zien hoe een trillende stemvork een geluidsspoor laat ontstaan.
Nodig: stemvork met schrijfstift, beroete glasplaat, overheadprojector.
Uitvoering: Leg de glasplaat met de beroete kant naar boven op de overheadprojector. Sla de stemvork aan en trek de schrijfstift voorzichtig over de beroete plaat. De leerlingen kunnen dan duidelijk zien, hoe het golfspoor ontstaat.
Je kunt uitleggen wat de frequentie van een trilling is
Frequentie
  • De frequentie is het aantal trillingen per seconde
  • Frequentie wordt gemeten in de eenheid Hertz (Hz)
  •     komt van het Latijnse frequens - talrijk, druk bezocht of herhaaldelijk




Maak aantekeningen!
f=T1
f
  • Bij een frequentie van 100 Hz, bewegen de benen van een stemvork dus 100 keer per seconden heen en weer;
  •  Hoe hoger de frequentie -> hoe hoger de toon
  • Frequentie bereken je met: 

Slide 23 - Tekstslide

Doel: laten zien hoe een trillende stemvork een geluidsspoor laat ontstaan.
Nodig: stemvork met schrijfstift, beroete glasplaat, overheadprojector.
Uitvoering: Leg de glasplaat met de beroete kant naar boven op de overheadprojector. Sla de stemvork aan en trek de schrijfstift voorzichtig over de beroete plaat. De leerlingen kunnen dan duidelijk zien, hoe het golfspoor ontstaat.
Je kunt uitleggen wat de frequentie van een trilling is
Frequentie
Je kunt uitleggen wat de frequentie van een trilling is
  • De frequentie is het aantal trillingen per seconde
  • Frequentie wordt gemeten in de eenheid Hertz (Hz)




  • Bij een frequentie van 100 Hz, bewegen de benen van een stemvork dus 100 keer per seconden heen en weer;




Maak aantekeningen!
Demo 7 - oscilloscoop

Slide 24 - Tekstslide

Demo 7
Doel: demonstreren hoe geluidstrillingen onderzocht kunnen worden met behulp van een oscilloscoop.
Nodig: oscilloscoop, toongenerator, luidspreker, microfoon, stemvork op klankkast, hamertje, (diverse muziekinstrumenten).
Uitvoering:
– Sluit de toongenerator aan op de oscilloscoop. Stel de toongenerator in op 1 Hz. Stel de tijdbasis van de oscilloscoop in op 0,5 s/div. Op het scherm is dan duidelijk een trillend punt te zien.
– Leg uit dat de uitwijking van het punt bepaald wordt door de grootte van de spanning die de toongenerator levert. Doordat de spanning steeds verandert, beweegt het punt steeds op en neer.
Je kunt uitleggen wat de frequentie van een trilling is
Frequentie
Je kunt uitleggen wat de frequentie van een trilling is
  • De frequentie is het aantal trillingen per seconde
  • Frequentie wordt gemeten in de eenheid Hertz (Hz)




  • Bij een frequentie van 100 Hz, bewegen de benen van een stemvork dus 100 keer per seconden heen en weer;
  •  Hoe hoger de frequentie -> hoe hoger de toon
Maak aantekeningen!

Slide 25 - Tekstslide

Demo 7
Doel: demonstreren hoe geluidstrillingen onderzocht kunnen worden met behulp van een oscilloscoop.
Nodig: oscilloscoop, toongenerator, luidspreker, microfoon, stemvork op klankkast, hamertje, (diverse muziekinstrumenten).
Uitvoering:
– Sluit de toongenerator aan op de oscilloscoop. Stel de toongenerator in op 1 Hz. Stel de tijdbasis van de oscilloscoop in op 0,5 s/div. Op het scherm is dan duidelijk een trillend punt te zien.
– Leg uit dat de uitwijking van het punt bepaald wordt door de grootte van de spanning die de toongenerator levert. Doordat de spanning steeds verandert, beweegt het punt steeds op en neer.

Slide 26 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie
Trillingstijd 
  • Met een microfoon kan je drukveranderingen in de lucht meten
  • Een oscilloscoop geeft dit signaal vervolgens weer op een scherm
  • Tijdbasis: schaal horizontale as, bijvoorbeeld 1 ms/div: één vakje is één milliseconde breed
  • De tijd die voor één volledige trilling nodig is, wordt de trillingstijd (T) genoemd. 




Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

__________________________________________________________
_____________________________________

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie
Trillingstijd 
  • Met een microfoon kan je drukveranderingen in de lucht meten
  • Een oscilloscoop geeft dit signaal vervolgens weer op een scherm
  • Tijdbasis: schaal horizontale as, bijvoorbeeld 1 ms/div: één vakje is één milliseconde breed
  • De tijd die voor één volledige trilling nodig is, wordt de trillingstijd (T) genoemd. 




Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie
Trillingstijd 
  • Met een microfoon kan je drukveranderingen in de lucht meten
  • Een oscilloscoop geeft dit signaal vervolgens weer op een scherm
  • Tijdbasis: schaal horizontale as, bijvoorbeeld 1 ms/div: één vakje is één milliseconde breed
  • De tijd die voor één volledige trilling nodig is, wordt de trillingstijd (T) genoemd. 




Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie
Trillingstijd 
Bepaald de trillingstijd van de hoge toon in figuur 5




Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie
Trillingstijd 
Bepaald de trillingstijd van de toon in de figuur.  tijdsbasis = 1ms/div
Gegevens:
Tijdbasis = 1 ms/div
1 trilling  = 2 vakjes

Gevraagd:
Trillingstijd = ?

Uitwerking:
1 trilling = 2 vakjes 
1 vakje = 1 ms
2 vakjes = 2 ms
Trillingstijd = 2 ms (0,002 s)


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie
Trillingstijd 
Bepaald de trillingstijd van de hoge toon in figuur 5
Gegevens:
Tijdbasis = 1 ms/div
1 trilling  = 2 vakjes

Gevraagd:
Trillingstijd = ?

Uitwerking:
1 trilling = 2 vakjes 
1 vakje = 1 ms
2 vakjes = 2 ms
Trillingstijd = 2 ms (0,002 s)


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie
Trillingstijd 
Bepaald de trillingstijd van de hoge toon in figuur 5
Gegevens:
Tijdbasis = 1 ms/div
1 trilling  = 2 vakjes

Gevraagd:
Trillingstijd = ?

Uitwerking:
1 trilling = 2 vakjes 
1 vakje = 1 ms
2 vakjes = 2 ms
Trillingstijd = 2 ms (0,002 s)


Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie
Trillingstijd
Bepaald de trillingstijd van de hoge toon in figuur 5
Gegevens:
Tijdbasis = 1 ms/div
1 trilling  = 2 vakjes

Gevraagd:
Trillingstijd = ?

Uitwerking:
1 trilling = 2 vakjes 
1 vakje = 1 ms
2 vakjes = 2 ms
Trillingstijd = 2 ms (0,002 s)


Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie
Trillingstijd 
Bepaald de trillingstijd van de hoge toon in figuur 5
Gegevens:
Tijdbasis = 1 ms/div
1 trilling  = 2 vakjes

Gevraagd:
Trillingstijd = ?

Uitwerking:
1 trilling = 2 vakjes 
1 vakje = 1 ms
2 vakjes = 2 ms
Trillingstijd = 2 ms (0,002 s)


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie
Trillingstijd 
Bepaald de trillingstijd van de hoge toon in figuur 5
Gegevens:
Tijdbasis = 1 ms/div
1 trilling  = 2 vakjes

Gevraagd:
Trillingstijd = ?

Uitwerking:
1 trilling = 2 vakjes 
1 vakje = 1 ms
2 vakjes = 2 ms
Trillingstijd = 2 ms (0,002 s)


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie
Trillingstijd 
Bepaald de trillingstijd van de hoge toon in figuur 5
Gegevens:
Tijdbasis = 1 ms/div
1 trilling  = 2 vakjes

Gevraagd:
Trillingstijd = ?

Uitwerking:
1 trilling = 2 vakjes 
1 vakje = 1 ms
2 vakjes = 2 ms
Trillingstijd = 2 ms (0,002 s)


Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie
Trillingstijd 
Bepaald de trillingstijd van de hoge toon in figuur 5
Gegevens:
Tijdbasis = 1 ms/div
1 trilling  = 2 vakjes

Gevraagd:
Trillingstijd = ?

Uitwerking:
1 trilling = 2 vakjes 
1 vakje = 1 ms
2 vakjes = 2 ms
Trillingstijd = 2 ms (0,002 s)


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie
Trillingstijd en golflengte
  • De tijd die voor één volledige trilling nodig is, wordt de trillingstijd (T) genoemd. 
  • In één trillingstijd gaat de conus van een luidspreker één keer naar voren én naar achteren. 
  • De lengte van een gebied met hogeren en lagere druk samen is de golflengte (λ)



Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie
Trillingstijd en golflengte
  • De tijd die voor één volledige trilling nodig is, wordt de trillingstijd (T) genoemd. 
  • In één trillingstijd gaat de conus van een luidspreker één keer naar voren én naar achteren. 
  • De lengte van een gebied met hogeren en lagere druk samen is de golflengte (λ)



Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie
Frequentie
  • Met de trillingstijd kan je de frequentie [Hz] berekenen
  • Frequentie = aantal trillingen per seconde
  • Als de trillingstijd 0,1 s is, dan gaan er 10 trillingen in 1 seconde. De frequentie = 10 Hz. 
  • Oftewel: 




frequentie=trillingstijd1
f=T1

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

__________________________________________________________
_____________________________________

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie
Frequentie
Bereken de frequentie van de hoge toon in onderstaand figuur. Tijdsbasis = 1 ms/div




frequentie=trillingstijd1
f=T1

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie
Frequentie
Bereken de frequentie van de hoge toon in onderstaand figuur Gegevens:
T = 2 ms = 0,002 s

Gevraagd:
  = ?

Uitwerking:



f=T1
frequentie=trillingstijd1
f
f=T1=0,0021=500Hz

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie
Frequentie
Bereken de frequentie van de hoge toon in onderstaand figuur Gegevens:
T = 2 ms = 0,002 s

Gevraagd:
  = ?

Uitwerking:



f=T1
frequentie=trillingstijd1
f
f=T1=0,0021=500Hz

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie
Frequentie
Bereken de frequentie van de hoge toon in onderstaand figuur Gegevens:
T = 2 ms = 0,002 s

Gevraagd:
  = ?

Uitwerking:



f=T1
frequentie=trillingstijd1
f
f=T1=0,0021=500Hz

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie
Frequentie
Bereken de frequentie van de hoge toon in onderstaand figuur Gegevens:
T = 2 ms = 0,002 s

Gevraagd:
  = ?

Uitwerking:



f=T1
frequentie=trillingstijd1
f
f=T1=0,0021=500Hz

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt het frequentiebereik noemen van het menselijk gehoor
Frequentiebereik van je gehoor
  • De meeste mensen (van jullie leeftijd) horen tonen tussen de 20 en 20 000 Hz.
  • Deze tonen liggen dus binnen het frequentiebereik van je gehoor.




Demo 9 - toongenerator 

Slide 49 - Tekstslide

Demo 9
Doel: het frequentiebereik van het menselijk gehoor bepalen.
Nodig: toongenerator, versterker, goede luidsprekerbox.
Uitvoering: Sluit de toongenerator via de versterker aan op de luidsprekerbox. Stel de toongenerator in op 10 000 Hz. Voer de frequentie langzaam op tot 25 000 à 30 000 Hz. Laat de leerlingen zelf de bovengrens van het frequentiebereik van hun gehoor bepalen.
Op een soortgelijke manier kun je ze ook de ondergrens van het frequentiebereik laten bepalen. Begin bij 100 Hz en maak de frequentie langzamerhand lager.
N.B. De waarde die de leerlingen zo vinden, is wel iets te hoog. Dat komt doordat de luidsprekerbox de benodigde lage tonen niet goed kan weergeven. Desgewenst kun je de toongenerator uit demo 8 gebruiken om de juiste tonen te genereren.
Je kunt het verschil uitleggen tussen ultrasoon en infrasoon geluid
Ultrasoon en infrasoon geluid
  • Geluid met een frequentie groter dan 20 000 Hz wordt ultrasoon genoemd;
  • Geluid met een frequentie kleiner dan 20 Hz wordt infrasoon genoemd;





Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt uitleggen hoe noise cancelling werkt
Noise cancelling
  • Maakt gebruik van 'antigeluid'
  • Koptelefoon maak een trilling die precies tegengesteld is
  • Regelmatig geluid is makkelijker te dempen





Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
  1. Herhaling: H8.1  Geluid maken en horen                          (10 min)
  2. Uitleg: H8.2 Toonhoogte en frequentie                            (20 min)
  3. Zelfstandig: Lees H8.2 helemaal door                              (10 min)
  4. Zelfstandig: H8.2 opdracht 1 t/m 13                                    (30 min)

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 53 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 54 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies