Hoofdstuk 2, paragraaf 2

De economische kringloop
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De economische kringloop

Slide 1 - Tekstslide

Een simpele kringloop met alleen bedrijven en gezinnen, ziet er als volgt uit:

Slide 2 - Tekstslide

Gezinnen
Gezinnen krijgen binnen: Inkomen (Y)
Geven ze volledig uit aan:
Consumptie (C)
Belasting (B)
Sparen (S)
DUS --> Y = C + B + S

Slide 3 - Tekstslide

Overheid
Overheid krijgt binnen:
Belasting
Geven ze volledig uit aan:
Overheidsuitgaven

Tekort overheid: (O - B)

Slide 4 - Tekstslide

2 soorten belasting
Directe belastingen --> Gaat direct naar overheid, zoals loonbelasting en winstbelasting
Indirecte belastingen --> Gaan via een andere partij. BTW over producten, accijns. Gaat eerst naar bedrijf, daarna naar overheid. 

Slide 5 - Tekstslide

Bedrijven
Bedrijven krijgen binnen:
C,I,O,E
Geven ze volledig uit aan:
Inkomen (Y)
Imoprt (M)
DUS --> Y = C + I + O + E - M

Slide 6 - Tekstslide

Bestedingsmethode
Y + M zijn de uitgaven van de bedrijven
C + I + O + E zijn de inkomsten van bedrijven

Dus Y+M = C + I + O + E 

BBP van een land is dus --> Y = C + I + O + E - M

Slide 7 - Tekstslide

Berekenen onbekende
Kijk bij bedrijf wat er allemaal binnenkomt:
250 + 29 + 139 + 415 
=
Eruit gaat:
460 + ? (M)
M is dus 373

Slide 8 - Tekstslide

Identiteiten economische kringloop
  • Y = C + B + S
  • Y = C + I + O + E - M
  • Overheidssaldo = B - O 
  • Particulier spaarsaldo = S - I 
  • Nationaal spaarsaldo = (S-I) + (B-O) óf (E-M)
  • Uitvoersaldo = E - M
  • (S-I) + (B-O) = (E-M)

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel besparen de gezinnen?
A
0
B
10
C
35
D
6

Slide 10 - Quizvraag

Heeft de overheid een tekort of een overschot?
A
tekort
B
overschot

Slide 11 - Quizvraag

Weektaak vorige week
Hoofdstuk 1
Paragraaf 1: vraag 1,2
Paragraaf 2: vraag 1,2,4,5,6,7
Paragraaf 3, vraag 1,2,4,5 en 6

Slide 12 - Tekstslide

Weektaak
Weektaak:

Hfst 2, paragraaf 1, vraag 2
Hfst 2, paragraaf 2, vraag 2,3,5,6,7,9,10,13
Hfst 2, paragraaf 3, vraag 1,2,3,4,5,6,7,8 en 9
Toepassing vraag 2,3 en 5




Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video