Persoonlijke leerdoelen

• SLB en project
• MBO
• Studiejaar 1

Persoonlijke Leerdoelen

In deze les

                                         - Persoonlijk leerdoelen herkennen

                                          - Doelen SMART formuleren

 

Persoonlijk leerdoel

Wanneer je gaat kijken naar een persoonlijk leerdoel ga je voornamelijk kijken naar wat jij wil leren. Wat vindt jij moeilijk? Bijvoorbeeld , ik vind het moeilijk om in een volledig nieuw team te starten met de stage. 

Hier ga je dan een leerdoel van maken.

Waar denk je aan bij persoonlijke leerdoelen?

Welke leerdoelen passen goed bij een stage?

• Geef zoveel mogelijk voorbeelden van jouw leerdoelen.
    Dit mag over van alles gaan
  
  
• Schrijf nu 3 leerdoelen op die goed passen bij stagelopen

Opdracht 

Vervolg opdracht

Maak de 3 leerdoelen SMART.

Sla het op in je One Drive

Deel deze leerdoelen met je coach.

Verschillende doelen

Vaardigheid

Kennis

Houding

Vaardigheidsdoel 

Dit doel is gebaseerd op de vaardigheden die je nog niet volledig beheerst. Welke vaardigheid wil je op je stage leren?

Dit kan zo simpel zijn als het leren begroeten van alle bezoekers.

Kennisdoel

Kennisdoelen beschrijven de kennis die noodzakelijk is voor het gewenste gedrag. Bij de kennisdoelen kun je onder andere gebruikmaken van de werkwoorden 'weten', 'begrijpen', 'benoemen', 'inzicht hebben' en varianten daarop.

Kennisdoel

• Jullie hebben hierin verschillende doelen beschreven zoals kennis over dementie verbeteren. 
• Wat jullie nu mogen doen is naar je stage kijken waar kom je terecht en is dan dementie het enige wat je tegenkomt.
• Wat zou je nog meer willen weten?  

Houdingsleerdoel

Ga je leren op het gebied van houding (geestelijke houding, dus: meningen, motieven, waarden, normen, opstelling).

Hoe ga je aan het werk?

• Maak voor elk soort doel 1 leerdoel voor jezelf voor je stage
• Noteer dit in Word.
• Sla op in je OneDrive. Lever in aan het einde van de les

Persoonlijk leerdoel uitwerken

We gaan stap voor stap een leerdoel SMART formuleren

Gebruik één van de leerdoelen die bij Stage hoort

Opdracht B

Specifiek

• Wat
• Waar
• Wanneer

"Hoe concreter, hoe beter" 

Opdracht 1: Beschrijf een persoonlijk doel in een word bestand

W-vragen kunnen helpen:

Wat wil je bereiken?

Wie of wat is erbij betrokken?

Waar gaat het gebeuren?

Wanneer gebeurt het?

Waarom wil je het bereiken?

Meetbaar

• Ik vraag elke dag op school 1 x om feedback.
• Elke keer als ik op stage een nieuwe taak moeilijk vind om te doen, zeg ik dit tegen de collega met wie ik samen werk.
• Elke week als ik twee dagen stage loop, werk ik aan 1 opdracht uit mijn stagemap. 

Opdracht 2: Maak nu je persoonlijke doelstelling meetbaar.

  Acceptabel

"Is het doel aantrekkelijk genoeg om te halen?"

"Zie jij jezelf dit doel halen?"

   Tijdsgebonden 

Het beste doel heeft een start en een eindtijd!

Opdracht 3: maak je persoonlijke doelstelling tijdsgebonden

Wanneer is een doel realistisch?

1. Als je het doel kan opschrijven
2. Als je het doel kan halen
3. Als je het doel kan uitvoeren
4. Als je het doel kan presenteren

  Realistisch

"Heb ik de mogelijkheden 

om de doelstelling 

te behalen?"

Leerdoelen tijdens stage 

• Leerdoelen kun je altijd bijstellen en je kunt leerdoelen erbij maken. Zo blijf je gedurende de gehele stage aan het werk aan je leerdoelen. 

Leerdoelen bijstellen

• Ik heb jullie allemaal feedback gegeven op jullie leerdoelen kijk nog eens naar de leerdoelen en probeer met de feedback de doelen te verbeteren.
• Ik loop hiervoor langs. 

SMART leerdoelen, voorbeeld

 S: Ik wil na afloop van stage inzicht in van de afdeling krijgen

M: Ik wil weten wat ik aan het einde van mijn 3 jaar wil gaan doen.

A: Ik weet waarom ik dit wil.

R: er zijn 4 stageplekken die wij krijgen en ik denk dat daar een leuke afdeling tussen zit.

T: na 4 jaar waar ik stage heb gelopen. 

Is dit een SMART leerdoel?

Ja

Nee

Voorbeeld

Ik kan na 3 weken stage lopen een zorgvrager zelfstandig helpen met avondeten.

Is deze SMART geformuleerd?

Is dit SMART geformuleerd?

Ja

Nee

Ik zou graag collega´s op de afdeling willen leren kennen, Ik zou dan makkelijker vragen kunnen stellen en beter samen kunnen werken. Dit zou ik graag ze snel mogelijk willen doen zodat het niet ongemakkelijk word en ik sneller dingen kan leren. 

Nog een voorbeeld

​S – samenwerken met collega’s

​M – goed kunnen overleggen met anderen en samen besluiten kunnen maken

​A – naar anderen luisteren en dat anderen naar mij luisteren

​R – samen met collega’s problemen enz. kunnen oplossen

​T – na de eerste stage in leerjaar 1 (10 weken, 160 uur)