Hoofdstuk 8 De Rechtelijke macht

Hoofdstuk 8
De Rechtelijke Macht.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BOAMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8
De Rechtelijke Macht.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. De organisatie van de rechtelijk macht omschrijven
  2. In hoofdlijnen omschrijven hoe de rechtbank is georganiseerd.
  3. In hoofdlijnen omschrijven hoe het gerechtshof is georganiseerd.
  4. In hooflijnen omschrijven hoe de hoge raad werkt
  5. De taak van de procureur-generaal omschrijven 

Slide 2 - Tekstslide

Welke 3 soorten gerechten 
(geen eten) zijn er?

Slide 3 - Tekstslide

  1. Rechtbanken (in eerste aanleg worden hier alle strafbare feiten berecht)
  2. Gerechtshoven (Hier behandeld men beroepszaken)
  3. Hoge Raad.(Hier houden ze zich bezig met cassatierechtspraak)

Slide 4 - Tekstslide

Door welke bepalingen wordt de onafhankelijkheid van de leden van de gerechtshoven beschermd ?
Art 117 en 121 Grondwet

Slide 5 - Tekstslide

  1. De leden van de rechtelijk macht met rechtspraak belast en de procureur-Generaal bij de hoge raad worden bij koninklijk besluit voor het leven benoemd.
  2. Bij uitzondering van de gevallen vinden de terechtzittingen in het openbaar plaats. (zeden zaken en zaken met minderjarige)

Slide 6 - Tekstslide

De leden van het OM worden ook wel de Staande Magistratuur genoemd. Hoe noem je de rechters?
A
Knielende Magistratuur
B
Liggende Magistratuur
C
Zittende Magistratuur
D
Springende Magistratuur

Slide 7 - Quizvraag

Omschrijf de volgende begrippen:
"Rechter"
"Vonnis"
"Arrondissement"

Slide 8 - Tekstslide

Rechter--> Is een voor het leven benoemde, dus onafhankelijke ambtsdrager, die op grond van wettelijke bepalingen recht spreekt.
Vonnis--> De uitspraak van een rechter binnen de rechtbank heet vonnis
Arrondissement--> Is het rechtsgebied van een rechtbank

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de "Kantonrechter" en welke zaken behandeld hij?

Slide 10 - Tekstslide

Een kantonrechter is een rechter binnen de rechtbank, die als alleensprekende rechter overtredingen en andere kantonzaken behandeld. (civiele zaken tot een bepaald bedrag, arbeidszaken, huurzaken)

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een "politierechter
en wat doet hij?

Slide 12 - Tekstslide

Een politierechter is een strafrechter binnen de rechtbank, die als alleensprekende rechter strafzaken van eenvoudige aard in eerste aanleg behandeld en daarbij geen hogere strafstraf dan 1 jaar gevangenisstraf mag opleggen. (eenvoudige diefstallen, mishandeling, vernieling en rijden onder invloed)

En wat nu als de zaak ingewikkeld is of er meer dan 1 jaar geëist gaat worden?

Slide 13 - Tekstslide

Als een zaak te ingewikkeld is of als het OM van plan is een zwaardere straf dat 1 jaar gevangenisstraf te eisen wordt de zaak behandeld door de meervoudige kamer.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de "Economische politierechter" en wat doet deze?

Slide 15 - Tekstslide

Een economische politierechter is een stafrechter binnen de rechtbank, die als alleensprekende rechter economische delicten van eenvoudige aard in eerste aanleg behandeld en daarbij geen hogere straf dan 1 jaar gevangenisstraf mag opleggen. (Milieuwet, winkelsluitingstijden)
En wat nu als de zaak ingewikkeld is of er meer dan 1 jaar geëist gaat worden?

Slide 16 - Tekstslide

Zeer ingewikkelde economische strafzaken of zaken waarin meer dan 1 jaar gevangenisstraf geëist gaat worden zal de meervoudige economische kamer de zaak behandelen.

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een "kinderrechter" en wat doet deze?

Slide 18 - Tekstslide

De kinderrechter is een alleensprekende rechter die kinderzaken behandeld.
Betreft misdrijven die begaan zijn door jeugdige personen. dit zijn kinderen die de leeftijd van 12 jaar wel, maar de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt hebben op het moment dat zij het feit pleegden.

Slide 19 - Tekstslide

Omschrijf de volgende begrippen van de gerechtshoven:
  1. Raadsheer
  2. Arrest
  3. Hoger beroep
  4. Ressort

Slide 20 - Tekstslide

  1. Raadsheer--> is de naam van de rechter bij het gerechtshof of de hoge raad.
  2. Arrest--> is de benaming van de uitspraak van een gerechtshof of hoge raad.
  3. Hoger beroep--> is een beroep tegen een uitspraak van de rechtbank.
  4. Ressort-->is een gerechtsgebied met diverse rechtbanken en arrondissementen.

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de "Hoge Raad" en wat doet deze ?

Slide 22 - Tekstslide

De Hoge Raad is de hoogste rechtsprekende instantie in Nederland. Zij doen aan rechtsbescherming als lagere rechters fouten maken of hun oordelen onvoldoende motiveren.

De Hoge Raad beslist met 5 rechters over de cassatie zaak

Slide 23 - Tekstslide

De Hoge Raad behandeld zaken als er geen ander rechtsmiddel meer open staat. hierbij wordt enkel gekeken of de rechters de juiste procedures hebben gevolgd en de uitspraken goed gemotiveerd zijn. Inhoudelijk zal er niet meer naar de zaak gekeken worden.
Indien er fouten zijn gemaakt kunnen de raadsheren het vonnis van de lagere rechter vernietigen.

Slide 24 - Tekstslide

Wat is Cassatie?
A
Een nieuw Frans gerecht
B
Hoger beroep tegen een uitspraak van lagere rechters
C
Een uitspraak van de rechters
D
Het recht om te mogen zwijgen in de rechtzaal

Slide 25 - Quizvraag

Welke Zaken behandeld de Hoge Raad wel inhoudelijk?

Slide 26 - Tekstslide

Ambtsmisdrijven en ambtsovertredingen door leden van de Staten-Generaal, Ministers en Staatssecretarissen.

Slide 27 - Tekstslide

Wat is de rol van de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad?

Slide 28 - Tekstslide

De Procureur-Generaal geeft leiding aan het Parket van de Hoge Raad en hij vervolgd indien  nodig de leden van de Staten Generaal, Ministers en Staatssecretarissen bij Ambtsmisdrijven en Ambtsovertredingen. Hij verleent Cassatie in belang der wet (als er bijvoorbeeld sprake is van ongewenste verschillen tussen uitspraken van lagere rechters) Zorgt dus voor 1 lijn in de uitspraken

Slide 29 - Tekstslide

Voordat de rechter uitspraak doet moet hij zeker zijn van 3 zaken welke zijn dit?

Slide 30 - Tekstslide

  1. Of bewezen is dat het feit door de verdachte is begaan.
  2. Of het bewezen verklaarde feit volgens de wet een strafbaar feit oplevert
  3.  Of de verdachte hiervoor strafbaar is

Slide 31 - Tekstslide

Welke wettige bewijsmiddelen worden uitsluitend erkend?

Slide 32 - Tekstslide

  1. Eigen waarneming van de rechter
  2. Verklaringen van de verdachte
  3. Verklaringen van de getuige
  4. Verklaringen van de deskundige
  5. Schriftelijke bescheiden, zoals het proces-verbaal van de opsporingsambtenaar. 

Slide 33 - Tekstslide

Als de rechter uitspraak doet, kan hij kiezen uit 3 zaken, welke zijn dit?

Slide 34 - Tekstslide

  1. Veroordeling --> straf of een maatregel opleggen
  2. Vrijspraak--> Als de rechter het aangevoerde bewijs niet bewezen acht en de rechter kan niet bepalen of de verdachte het strafbare feit gepleegd heeft spreekt hij deze vrij.
  3. Ontslag van alle Rechtsvervolging (AVAS): als het feit niet strafbaar is of als de verdachte ivm het feit niet strafbaar is (strafuitsluitingsgronden)

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide