Grammatik - Jahreszeiten + Monate

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Warum gibt es Jahreszeiten

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Übersetze: Jahreszeit

Slide 5 - Open vraag

Übersetze: Monat

Slide 6 - Open vraag

Übersetze: Mittwoch

Slide 7 - Open vraag

der Herbst
der Frühling
der Sommer
der Winter


Slide 8 - Sleepvraag

Tijdsaanduidingen: im, am, um
seizoen
maand
dag van de week
datum
tijdstip
im
im
am
am
um

Slide 9 - Sleepvraag

Ergänze: Hast du ...... 5 Uhr Zeit?
A
am
B
im
C
um

Slide 10 - Quizvraag

Ergänze: Kannst du............ Samstag?
A
im
B
am
C
um

Slide 11 - Quizvraag

Ergänze: ........... Juni habe ich Geburtstag.
A
im
B
am
C
um

Slide 12 - Quizvraag

Übersetze: Ik ben in de herfst jarig.

Slide 13 - Open vraag

Die Monate

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Geschlecht der Monate
De maanden zijn "mannelijk" in het Duits:
der Januar
der Februar
der Juni
der Juli
der Dezember 

Slide 16 - Tekstslide