Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Week 2 - Les 1
Week 2 - Lesson 1
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Week 2 - Lesson 1
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Lesdoelen: words & expressions §2.5 beheersen, comparisons beheersen
1) Bestuderen vocab §2.5
2) Uitleg comparisons
3) LessonUp opdracht maken
4) Maken §2.5 opdr 1 t/m 11
Slide 2 - Tekstslide
Doornemen words & expressions §2.5
P. 88 + 89
Slide 3 - Tekstslide
Planning
Lesdoelen: words & expressions §2.5 beheersen, comparisons beheersen
1) Bestuderen vocab §2.5
2) Uitleg comparisons
3) LessonUp opdracht maken
4) Maken §2.5 opdr 1 t/m 11
Slide 4 - Tekstslide
De 3 trappen
Trap 1:
Positive
degree
big / beautiful / good / bad / intelligent
Trap 2:
Comparative
degree
bigger / more beautiful / better / worse / more intelligent
Trap 3:
Superlative
degree
biggest / most beautiful / best / worst / most intelligent
Slide 5 - Tekstslide
-er / -est
1 Lettergreep = plak ER of EST achter het woord
big - bigg
er than
-
the
bigg
est
tall - tall
er
than
-
the
tall
est
white - whit
er than
-
the
whit
est
Slide 6 - Tekstslide
Spellingsregel 1
Woorden van
twéé lettergrepen
op
-y
krijgen ook
-er / -est
Happ
y
/ Happ
ier than
/
The
happ
iest
Prett
y
/ Prett
ier
than
/ The
prettiest
Slide 7 - Tekstslide
more / most
2 Lettergrepen of meer = plak MORE of MOST vóór het woord
beautiful /
more
beautiful
than
/
the most
beautiful
interesting /
more
interesting
than
/
the most
interesting
stunning /
more
stunning
than
/
the most
stunning
Slide 8 - Tekstslide
(not )as ... as
* 2 dingen zijn bijna hetzelfde
* 2 dingen zijn NIET hetzelfde
You're
as
tall
as
my brother.
She is
as
old
as
her cousin.
Your girlfriend is almost
as
pretty
as
mine.
Slide 9 - Tekstslide
Comparisons = vergelijkingen
Stellende trap
Vergrotende trap (comparative)
Overtreffende trap (superlative)
één lettergreep
Bijvoeglijk naamwoord
big
nice
.....+er than
bigger than
nicer than
the .....+est
the biggest
the nicest
twee of meer lettergrepen
Bijvoeglijk naamwoord
powerful
interesting
More ..... than
more powerful than
more interesting than
the most .....
the most powerful
the most interesting
twee lettergrepen op
y
Bijvoeglijk naamwoord
pretty
funny
y --> ier than
prettier than
funnier than
the y--> iest
the prettiest
the funniest
Uitzonderingen
Bijvoeglijk naamwoord
good
bad
far
little
Uit je hoofd leren
better than
worse than
further than
less than
Uit je hoofd leren
the best
the worst
the furthest
the least
Als twee dingen (bijna) hetzelfde zijn dan gebruik je
as ... as
/
not as ... as
I am
not as smart as
my brother. You are
as tall as
your sister.
Slide 10 - Tekstslide
My friend is ____ than my brother. (fat)
Slide 11 - Open vraag
It's a watermelon inside a watermelon, it's the ____ thing I've ever seen! (beautiful)
Slide 12 - Open vraag
She is ____ at English than her classmates. (good)
Slide 13 - Open vraag
English is _____ than French. (interesting)
Slide 14 - Open vraag
He is ____ than her sister. (scary)
Slide 15 - Open vraag
This is the ____ film I've seen. (terrifying)
Slide 16 - Open vraag
Planning
Lesdoelen: words & expressions §2.5 beheersen, comparisons beheersen
1) Bestuderen vocab §2.5
2) Uitleg comparisons
3) LessonUp opdracht maken
4) Maken §2.5 opdr 1 t/m 11
Slide 17 - Tekstslide
LessonUp opdracht
Vul bij de volgende zinnen steeds de juiste vorm van de trappen van vergelijking in
Vergeet niet om ook 'the' of 'than' in te vullen
Slide 18 - Tekstslide
Winter is ... spring. (cold)
Slide 19 - Open vraag
The living room is ______ room in our house. (big)
Slide 20 - Open vraag
Girls are __________ boys. ( quiet)
Slide 21 - Open vraag
My garden is ___________ a park. (small)
Slide 22 - Open vraag
Rugby is as ___________ football. ( dangerous)
Slide 23 - Open vraag
A sofa is ___________ a chair (comfortable)
Slide 24 - Open vraag
Her dress is (short) mine.
Slide 25 - Open vraag
Which way is the (short)?
Slide 26 - Open vraag
This rule is (important) than that rule.
Slide 27 - Open vraag
That is (bad) thing I have ever heard.
Slide 28 - Open vraag
Jessica is my (good) friend.
Slide 29 - Open vraag
That film is (interesting) as the other film.
Slide 30 - Open vraag
Planning
Lesdoelen: words & expressions §2.5 beheersen, comparisons beheersen
1) Bestuderen vocab §2.5
2) Uitleg comparisons
3) LessonUp opdracht maken
4) Maken §2.5 opdr 1 t/m 11
Slide 31 - Tekstslide
Homework
Huiswerk volgende week:
1) Maken opdr 1 t/m 11 van §2.5
2) Maken Test Jezelf §2.5
Huiswerk volgende les:
1) Leren woorden §2.5
Slide 32 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
kt2 2.5 comparisons
November 2021
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
Unit 2 lesson 5 deel 2
November 2023
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
comparisons
September 2023
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
comparisons
November 2023
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Comparisons
November 2023
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
comparisons
November 2022
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
comparisons
4 dagen geleden
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Lesson 12 (Much/many, comparisons)
December 2023
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3