Rekenen met overheidsingrijpen en elasticiteiten
1 / 10
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Qv = -P + 900, Qa = 3P - 100
Bereken de evenwichtsprijs en -hoeveelheid
Slide 2 - Open vraag
Is de prijs een minimum-
of een maximumprijs?
of een maximumprijs?
Slide 3 - Open vraag
Wie wordt er met
die prijs beschermd?
die prijs beschermd?
Slide 4 - Open vraag
Bereken het overschot.
Bereken het overschot bij P = 200
Qv = -P + 900
Qa = 3P - 100
Is dit een vraag- of een aanbodoverschot?
Slide 5 - Open vraag
Bereken het overschot.
Bereken het welvaartsverlies bij een P van 200.
Qv = -P + 900, Qa = 3P - 100
Slide 6 - Open vraag
De prijs van een Wendy’s hamburger is op dit moment € 4,00. Bij deze prijs worden er per maand 500 burgers verkocht.
De prijselasticiteit van de vraag naar Wendy’s hamburgers is gelijk aan -1,4.
Bereken hoeveel Wendy’s hamburgers er worden verkocht als de prijs stijgt met 6%
De prijselasticiteit van de vraag naar Wendy’s hamburgers is gelijk aan -1,4.
Bereken hoeveel Wendy’s hamburgers er worden verkocht als de prijs stijgt met 6%
Slide 7 - Open vraag
Gegeven is de vraagfunctie: Qv,Ziggo = -0,4 PZiggo + 0,2 PKPN + 10.
In de uitgangssituatie geldt: PZiggo = 20 en PKPN = 25.
Bereken de kruiselingse prijselasticiteit van de vraag naar Ziggo aansluitingen door een prijsverandering van KPN abonnementen.
In de uitgangssituatie geldt: PZiggo = 20 en PKPN = 25.
Bereken de kruiselingse prijselasticiteit van de vraag naar Ziggo aansluitingen door een prijsverandering van KPN abonnementen.
Slide 8 - Open vraag
Gegeven is het volgende verband tussen de vraag en het inkomen:
Qv = 0,005 Y + 80
In de uitgangssituatie is het inkomen € 50.000,- .
Bereken de inkomenselasticiteit van de vraag.
Qv = 0,005 Y + 80
In de uitgangssituatie is het inkomen € 50.000,- .
Bereken de inkomenselasticiteit van de vraag.
Slide 9 - Open vraag
Is hier sprake van een luxe goed, een primair goed of een inferieur goed?
