Les 4
1 / 33
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Politiek is
A
van algemeen belang
B
het werk van ambtenaren
C
alles wat in Den Haag gebeurd
D
Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wel van algemeen belang
Niet van algemeen belang
Veiligheid op straat
Folders bezorgen in Appingedam
Goede gezondheidszorg
Kapotte brievenbus in Delfzijl
Goede treinverbindingen
Goed onderwijs
Slide 13 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Nederland is een democratie.
Wat betekent democratie?
A
Het volk regeert
B
Het kabinet regeert
C
De regering regeert
D
De koning regeert
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een directe democratie?
A
Volksvertegenwoordigers worden gekozen en beslissingen namens de bevolking
B
Inwoners in een gebied hebben zelf de mogelijkheid te beslissen over politieke kwesties.
C
Volksvertegenwoordigers die samen in de politiek zitten en beslissingen nemen.
D
Bevolking die namens de politiek beslissingen nemen over hun vakgebied
Slide 15 - Quizvraag
Definitie Directie democratie:
Een vorm van democratie waarin inwoners van een gebied zelf over politieke kwesties beslissen. Zoals een referendum.
actief kiesrecht
A
Rechten die erg belangrijk zijn.
B
Rechten over de zorggebieden van de overheid, d.w.z. gebieden die het welzijn van de burgers bevorderen (volksgezondheid, milieu, werkgelegenheid, onderwijs).
C
Als je zelf gaat stemmen.
D
Als je jezelf laat kiezen.
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
passief kiesrecht
A
Rechten die erg belangrijk zijn.
B
Rechten over de zorggebieden van de overheid, d.w.z. gebieden die het welzijn van de burgers bevorderen (volksgezondheid, milieu, werkgelegenheid, onderwijs).
C
Als je zelf gaat stemmen.
D
Als je jezelf laat kiezen.
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je mag voor je 18e jezelf verkiesbaar stellen (passief kiesrecht)
A
Juist
B
Onjuist, pas vanaf je 21ste kan dit
C
Onjuist, dit kan vanaf je 18e jaar
D
Onjuist, je moet minimaal 25 jaar hiervoor zijn
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
LINKS
MIDDEN
RECHTS
Er moet strenger worden gestraft
Van gevangenisstraf is nog nooit iemand
beter geworden
Wie voor de derde keer voor geweld wordt
veroordeeld moet automatisch levenslang
krijgen
Slide 19 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
LINKS
MIDDEN
RECHTS
Hier is geen plaats voor mensen die zich
niet willen aanpassen
Een land waar veel culturen naast elkaar
leven
Ik vind alles best, als ik er maar geen last
van heb
Slide 20 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat betekent: confessionalisme
A
Een stroming die het milieu belangrijker vindt dan de economie.
B
Stroming die uitgaat van de Bijbel
C
Stroming die streeft naar een zo groot mogelijke mate van gelijkheid
D
Stroming die streeft naar zo groot mogelijke vrijheid
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het liberalisme?
A
Politieke stroming die opkomt voor zoveel mogelijk gelijkheid voor alle burgers.
B
Politieke stroming die opkomt voor zoveel mogelijk vrijheid voor alle burgers.
C
Economische stroming die opkomt voor zoveel mogelijk vrijheid voor alle burgers.
D
Economische stroming die opkomt voor zoveel mogelijk gelijkheid voor alle burgers.
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat betekent: socialisme
A
Een stroming die het milieu belangrijker vindt dan de economie.
B
Een verzameling mensen die hetzelfde denkt over bepaalde zaken.
C
Stroming die streeft naar een zo groot mogelijke mate van gelijkheid
D
Een manier van aankijken tegen de maatschappij en hoe de maatschappij zou moeten zijn
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
CDA
A
socialisme
B
liberalisme
C
confessionalisme
D
ecologische
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
SP
A
socialisme
B
populistische
C
confessionalisme
D
ecologische
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Liberalisme is
A
Links
B
Rechts
Slide 26 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het socialisme?
A
politieke stroming die
gelijke rechten wil
voor mannen en vrouwen
B
politieke stroming die opkomt
voor zoveel mogelijk vrijheid
voor de bevolking
C
politieke stroming die
uitbuiting van arbeiders door fabriekseigenaren wil stoppen
D
politieke stroming waarbij
bedrijven zo veel mogelijk
winst kunnen maken
Slide 27 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Liberalisme
A
Stroming die streeft naar zo groot mogelijke vrijheid.
B
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.
C
Democraten 66.
D
Stroming die uitgaat van de bijbel (het evangelie).
Slide 28 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Iedereen moet hetzelfde verdienen
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Confessionalisme
Slide 29 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Katholieke scholen moeten geld krijgen van de overheid
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Confessionalisme
Slide 30 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De overheid moet zich niet zo veel met de burgers bemoeien
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Confessionalisme
Slide 31 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De burger is zelf verantwoordelijk voor alles wat hij/zij nodig heeft in het leven
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Confessionalisme
Slide 32 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Iedereen mag beslissen over zijn/haar eigen leven
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Confessionalisme
Slide 33 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
