P6 Herhalingsles Criminaliteit en Rechtsspraak

Wat moet je leren voor SE P6?
(naast stukje Massamedia en AMV )

1. Wat is criminaliteit?
2. Ons beeld van criminaliteit
3. Oorzaken van criminaliteit
4. Nederland is een rechtsstaat 
5. Het strafrecht
6. Van politie naar officier
7. Voor de rechter
8. Straf
9. Criminaliteitsbeleid
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
MASKMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat moet je leren voor SE P6?
(naast stukje Massamedia en AMV )

1. Wat is criminaliteit?
2. Ons beeld van criminaliteit
3. Oorzaken van criminaliteit
4. Nederland is een rechtsstaat 
5. Het strafrecht
6. Van politie naar officier
7. Voor de rechter
8. Straf
9. Criminaliteitsbeleid

Slide 1 - Tekstslide

1. Een bijkomende straf is altijd in combinatie met een...
A
taakstraf
B
hoofdstraf
C
maatregel

Slide 2 - Quizvraag

2. Wat is een voorbeeld van een bijkomende straf?
A
Tbs
B
Gebiedsverbod
C
Afpakken van winst uit het delict
D
Schadevergoeding voor het slachtoffer

Slide 3 - Quizvraag

3. Hoe noem je een oproep om naar de rechtbank te komen?

A
Een proces-verbaal.
B
Een dagvaarding.
C
Een schikking.
D
Seponeren.

Slide 4 - Quizvraag

4. Je hebt iemand zwaar mishandeld. Naar welke rechtbank ga je?
A
Gerechtshof
B
Meervoudige kamer
C
Politierechter
D
Hoge Raad

Slide 5 - Quizvraag

5. Wanneer je in cassatie gaat kom je uit bij:
A
De Rechtbank
B
De Hoge Raad
C
Het Gerechtshof

Slide 6 - Quizvraag

7. Als je het niet eens bent met de uitspraak van de rechtbank ga je...
A
Naar de Hoge Raad
B
In Cassatie
C
Naar een Gerechtshof
D
Naar een Kantonrechter

Slide 7 - Quizvraag

6. Deze rechter behandelt overtredingen
A
Politierechter
B
Rechtbank
C
Kantonrechter
D
Gerechtshof

Slide 8 - Quizvraag

8.Wat is de maximale strafmaat voor moord?
A
15 jaar onvoorwaardelijk
B
20 jaar onvoorwaardelijk
C
30 jaar onvoorwaardelijk
D
levenslang

Slide 9 - Quizvraag

9. De strafmaat voor wietteelt hangt af van het aantal planten en aantal oogsten dat je hebt gehad. Wat is de strafmaat bij een kwekerij van 100 planten?
A
Onvoorwaardelijke gevangenisstraf van maximaal 2 jaar.
B
Geldboete van 500 euro en voorwaardelijke gevangenisstraf.
C
Geldboete van 1000 euro, taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf.
D
Geldboete van 2000 euro en onvoorwaardelijke gevangenisstraf van maximaal 1 jaar.

Slide 10 - Quizvraag

10. Welke theorie hoort bij de volgende omschrijving: ''Gelegenheid maakt de dief.''?
A
Bindingstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie

Slide 11 - Quizvraag

11. Wat zijn maatschappelijke bindingen?
A
Familie, vrienden, collega's
B
andere criminele vrienden

Slide 12 - Quizvraag

12. Welke criminaliteitstheorie verklaart het beste dat jongeren uit bepaalde ‘slechte’ buurten meer met de politie in aanraking komen?
A
De aangeleerd gedragstheorie
B
De etikettentheorie.
C
De bindingstheorie.
D
De anomietheorie.

Slide 13 - Quizvraag

13. Welke bindingen heb je met je ouders?
A
Economische bindingen
B
Kennisbindingen
C
Gevoelsbindingen
D
Politieke bindingen

Slide 14 - Quizvraag

14. Johan heeft net verkering gekregen. Hij besluit om geen fietsen meer te gaan stelen omdat hij bang is dat zijn vriendin het dan zal uitmaken.
A
Persoonlijkheidstheorie
B
Bindingstheorie
C
Etiketteringstheorie
D
Gelegenheidstheorie

Slide 15 - Quizvraag

15. Een immaterieel gevolg is
A
slapeloze nachten
B
een nieuwe voordeur
C
een trauma
D
extra beveiligers in de winkel

Slide 16 - Quizvraag

16. Hieronder staan gevolgen van criminaliteit.
Wat is GEEN immaterieel gevolg?
A
normvervaging
B
morele verontwaardiging
C
slapeloze nachten
D
de politiecijfers kloppen niet

Slide 17 - Quizvraag

17. Mogen in de Opiumwet strafbepalingen worden opgenomen?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

18. Waarom bestaat de Opiumwet?
A
Voor privacy
B
Controleren welke geneesmiddelen er zijn
C
Gebruik te beperken
D
Illegaal handel te dimmen

Slide 19 - Quizvraag

19. Wat is eigenrichting?
A
eigenrichting is de rechtstaat
B
eigenrichting is een verkeersbord
C
eigenrichting is strafbaar
D
eigenrichting is het spelen van eigen rechter

Slide 20 - Quizvraag

20. Sinds 2001 mogen homo's trouwen in Nederland. In Nigeria krijg je hiervoor een hoge straf, dus hier is sprake van
A
Plaatsgebonden criminaliteit
B
Tijdsgebonden criminaliteit

Slide 21 - Quizvraag

21. Van welke soort criminaliteit is hier sprake ?
A
plaatsgebonden criminaliteit
B
tijdsgebonden criminaliteit

Slide 22 - Quizvraag

22. Wat is eigenrichting?
A
verbaasd zijn over de rechtsregels
B
voor eigen rechter spelen
C
trauma's zelf verwerken
D
de baas spelen

Slide 23 - Quizvraag

23. Wat zijn de machtsmiddelen van de politie?
A
Geweld
B
Overtuigingskracht
C
Aanzien of status
D
Functie / Beroep

Slide 24 - Quizvraag

24. Wat mag de politie niet?
A
een boete opleggen
B
arresteren
C
een huis ingaan met een huiszoekingsbevel
D
fouilleren

Slide 25 - Quizvraag

25. Er moet meer politie komen, is een
............ standpunt.
A
Links
B
Rechts

Slide 26 - Quizvraag

26. De taken van de politie staan beschreven in de wet, waarom is dat?
A
Voor rechtshandhaving
B
Voor de reclassering
C
Voor rechtsbescherming
D
Voor de vrijheid

Slide 27 - Quizvraag

27. Wat is recidive ?

Slide 28 - Open vraag

28. Wat is lik-op-stuk beleid ?

Slide 29 - Open vraag

29. In welk beleid gelooft de overheid het meeste bij de bestrijding van criminaliteit ?

Slide 30 - Open vraag

30. Noem 3 beleidsterreinen (= plan, hoe pak je het aan) van de overheid bij de bestrijding van criminaliteit.

Slide 31 - Open vraag