In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Aan de slag
Lees 13.1 aandachtig door.
Maak de basiskennisvragen.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
13.1 leerdoelen
Je kent de bouw van de lever.
Je kunt uitleggen wat functies zijn van de lever.
Je kunt uitleggen hoe de lever bijdraagt aan het constant houden van het glucosegehalte van het bloed.
Je kunt uitleggen welke rol de lever speelt bij de verwerking van aminozuren.
Je kunt de vorming en functie van gal uitleggen.
Slide 3 - Tekstslide
13.1 de lever
krijgt bloed vanuit de poortader (voedingsstoffen) en leverslagader (zuurstof)
bloed gaat eruit via de leverader, gal verlaat de lever via de galgang
Slide 4 - Tekstslide
13.1 de lever
Slide 5 - Tekstslide
de stofwisselingscentrale
stoffen afbreken, omvormen, produceren, opslaan
invloed op bloedsamenstelling
synthese (vorming) bloedeiwitten
onwerkzaam maken gifstoffen
spijsverteringsklier (vorming gal)
uitscheidingsorgaan (afvalstoffen afvoeren via de gal)
Slide 6 - Tekstslide
aan de slag
Basiskennisvragen 13.1 , maak opgave 1
Toetsvragen 13.1, maak opgave 3
Slide 7 - Tekstslide
13.1.1 glucosegehalte van het bloed
De lever slaat te veel glucose op in de vorm van glycogeen (alleen levercellen en skeletspiercellen kunnen dit).
Is er te weinig glucose in het bloed, dan wordt glycogeen weer omgezet in glucose en afgegeven aan bloed.
Slide 8 - Tekstslide
13.1.1 glucosegehalte van het bloed
De lever slaat te veel glucose op in de vorm van glycogeen (alleen levercellen en skeletspiercellen kunnen dit).
Is er te weinig glucose in het bloed, dan wordt glycogeen weer omgezet in glucose en afgegeven aan bloed.
Slide 9 - Tekstslide
13.1.1 glucosegehalte van het bloed
De lever slaat te veel glucose op in de vorm van glycogeen (alleen levercellen en skeletspiercellen kunnen dit).
Is er te weinig glucose in het bloed, dan wordt glycogeen weer omgezet in glucose en afgegeven aan bloed.
Slide 10 - Tekstslide
Insuline
Twee taken
1. omzetten glucose in glycogeen
2. zorgt ervoor dat celmembraan glucose doorlaat
Slide 11 - Tekstslide
aan de slag
Basiskennisvragen 13.1 , maak opgave 2 en 3
Slide 12 - Tekstslide
13.1.2 aminozuren en eiwitten
lever zorgt ervoor dat er voldoende van de juiste aminozuren zijn (niet-essentiele omzetten/ bijmaken)
vormen bloedeiwitten: stollingseiwitten, transporteiwitten en bloedeiwitten voor de osmotische waarde v/h bloed
Slide 13 - Tekstslide
te veel aminozuren
... worden afgebroken
aminogroep omgezet in ureum, afgegeven aan bloed en de nieren filteren het eruit en stopt ureum in je urine
de rest wordt verbrand of omgezet in vetzuren en opgeslagen als vet
Slide 14 - Tekstslide
aan de slag
Basiskennisvragen 13.1, maak opgave 4 en 5
Toetsvragen 13.1, maak opgave 1
Slide 15 - Tekstslide
13.1.3 afbraak van rode bloedcellen ...
rode bloedcellen -
geen kern en leven 120 dagen, hemoglobine (rood bloedeiwit dat O2 kan binden)
per seconde 2 miljoen rode bloedcellen
- gevormd in rode beenmerg
- afgebroken in de lever
Slide 16 - Tekstslide
... en galvorming
hemoglobine wordt afgebroken tot
- ijzer (afgeven aan bloed, gerecyceld door beenmergcellen)
- billuribine (geel, giftig, komt in gal, helpt bij vertertering)
poepbacterien zetten gele billuribine om in bruine kleurstof
Slide 17 - Tekstslide
aan de slag
Basiskennisvragen 13.1, maak opgave 7
Slide 18 - Tekstslide
13.1.4. giftige stoffen
Ontgifting = afbreken (schadelijke) stoffen uit je bloed
- alcohol
- drugs
- medicijnen
- zware metalen
afbreken door enzymen
uitscheiden met de gal
Slide 19 - Tekstslide
beschadigde lever
Alcohol = giftig
met name hersencellen onherstelbaar beschadigd
te veel alcohol kan de lever niet aan, er ontstaat littekenweefsel = levercirrose
Slide 20 - Tekstslide
De giftigheid van parathion en para-ozon is afhankelijk van de manier van opname. Welke van de beweringen zijn juist?:
1. Para-oxon wordt in het spijsverteringskanaal of in de lever omgezet in een niet-giftige stof. 2. Parathion wordt in de lever omgezet in een niet-giftige stof. 3. Parathion wordt in het spijsverteringskanaal of in de lever omgezet in een giftigere stof.
A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
D
1, 2 en 3
Slide 21 - Quizvraag
aan de slag
Basiskennisvragen 13.1, maak opgave 6
Kijk alle gemaakte vragen na en geef aan welke je klassikaal wilt bespreken.