2.2 macht 2.0

§2.2 Macht
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

§2.2 Macht

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macht
Het vermogen om hulpbronnen( cognitief, economisch, affectief, politiek)  in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de mogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Trias Politica: driemachtenleer

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macht = asymmetrisch
Een actor kan de ander dwingen iets te doen wat die anders zelf niet had willen doen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hegemonie 
overwicht op uiteenlopende gebieden zoals politiek, handel, cultuur en ideologie, van een partij of staat over andere partijen of staten, waardoor de eerste indirecte macht over de andere kan uitoefenen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Machtsvacuüm 
Wanneer een grootmacht haar macht verliest en andere actoren deze plek nog niet ingenomen hebben 



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Machtsevenwicht
Weinig machtsverschillen tussen actoren of staten 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

machtsevenwicht/machtsvacuüm en hegemonie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informele en formele macht
  • Formele macht is vastgelegd in regels of wetten
  • Informele macht is niet officieel vastgeled

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Gezag
Gezag is macht die als legitiem wordt beschouwd.
(Erkenning van macht)

Slide 16 - Tekstslide

pagina 42
Micro-, meso- en macroniveau
Microniveau = gedrag van individuele personen

Mesoniveau = hoe gedragen groepen zich onderling

Macroniveau = gedrag op het niveau van samenlevingen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Op welk niveau is gezag hier bestudeerd? "Op 17 maart won de VVD met 34 zetels de Tweede Kamerverkiezingen"
Op welk niveau is gezag hier bestudeerd?
"Op 17 maart won de VVD met 34 zetels de Tweede Kamerverkiezingen"
A
Microniveau
B
Mesoniveau
C
Macroniveau

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

§2.4 Samenwerking en conflict
Paragraaf 4
❏    Je kent het kernconcept samenwerking en kunt deze herkennen in een bron
❏    Je kent de redenen om samen te werken en kunt deze herkennen in een bron
❏    Je kent de voorwaarden om samen te werken en kunt deze herkennen in een bron
❏    Je weet wat politieke samenwerking inhoudt
❏    Je kent het kernconcept conflict en kunt deze herkennen in een bron
❏    Je kent de conflictbenaderingen (theorieën over conflicten) van Marx en van Huntington en kunt deze herkennen in een bron
❏    Je weet wat politieke conflicten inhouden
❏    Je kent het verschil tussen manifeste en latente conflicten en kunt deze in een bron herkennen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Standpunten PVV over Israël en de Palestijnen

  • Onvoorwaardelijke steun aan Israël
  • Verplaatsing ambassade naar Jeruzalem
  • Fel tegen Palestijnse Autoriteit
  • Tweestatenoplossing, maar geen Hamas!
  • Beëindiging hulp aan Palestijnen

GL/PvdA-standpunten over Israël en de Palestijnen

  • Recht op zelfverdediging voor beide partijen
  • Tweestatenoplossing
  • Stop collectief straffen Palestijnen
  • Bevorderen mensenrechten voor Palestijnen
  • Ondersteuning voor Palestijnse samenleving

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conflict
Conflict is een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken om de eigen doelen te bereiken.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conflict
conflicten-->Sociale ongelijkheid-->conflicten

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de oorzaken voor het conflict tussen Israel en de Palestijnen
Wat is nodig voor samenwerking?

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Karl Marx (1818-1883)
Filosoof
Samuel Huntington (1927-2008)
Politicoloog
Confictbenadering van Marx en Huntington

Slide 26 - Tekstslide

Pagina 48
Photo credits S. Huntington:
Copyright World Economic Forum (www.weforum.org), swiss-image.ch/Photo by Photo by Peter Lauth - Samuel P. Huntington - World Economic Forum Annual Meeting Davos 2004

Huntington

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de denker naar de juiste opvatting
Conflict wordt veroorzaakt door materiële verschillen tussen de bezittende en de bezitlose klasse
Door sociale en culturele verschillen ontstaat conflict

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Manifeste en latente conflicten
  • Manifest conflict = er wordt openlijk tegengewerkt, het conflict is zichtbaar.
  • Latent conflict = het conflict is subtieler, verborgen.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerking
Samenwerking is het proces waarin individuen, groepen en/of staten relaties vormen om hun handelen op elkaar af te stemmen voor een gemeenschappelijk doel.

Slide 30 - Tekstslide

pagina 46
Samenwerking
Voorbeelden van antwoorden:
  • compromisbereidheid
  • onderling vertrouwen
  • wederzijdse acceptatie

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§2.5 Verhouding in een veranderende samenleving

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Democratisering
Democratisering is het proces van verandering van machts- en gezagsverhoudingen door een grotere inspraak en medezeggenschap van degene met minder macht.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Het democratiseringsproces heeft geleid tot drie soorten grondrechten.
Welke hoort er niet bij?
Het democratiseringsproces heeft geleid tot drie soorten grondrechten.
Welke hoort er niet bij?
A
Klassieke vrijheidsrechten
B
Mensenrechten
C
Politieke rechten
D
Sociale rechten

Slide 34 - Quizvraag

Pagina 50
Globalisering
Globalisering is het proces van uitbreiding en intensivering van contacten en afhankelijkheden over zeer grote afstanden en over landsgrenzen heen.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Globalisering
Hyperglobalisten wijzen op het groeiperspectief van globalisering en zijn voorstanders
Andersglobalisten vinden dat overproductie en overconsumptie moet worden gestopt en zijn tegenstanders

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Link

Optioneel als samenvatting van het hoofdstuk/de paragraaf

Slide 39 - Link

Optioneel als extra materiaal bij de les
Het dilemma van collectieve actie
  • Als mensen samenwerken om een collectief goed te realiseren is dat collectieve actie


  • Mensen kunnen profiteren van collectieve actie, zonder mee te werken
  • Dit zijn free riders

Slide 40 - Tekstslide

pagina 55
Macht
Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de mogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een docent heeft ...
A
Informele macht
B
Formele macht

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer iemand je kan dwingen om iets te doen omdat hun macht is vastgelegd in wetten of reglementen spreek je van:
A
Informele macht
B
Formele macht

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat klopt niet?
A
Macht kun je op formele en informele basis hebben
B
Macht is altijd vastgelegd in de wet
C
Vrienden hebben ook een vorm van macht
D
Macht gaat niet altijd gepaard met geweld

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies