21-11 Na de toets Woordsoorten/Grammatica Les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

 Schrift

Leerboek

Leesboek

Pen

Zorg ervoor dat de volgende 4 dingen op je tafel liggen:

Welkom!

WELKOM

3 Kader

Welkom terug bij Nederlands!

Les van mevrouw de Groot

Planning vandaag 22 november

• Hoe ging de toets?
• Uitleg  over een aantal voorbeelden uit de toets 
• Zelfstandig aan de slag met woordsoorten.
• Evaluatie hoe is het gegaan?

Vragen over de toets?

Vervoeg het werkwoord LADEN

Tegenwoordige tijd:

ik laad

hij/zij laadt

wij laden

Verleden tijd:

ik laadde

hij/zij laadde

wij laadden

Vervoegen het werkwoord LADEN

Tegenwoordige tijd:

ik laad

hij/zij laadt

wij laden

Verleden tijd:

ik laadde

hij/zij laadde

wij laadden

Maak een zin in de vt met de als pv het werkwoord laden.

Zinsdelen vóór de PV

Altijd maar 1 zinsdeel!

Dit kan van alles zijn.

Hij loopt graag door het bos.

PV?

OW?

Wie heeft mijn fiets verplaatst?

PV:?

WG: ALLE WERKWOORDEN in de zin!

OW: ?

Wie heeft mijn fiets verplaatst?

PV: heeft

WG: heeft verplaatst

OW: wie

Samengestelde zinnen met voegwoorden hebben meerdere PV's!

Bijvoorbeeld:

Zij is al haar foto's kwijt, omdat haar mobiel crashte.

Welke 2 woorden zijn de persoonsvormen?
En wat is het voegwoord?

Zij is al haar foto's kwijt, omdat haar mobiel crashte.

PV: is, crashte

Voegwoord: omdat

Voegwoord TOEN

Bijvoorbeeld:

Toen ik thuis kwam, ging ik huiswerk maken. 

Wat is in de volgende zin het voegwoord?

Als ik ren, heb ik haast. 

Als ik ren, heb ik haast. 

Voegwoord is: als

Werken aan opdrachten

Lees	De opdrachten goed.
Maak	Van hoofdstuk 2: Opdracht 4 en 5 van blz 54
Hoe	Met een zachte stem, alleen overleg met je buurman of vraag je vraag aan de docent
Tijd	10 minuten
Klaar?	Laat het aan je docent zien en start met: Training hoofdstuk 2 Woordsoorten

Evaluatie: Hoe ging het?
Geef jezelf een cijfer tussen de 0-10.
Waar heb je nog hulp bij nodig?

Huiswerk

Maak in de digitale methode→ hoofdstuk 2→ trainen Taalverzorging 1: Grammatica: woordsoorten 1

Let op woensdag (huis)werkcontrole! Niet af is nablijven.