3M - Par. 4.2 - Wat is er thuis verzekerd?

Hoofdstuk 4

Par. 4.2
Wat is er thuis verzekerd?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4

Par. 4.2
Wat is er thuis verzekerd?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

AVP 
  • AVP = Aansprakelijkheidsverzekering Voor Particulieren
  • Doel = Dekt schade die je aan anderen toebrengt buiten je eigen schuld. Ook de schade van je kinderen en huisdieren.
 
  • Voorwaarden:
  •  1. De schade mag niet opzettelijk zijn veroorzaakt.
  •  2. De schade moet van een ander zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Inboedelverzekering
  • Dekt de schade die je door inbraak, brand en waterschade hebt aan de spullen in je huis.
  • Meestal tegen nieuwwaarde
  • In je huis, dus inboedelverzekering
Misdaadmeter

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opstalverzekering:
  • Voor schade aan het huis zelf
  • Verzekerd tegen herbouwwaarde
    (bedrag dat je nodig hebt om hetzelfde huis opnieuw te bouwen)
  • Let op!! herbouwwaarde is geen verkoopwaarde!!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opstalverzekering
Doel = Vergoedt de schade aan de buitenkant van je huis door blikseminslag, brand, of stormschade

Voorbeeld: Dakpannen, dakgoten, kozijn.



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je een koophuis hebt is het verstandig om een...….. af te sluiten
A
inboedelverzekering
B
inboedelverzekering en opstalverzekering
C
opstalverzekering
D
geen van alle antwoorden is juist

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Premieberekening woonhuis
  • Hoe wordt de hoogte van een premie ook alweer bepaald?
  • Risico! Hoe groter het risico (bedrag, kans), hoe hoger de premie.

  • Woonhuisverzekering:
  • Premie wordt bepaald op basis van herbouwwaarde huis en uitgedrukt in een tarief per € 1.000 verzekerd bedrag




Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Premie woonhuisverzekering
Premie woonhuisverzekering =
verzekerd bedrag : € 1.000 x premietarief 

Voorbeeld: 
De herbouwwaarde (= verzekerd bedrag) van je huis is
€ 230.000. De jaarpremie is € 0,90 per € 1.000 verzekerd bedrag. Wat is de premie per jaar?

Slide 11 - Tekstslide

230.000 : 1.000 x € 0,90 = € 207
Django sluit voor zijn huis een opstalverzekering af. De jaarpremie is € 1,20 per € 1.000 verzekerd bedrag. Het huis is verzekerd voor € 245.000.

Bereken welk bedrag Django per maand aan premie betaald
A
€ 294
B
€ 12,30
C
€ 24,50
D
€ 245

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Over of onder verzekerd?
  • Oververzekerd = Dat je voor een hoger bedrag verzekerd bent dan de werkelijke waarde van je spullen.
  • Voorbeeld je fiets is €500,- waard maar hij is voor €750,- verzekerd?
  • LET OP! Dit heeft geen zin! Je betaalt te veel premie en krijgt nooit meer dan de werkelijke schade uitgekeerd!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderverzekerd
  • De verzekerde waarde van inboedel of woonhuis is lager dan de werkelijke waarde
  • Je krijgt minder vergoed dan de schade die je hebt geleden


  • Schadevergoeding bij onderverzekering =       verzekerde waarde : werkelijke waarde x schadebedrag

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderverzekerd
Voorbeeld:
  • Verzekerde waarde woning € 150.000
  • Schade bij keukenbrand € 20.000
  • Werkelijke waarde woning € 200.000
  • Bereken de vergoeding die wordt uitgekeerd.


Schadevergoeding bij onderverzekering =
 verzekerde waarde : werkelijke waarde x schadebedrag
Leerdoel 4

Slide 15 - Tekstslide

150.000 : 200.000 x 20.000 = € 15.000
Geïndexeerde verzekering
  • Verzekerde bedrag wordt aangepast aan prijsstijging
  • Prijsstijging door verbouwing, vernieuwing inboedel, prijsstijgingen


  • Geïndexeerd bedrag  =      
  • bedrag in het basisjaar : 100 x indexcijfer (huidig jaar)
Leerdoel 5

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:
Blz 104 , 105 , 106 en 107
Opdracht 2 tot 11

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen vandaag
  • Je kunt uitleggen waarvoor een APV dient 
  • Je kunt het verschil tussen een inboedelverzekering en een opstalverzekering uitleggen 
  • Je kunt met gegeven informatie de premie voor een woonhuisverzekering berekenen
  • Je kunt de schadevergoeding bij onderverzekering berekenen
  • Je kunt bij indexering het verzekerde bedrag berekenen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies