2.1 politiek en burgerschap griekse wereld

Vandaag:
Even herhalen: opdracht tijdvak 1
Uitleg: tijdvak 2 De oude Grieken
Maken: opdracht Atheense democratie
Voorbereiden: minipresentatie Grieken in tweetallen
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Vandaag:
Even herhalen: opdracht tijdvak 1
Uitleg: tijdvak 2 De oude Grieken
Maken: opdracht Atheense democratie
Voorbereiden: minipresentatie Grieken in tweetallen

Slide 1 - Tekstslide

De Oude Grieken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Kolonies buiten Griekenland 
  • Een kolonie is een gebied van een land buiten dat land

  • Griekenland is door het droge klimaat en de rotsachtige grond erg onvruchtbaar (slechts 20% is geschikt voor landbouw)

  • Een mislukte oogst betekende al snel een hongersnood

Slide 4 - Tekstslide

Oplossing
  • Sommige Grieken trokken weg, op zoek naar een beter leven

  • Rond 750 v. Chr. hadden de Grieken kolonies in Spanje, Italië en Turkije

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Magna Graecia

Slide 7 - Tekstslide

1 .Tegenwoordig zie je ook veel economische vluchtelingen. Uit welke landen komen deze vluchtelingen?
2.Waar gaan deze mensen naar toe?
3.Hoe worden deze mensen ontvangen?
4.Kun je dit vergelijken met de Griekse emigratie? 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Cultureel verenigd
  • Zelfde taal
  • Zelfde goden
  • Zelfde epos(sen)
    (heldenverhalen)
  • Kunst
  • Olympische spelen

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerkend aspect: De klassieke “vormentaal” van de Grieks-Romeinse cultuur


Hiermee worden de architectuur, beeldhouwkunst en afbeeldingen bedoeld.
Wat minder letterlijk: Verhalen en toneelstukken die vaak samenhangen met de mythologie, of “historiën”.



Slide 11 - Tekstslide


Beeldhouwkunst


  • Levensecht
  • Details
  • Dynamisch
  • Naakt
  • Ideaalbeeld van de mens: perfect en in balans

Slide 12 - Tekstslide


Architectuur


  • Symmetrie
  • Veel zuilen
  • Gebouw bestaat uit verschillende onderdelen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

De bewondering voor de Griekse (en later ook de Romeinse) kunst is altijd blijven bestaan en ging soms erg ver. De gevel van het Paleis op de Dam in Amsterdam is bijna een kopie van het Parthenon in Athene.

Slide 15 - Tekstslide


Theater


  • Gespeeld in een halfrond theater
  • Alle rollen gespeeld door mannen
  • Gebruik van maskers voor gezichtsuitdrukkingen
  • Twee soorten toneelspelen: komedie en tragedie

Slide 16 - Tekstslide

KA 4: De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat

BURGERSCHAP = de mate waarin burgers (inwoners van een stad, nu
een staat) inspraak hebben in het bestuur.
Nu is er bijv. meer burgerschap dan bijv. in de Griekse oudheid. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

De Atheense democratie
  • 561-527 B.C., Tiran Peisistratos
  • 509 B.C., Athene verdrijft laatste tiran
  • --> Democratie (Demos & Kratos)
  • Alleen mannen met burgerrecht

Slide 19 - Tekstslide

De Atheense Democratie
  • Volksjury (loten)
  • Raad van 500 (dagelijks bestuur)
  • volksvergadering (directe democratie)

  • Schervengericht / Ostracisme 

Slide 20 - Tekstslide

KA 4: De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat

Slide 21 - Tekstslide

De ontwikkeling in wetenschappelijk denken

 Vanaf de 6e eeuw (v. Chr) gingen Griekse filosofen voor het eerst op een andere manier denken over de natuur.

 Deze Griekse onderzoekers (filosofen) gingen verschijnselen in de natuur benaderen op een rationele manier i.p.v. een emotionele of mythologische manier.


Slide 22 - Tekstslide

Filosofie en wetenschap

filos = zoon/vriend
sofia = wijsheid
Mannen die allerlei aspecten van het bestaan onderzochten.


Ze dachten na over:
Burgerschap
Wetenschap (kennis / waarheidsvinding / onderzoeken)
Politiek
Enz. 


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Filosofische vragen
Wat is het doel van het leven?
Wat is een goed mens?
Is gedrag aangeboren of aangeleerd?
Wat is waarheid?
Moet je altijd eerlijk zijn?
Hebben mensen een vrije wil?
Is slavernij toegestaan?
Wat is meer waard? Vier eendjes of twee broden?

Slide 25 - Tekstslide

Het is een fragment uit het
boek Politica van de Griekse filosoof
Aristoteles. Keurde hij slavernij goed of af?

Slide 26 - Tekstslide


Natuurfilosofen


  • Eigenlijk de voorlopers van moderne wetenschappers.
  • Hebben belangrijke ontdekkingen gedaan, die (soms) vandaag de dag nog steeds kloppen.

Slide 27 - Tekstslide


Archimedes


  • Natuurkunde/Wiskunde/Sterrenkunde
  • Wet van Archimedes


Slide 28 - Tekstslide


Hippocrates

  • Geneeskunde 
  • Alle ziekten zijn verschillend (andere behandeling)
  • Vier lichaamssappen
  • Je moet dus de ziekte onderzoeken
  • Oorzaak en genezing niet door Goden
  • Zou een afstammeling van de halfgod Asclepius (Esculaap) zijn.

Eed van Hippocrates
De eed van Hippocrates is een eed waarin artsen zichzelf verplichten bepaalde beroepsregels te zullen handhaven. De eed is opgesteld in het Oudgrieks en is vernoemd naar de Griekse arts Hippocrates, die omstreeks 400 v.Chr. zijn leerlingen van het Asklepieion op het eiland Kos deze belofte liet afleggen.

Slide 29 - Tekstslide

Einde Griekse Stadstaten
  • Ionische steden (Turkije), Perzische rijk (6de eeuw v.Chr.)
  • Opstand met hulp van Athene
  • Athene vs Sparta (430-404 v.Chr.)
  •  338 v.Chr., Koning Philippos (Macedonië) 
  • Alexander de Grote (334 v.Chr.)
Maar geen einde aan de Griekse cultuur

Slide 30 - Tekstslide

Maken:
Opdracht Atheense democratie: tekst met vragen
Daarna: minipresentatie over Grieks onderwerp voorbereiden. 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video


Socrates

  • Eén van de belangrijkste Atheense filosofen
  • Goed en kwaad (Ethiek)
  • Mensen doen slecht dingen als ze niet nadenken
  • Socratische manier van vragen stellen
  • Werd veroordeeld tot het leegdrinken van de gifbeker.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide


Plato


  • Leerling van Socrates
 Oprichter van de Akademeia 
(Atheense academie - hoger onderwijs)
  • Bekendste werk: De Staat, over politiek
Ideeënleer
In deze periode richtte hij zich steeds meer op de ‘Ideeënleer’, het gedachtegoed dat er van alle dingen in het universum perfecte ‘Vormen’ of ‘Ideeën’ bestaan. Alles wat wij om ons heen zien in de wereld zijn echter slechts ‘afspiegelingen’ van deze ideaalbeelden, waardoor de meeste mensen denken de ‘echte’ Ideeën te kennen, maar dat in werkelijkheid niet doen. Deze perfecte vormen liggen namelijk diep opgeslagen in onze ziel, waardoor ze alleen door filosofen te bestuderen zijn.

Slide 36 - Tekstslide

Gebruik bron 12.
Op welk risico van de democratie wees Plato

Slide 37 - Open vraag

Slide 38 - Video


Aristoteles

  • Leerling van Plato
  • Filosoof én natuurkundige
  • Mens is sociaal wezen kan alleen in een polis-gemeenschap volmaaktheid vinden
  • Leraar Alexander de Grote

Slide 39 - Tekstslide


Staatsvorm waarbij de macht bij een persoon ( koning) ligt
Macht is erfelijk
Koning heeft verantwoordelijkheid over het bestuur 


Staatsvorm waarbij de macht bij een persoon ligt, maar waarbij hij deze macht niet legitiem (wettig) heeft verkregen.  
Is vaak in het begin populair (omdat hij een ongewenste situatie heeft opgelost)


Regering door de adel. 
Kleine groep mensen hadden de macht en beslissen.


Regering van een kleine groep die niet perse van adel zijn. (bijvoorbeeld de slimsten of rijksten)


Belangrijke politieke beslissingen in de stad werden genomen door een volksvergadering.




Monarchie


Tirannie


Aristocratie


Oligarchie


Democratie

Slide 40 - Sleepvraag

Maken uit het boek (2.1):
opdrachten: 1, 2, 3, 4, 6, 7, 9

Hoe: zacht overleggen
Hoelang: 20 minuten
Hulp: Vinger opsteken
Klaar? Tekst 2.2 alvast doorlezen

Slide 41 - Tekstslide

De Grieken stichtten koloniën.
Waarom deden ze dat?

Slide 42 - Open vraag

Welk bestuur had de stad Athene?
A
Oligarchie
B
Democratie
C
Keizer
D
Tirannie

Slide 43 - Quizvraag

I. Athene lag in Griekenland, Sparta niet.
II. Athene was een stadstaat, Sparta niet.
A
stelling I is juist, stelling II is onjuist.
B
stelling I is onjuist, stelling II is juist.
C
Stelling I en II zijn allebei juist
D
Stelling I en II zijn allebei onjuist

Slide 44 - Quizvraag