Thema 2.5 Geboorte (en herhaling)

Geboorte
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Geboorte

Slide 1 - Tekstslide

Plattegrond

Slide 2 - Tekstslide

Planning van vandaag
  • Planning tot aan de toets
  • Herhaling
  • Geboorte (2.5, laatste paragraaf) 
  • Huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Planning tot aan de toetsweek
Deze week
Volgende week
kerst-vakantie
kerst-vakantie 
week 1
week 2/start toets
* Geboorte
*Genotype & fenotoype
*Genen
*Kruisingen

*Stambomen
*herhaling
*herhaling 

Slide 4 - Tekstslide

borstgroei is een voorbeeld van een
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en Secundaire gesalchtskenmerken
D
Geen van alle

Slide 5 - Quizvraag

Waar vind de bevruchting plaats bij mensen
A
In de eierstok
B
In de baarmoeder
C
In de eileider
D
In de vagina

Slide 6 - Quizvraag

Wat regelen de geslachtshormonen?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Tertiaire geslachtskenmerken
D
Puberteit

Slide 7 - Quizvraag

Sleep de beschrijving naar het juiste begrip
Ovulatie
Innesteling
Bevruchting
Menstruatie
Het afstoten van een dee van het baarmoederslijmvlies
Het samensmelten van de zaadcelkern en de eicelkern
Het overspringen van de rijpe eicel naar de eileider
Ee klompje cellen zet zich vast in het slijmvlies van de baarmoeder

Slide 8 - Sleepvraag

Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus?
A
28
B
30
C
26
D
4

Slide 9 - Quizvraag

In welk orgaan ontstaan eicellen?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Eierstok
D
Follikel

Slide 10 - Quizvraag

wat is de eisprong
A
het bevruchten van de eicel
B
het ontstaan van de eicel
C
Het vrijkomen van de eicel
D
het afsterven van de eicel

Slide 11 - Quizvraag

Een follikel is een opengebarsten eicel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Tijdens de menstruatie
B
tijdens de ovulatie
C
Vlak na de menstruatie
D
Vlak voor de menstruatie

Slide 13 - Quizvraag

Wordt het slijmvlies van de baarmoeder tijdens de menstruatie dikker?
A
ja, tijdens de menstruatie
B
nee, na de menstruatie

Slide 14 - Quizvraag

Vinden bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Zowel menstruatie als ovulatie
B
Wel menstruatie maar geen ovulatie.
C
Wel ovulatie maar geen menstruatie.
D
Geen menstruatie en geen ovulatie.

Slide 15 - Quizvraag


wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5
A
ovulatie
B
innesteling
C
menstruatie
D
bevalling

Slide 16 - Quizvraag

Je ziet bovenaan een klein bolletje.
Wat is dat?
A
De menstruatie
B
De eisprong = ovulatie
C
De afbraak van het baarmoederslijmvlies
D
Een zaadcel die de eicel bevrucht

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noem je de
4 tot 7 dagen
vóór de pijl?
A
Ovulatie
B
Menstruatie
C
Periode van vruchtbaarheid
D
Masturbatie

Slide 18 - Quizvraag

Vinden bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Zowel menstruatie als ovulatie
B
Wel menstruatie maar geen ovulatie.
C
Wel ovulatie maar geen menstruatie.
D
Geen menstruatie en geen ovulatie.

Slide 19 - Quizvraag

Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?
A
Om bevruchting mogelijk te maken
B
Om innesteling mogelijk te maken
C
Om menstruatie mogelijk te maken

Slide 20 - Quizvraag


In welke periode vindt menstruatie plaats?
A
In periode P
B
In periode Q
C
In periode R
D
In periode S

Slide 21 - Quizvraag

De schaamlippen bij een vrouw zijn
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
alleen de man heeft schaamlippen

Slide 22 - Quizvraag

Aan welke geslachtskenmerken kun je het verschil zien tussen jongens en meisjes?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundarie geslachtskenmerken
D
Aan geen van beiden

Slide 23 - Quizvraag

De borsten van de vrouw zijn
A
primaire geslachtskenmerken
B
secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
primaire en secundaire geslachtskenmerken

Slide 24 - Quizvraag

Primaire geslachtskenmerken
ontstaan in de puberteit?
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

De penis en de balzak zijn...
A
Primaire geslachtslenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken

Slide 26 - Quizvraag


Wat is een ander woord voor eisprong
A
Orgasme
B
Organisme
C
Ovulatie
D
Innesteling

Slide 27 - Quizvraag

Rondere lichaamsvorm en borsten
A
zijn primaire geslachtskenmerken
B
zijn secundaire geslachtskenmerken

Slide 28 - Quizvraag

In de puberteit verander je,
dit komt door....
A
De groeispurt
B
Hormonen
C
School
D
de primaire geslachtskenmerken

Slide 29 - Quizvraag

Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
De Borsten
De Penis
De Vagina
Schaamhaar
Groeispurt
Borsthaar
Brede heupen
Schaamlippen
De Balzak
Baard in de keel

Slide 30 - Sleepvraag

Wat is het vrouwelijk geslachtshormoon?
A
Progesteron
B
Testosteron
C
Adrenaline
D
Oestrogeen

Slide 31 - Quizvraag

Geboorte

Slide 32 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • beschrijven welke fasen er tijdens de geboorte worden doorlopen. 
Begrippen
weeën
ontsluiting
uitdrijving
persweeën
nageboorte

Huiswerk

 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

balzak
voorhuid
eikel
zaadblaasje
zwellichaam
teelbal
bijbal
prostaat
zaadleider
urinebuis
penis
urineblaas
3
2
1
4
5
6
7
8
9
10
11
12

Slide 35 - Sleepvraag

baarmoeder
urinebuis
vagina
eierstok
eileider
urineblaas
binnenste
schaamlip
clitoris
buitenste 
schaamlip
1
2
3
4
5
6
7
8
9

Slide 36 - Sleepvraag

Bevalling in 5 stappen
1. indaling
2. ontsluiting
3. breken van de vruchtvliezen
4. uitdrijving
5. nageboorte

Slide 37 - Tekstslide

Indaling 
Weeën: spieren in de baarmoeder trekken steeds krachtiger samen

Slide 38 - Tekstslide

Ontsluiting
Tijdens de weeën worden de baarmoederhals en baarmoedermond wijder

Slide 39 - Tekstslide

Breken van de vruchtvliezen
door het wijder worden van de baarmoeder en de baarmoedermond

Slide 40 - Tekstslide

Uitdrijving
de weeën worden krachtig, spieren in de buikwand trekken samen. 
Met persweeën komt de baby naar buiten. 

Slide 41 - Tekstslide

Nageboorte
Ongeveer een kwartier na de geboorte door middel van naweeën.
bestaat uit de placenta, resten van de navelstreng en vruchtvliezen

Slide 42 - Tekstslide

Huiswerk
Basisstof 2.5 Geboorte opdracht 1 tm 5 (blz 110)

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide