Herhaling H2 BOSL

Herhaling H2 BOSL
Tip: maak aantekeningen 
Belangrijkste onderwerpen voor de toets 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H2 BOSL
Tip: maak aantekeningen 
Belangrijkste onderwerpen voor de toets 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taken consumentenorganisaties:

  • onpartijdige productinformatie geven
  • informatie geven over de rechten en plichten van consumenten
  • acties voeren bij fabrikanten of bij de overheid om de belangen van consumenten te beschermen. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijkend WarenOnderzoek

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prijs per standaard hoeveelheid
Om prijzen goed met elkaar te vergelijken is het handig om het om te rekenen naar een bepaalde hoeveelheid. Bijvoorbeeld 100 gram. Dit kan doormiddel van een verhoudingstabel.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Consumer Power
 In je eentje heb je als consument maar weinig invloed op de producten die
fabrikanten of winkeliers verkopen. 
Met en grote groep consumenten samen heb je wel veel invloed. Dit noem je consumer power. 

Een actie van en consumentenorganisatie is en voorbeeld van consumer power.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prijsverschil in procenten uitrekenen

Hoeveel procent is het ene product duurder of goedkoper dan het andere product?
Let op het woordje ‘dan’. Daaraan zie je waarmee je de prijs vergelijkt.


Reken uit: hoeveel procent is Bol.com goedkoper dan Wehkamp?









Reken uit: hoeveel procent is Bol.com goedkoper dan Wehkamp?




H2.1 aantekening

Slide 6 - Tekstslide

 Het goede antwoord is 5,3%
Rekenen met procenten
Hoeveel procent is iets duurder of goedkoper?
Dat kan je uitreken door de volgende berekening:
Prijsverschil : prijs waarmee je vergelijkt x 100%=

Een mountainbike kost € 500 en een racefiets € 600. Hoeveel procent is de racefiets duurder dan de mountainbike?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Consumentenrecht
Voor zowel koper als verkoper geldt het consumentenrecht:
bestaat uit verschillende wetten en regels die de consument ('de zwakkere partij') beschermen.

Je hebt altijd recht op een deugdelijk product 

Het consumentenrecht geldt niét als je iets koopt van een particulier!

                                              

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet Productaansprakelijkheid
  • De Wet productaansprakelijkheid stelt de producent aansprakelijk wanneer een gebrekkig product schade veroorzaakt.
  • Gevolgschade: er kan bijvoorbeeld waterschade ontstaan door een lekkende kraan. De leverancier van de kraan moet dan jouw schade vergoeden

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Colportagewet
Geldt voor producten die je koopt aan de deur, op straat etc. Hier zitten wel twee voorwaarden aan:
- 50 euro of meer moet je aankoop zijn
- Je moet het product binnen 14 dagen terugsturen.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De woningmarkt 
  • Woningmarkt: vraag en aanbod van woningen
  • Makelaars of verhuurders zorgen voor: aanbod.
  • Mensen die op zoek zijn naar een huis zorgen voor: vraag.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huren
  • Je kunt een huis huren in de sociale huursector, of vrije huursector
  • Sociale huur: huurtoeslag mogelijk, goedkopere woningen (vaak via woningcorporatie)
  • Vrije sector: vaak geen huurtoeslag (minder regels). Deze huurwoningen zijn vaak duurder

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laura en Syb willen deze woning kopen. Na stevig onderhandelen krijgen ze € 15.000 van de vraagprijs af. De notaris rekent € 400 voor het opmaken van de transportakte.
 Bereken de totale aankoopprijs van de woning inclusief alle kosten koper. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypotheek of Hypothecaire lening
Dit zijn de benamingen voor het afsluiten van een lening voor het kopen van een huis 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onroerendezaakbelasting (ozb)
  • WOZ-waarde = waarde van je woning
  • Eigenaar betaalt ieder jaar onroerendezaakbelasting aan   gemeente
  • Percentage  van de WOZ-waarde
  • Andere belastingen en heffingen
     Rioolheffing en afvalstofheffing

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energierekening
De energierekening bestaat uit:

1. vaste kosten
  • leveringskosten en netbeheerkosten

2. variabele kosten
  • verbruikskosten (per kilowattuur / m3)
  • energiebelasting
  • opslag duurzame energie
  • btw






Vaste kosten
Vaste kosten betaal je altijd, of je nu wel of geen energie verbruikt.
Variabele kosten
Variabele kosten hangen af van het energieverbruik

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maatschappelijke kosten
 Productie en consumptie leiden tot maatschappelijke kosten

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies