In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
De bevolkingsdichtheid in China is het hoogste
A
in het binnenland
B
langs de kust
C
in het zuiden
D
in het noorden
Slide 3 - Quizvraag
Wat zijn oorzaken van de lage bevolkingsdichtheid van West-China?
A
Oorlog en bergen
B
Weinig werk en oorlog
C
Bergen en woestijn
D
De Oeigoeren willen geen andere groepen toelaten
Slide 4 - Quizvraag
Waarom besloot de Chinese regering in 1979 tot eenkindpolitiek?
A
De verspreiding van de bevolking was ongelijk
B
Er waren teveel jongeren
C
De bevolking groeide te snel
D
Er waren teveel ouderen
Slide 5 - Quizvraag
Er zijn 3 trappen in het reliëf in China. Welk gebied hoort niet bij de hoogvlakten (1.000 tot 2.000m hoog)?
A
Tibet
B
Tarimbekken
C
Mongoolse Hoogvlakte
D
Lössplateau
Slide 6 - Quizvraag
Welke vorm heeft het bevolkingsdiagram van China?
A
Piramide
B
Urn
C
Granaat
D
Fles
Slide 7 - Quizvraag
Periferie
Centrum
'Slechte' banen
Producten
Te weinig werkgelegenheid
Bevolking wil niet meer in fabrieken werken
Vraag naar luxeproducten
Zeer afhankelijk
Lonen zijn laag
Enorme bedrijven
Slide 8 - Sleepvraag
Waarom zijn in China de Speciale Economische Zone's vooral aan de oostkust gelegen?
A
Daar is het klimaat gunstig voor de industrie
B
Daar zijn de grondprijzen het goedkoopst
C
Daar zijn havens, dus kan er makkelijk transport plaatsvinden
D
Dat heeft de overheid nu eenmaal zo besloten
Slide 9 - Quizvraag
Welke sector is het grootst in Shenzhen?
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten
Slide 10 - Quizvraag
Waarom werden SEZ (speciale economische zones) rond 1980 aangelegd in China?
A
Om de buitenlandse handel te bevorderen en daarmee de eigen economie.
B
Om de interne concurrentie te bevorderen.
C
Het hoofddoel was vissersdorpen te moderniseren.
D
Het was een economische droom van staatsman Mao Zedong.
Slide 11 - Quizvraag
Welke uitspraken horen bij een SEZ (Speciale Economische Zone)?
A
Dat is een gebied waar buitenlandse bedrijven zich mogen vestigen.
B
Gebied waar alleen binnenlandse bedrijven gevestigd zijn.
C
Alle andere antwoorden zijn juist.
D
Gebied met belastingvoordelen.
Slide 12 - Quizvraag
Shanghai is het ..... van China
A
Belangrijkste
B
Hoofdstad
C
Bekenste
D
Kantoor
Slide 13 - Quizvraag
China betekent voor de hightechindustrie....
A
veel
B
weinig
Slide 14 - Quizvraag
Wat is juist over China?
A
Hongkong is volledig onderdeel van China
B
Buitenlandse bedrijven vestigen zich in SEZ.
C
Hongkong is een echte fabriek stad
Slide 15 - Quizvraag
China politiek
A
Communistisch
B
Kapitalistisch
C
geen van allen
Slide 16 - Quizvraag
In china wonen
A
meer mensen in de stad
B
meer mensen op het platteland
Slide 17 - Quizvraag
Wat voor land in China?
A
Ontwikkeld land (rijk land)
B
Opkomend land (in de overgang)
C
Ontwikkelingsland (arm land)
Slide 18 - Quizvraag
China demografisch
A
Vergroening
B
Vergrijzing
C
Veroding
D
Geen van allen
Slide 19 - Quizvraag
Het urbanisatietempo in China is .....
A
erg laag
B
hoog
Slide 20 - Quizvraag
De urbanisatiegraad in China is .....
A
erg laag
B
nog niet zo hoog
C
heel hoog
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de periferie van Europa?
A
West Europa
(Nederland, Duitsland, België, Frankrijk)
B
Noord-Europa
(Scandinavië, Ijsland)
C
Oost Europa
(Polen, Hongarije, Tsjechië,)
D
Zuid Europa
(Griekenland, Kroatië, Italië)
Slide 22 - Quizvraag
Bij internationale arbeidsverdeling draait het om...
A
het uitschuiven van de productie naar lage lonen landen
B
dat iedereen dat werk doet waar hij goed in is
C
dat landen samen overleggen welke arbeid waar verricht wordt
Slide 23 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen de Nederlandse economie en die van China?
Slide 24 - Open vraag
Welke groep Chinezen migreert van oost naar west?
A
Han-Chinezen
B
Oeigoeren
Slide 25 - Quizvraag
Wat is internationale arbeidsverdeling?
A
verdeling van werk over china
B
verdeling van de werknemers
C
Het ontwerpen van een product
D
verdeling van werk over verschillende landen
Slide 26 - Quizvraag
Wat hoort niet bij de internationale arbeidsverdeling
A
Het produceren van de goederen in fabrieken.
B
Het ontwerpen van een product
C
Het vervoeren en verkopen van het product
D
verdeling van werk over china
Slide 27 - Quizvraag
Verklaar de daling van het geboortecijfer vanaf 1975.
Slide 28 - Open vraag
Verklaar de lichte stijging van het sterftecijfer in china vanaf 2010
Slide 29 - Open vraag
Iemand doet twee uitspraken: I Beijing was de eerste speciale economische zone van China. II Omdat China communistisch is, zijn tegenwoordig alle bedrijven in handen van de staat.
A
I en II zijn beide goed
B
I en II zijn beide fout
C
I is goed en II is fout.
D
I is fout en II is goed.
Slide 30 - Quizvraag
Het verschil in welvaart tussen Hongkong en het omliggende gebied van China was in de jaren tachtig van de vorige eeuw heel .
A
groot
B
klein
Slide 31 - Quizvraag
Waarom werd de eerste speciale economische zone in Shenzhen geopend, en niet in bijvoorbeeld Beijing of Shanghai?
Slide 32 - Open vraag
Wat is een NIC
Slide 33 - Open vraag
Wat is globalisering?
A
Bedrijf met vestigingen in verschillende landen.
B
Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie (kennis, cultuur).
C
De verdeling van het werk over verschillende landen.
D
Land met lage arbeidskosten.
Slide 34 - Quizvraag
Wat is een multinational?
A
Bedrijf met vestigingen in verschillende landen.
B
Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie (kennis, cultuur).
C
De verdeling van het werk over verschillende landen.
D
Land met lage arbeidskosten.
Slide 35 - Quizvraag
Wat betekent Hukou?
A
Dat je moet wonen op de plek waar je bent geboren
B
Dat je maar 1 kind mag krijgen
C
Dat je alleen mag verhuizen naar het binnenland
D
Dat je ergens anders gaat wonen dan waar je bent geboren
Slide 36 - Quizvraag
Reden om te verhuizen uit een gebied.
Slide 37 - Open vraag
Voormalige dorpen die zijn ingesloten door stedelijke bebouwing.
Slide 38 - Open vraag
Wat alles duidelijk? Is er nog iets waar je graag meer uitleg over hebt?