Kerstmisles incl oefenen schrijven

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Wij zoeken:

medewerkers foodtrucks

juni, juli en augustus


Werkzaamheden
- op- afbouw foodtrucks
- bereiden van maaltijden / snacks
- bediening / afwas / opruimen


Wij vragen:
- relevante ervaring
- echte teamplayers
- enthousiaste aanpakkers



Stuur je sollicitatiebrief en cv naar Studentenjobs, gericht aan Katy Cayen Wagenweg 42 2012 BP Haarlem



Slide 2 - Tekstslide

Je wilt graag wat bijverdienen voor je vakantie in Griekenland de laatste twee weken van augustus. Op 30 juni begint je vakantie, dus je zou zes weken kunnen werken op een foodtruck. Bovendien heb je ervaring in de horeca, omdat je vaak invalt in een café in de buurt.

Op 1 juni schrijf je een sollicitatiebrief voor deze baan, waarin je mevrouw Cayen ervan probeert te overtuigen dat jij een geschikte kandidaat bent. Schrijf nu de inleiding van je sollicitatiebrief.

timer
4:00

Slide 3 - Open vraag

Je gaat nu de slotalinea schrijven van jouw sollicitatiebrief.
timer
3:00

Slide 4 - Open vraag


Welk boek is het meest
gelezen boek ter wereld?
A
Fifty Shades of Grey
B
de Koran
C
de Bijbel
D
Harry Potter

Slide 5 - Quizvraag

Briefhoofd:
- Gegevens afzender
- Gegevens bedrijf 
Plaats, datum
Betreft:
Aanhef
Inleiding


Middenstuk

Slot
Afsluiting (Groet)

Slide 6 - Tekstslide

Schrijfwijze van namen
  • Je schrijft een hoofdletter waar de naam begint
  • Dit kan de voornaam zijn, maar ook de achternaam
  • Let goed op bij de tussenvoegsels (de, van, van der, etc.)
  • In de aanhef gebruik je alleen de achternaam 
  • Onderaan schrijf je altijd je eigen voornaam en achternaam



Slide 7 - Tekstslide

De opmaak
  • Vul de onderwerpsregel in  (kort en bondig)

  • Aanhef
  • Inleidende zin
  • Alinea 1
  • Alinea 2
  • Afsluitende zin
  • Slotformule
  • Naam

Slide 8 - Tekstslide

De inleidende zin
  • In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
  • Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.

Slide 9 - Tekstslide

Het middenstuk
  • Je zakelijke e-mail bestaat altijd uit minimaal twee alinea's in het middenstuk 
  • In deze alinea's beschrijf je de meeste verplichte punten uit de opdracht 
  • Maak gebruik van de situatiebeschrijving om de verplichte punten te verwerken 
  • Staat de info niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf! 
  • Beschrijf deze punten kort en bondig 
  • Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten

Slide 10 - Tekstslide

Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Je kan hier vaak het laatste verplichte punt voor gebruiken.
  • Ik hoop spoedig van u te horen.
  • Ik ontvang graag snel een reactie.
  • Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.

Slide 11 - Tekstslide


Waar eet men kniepertjes
rond de jaarwisseling?
A
In Drenthe en Groningen
B
Gewoon thuus
C
In Drenthe, Groningen en in Twente
D
In Drenthe, Groningen, Twente, Salland en de Achterhoek

Slide 12 - Quizvraag

Kleine letter
of hoofdletter?
A
Kerst, hoofdletter
B
kerst, kleine letter
C
KERST, alleen maar hoofdletters

Slide 13 - Quizvraag

Wat vieren we met Kerstmis?
A
Het overlijden van Jezus
B
Het overlijden van de Kerstman
C
De geboorte van Jezus
D
Jezus staat op uit het graf.

Slide 14 - Quizvraag

Maanden, dagen en
windrichtingen schrijven
we met...
A
Kleine letters
B
Hoofdletters
C
Maanden en dagen kleine letter, windrichting hoofdletter
D
Ich hab keine Ahnung

Slide 15 - Quizvraag

Verbeter de volgende zin:

Houd je broer niet van het Kerstontbijt
omdat, hij s'ochtends alleen koffie drinkt?

Slide 16 - Open vraag

Verbeter de volgende zin:


Ik hou rekenschap met de maatregelen.

Slide 17 - Open vraag

Wat is de juiste vervoeging?



Rudolf heeft mijn e-mail nog niet .......... .
A
beantwoordt
B
beantwoord
C
beantwoort

Slide 18 - Quizvraag




Daarom is het van belang dat
er een nieuwe .......... komt op de kerstafdeling.
A
koffie-automaat
B
koffieautomaat
C
koffie automaat
D
koffiëautomaat

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de juiste vervoeging?


Mozes .......... zijn zorgvrager.
A
douchet
B
douchd
C
douched
D
doucht

Slide 20 - Quizvraag





Maria (zuchten) vanochtend toen ze hoorde dat ze te laat was.
A
zucht
B
zuchte
C
zuchtte
D
zuchde

Slide 21 - Quizvraag

d of t of dt ??



Vandaag verbran..... Jozef zijn vingers vast weer!
A
t
B
d
C
dt

Slide 22 - Quizvraag


Welke letter of letters moeten er op
de puntjes komen te staan?


Vin... jij dat nieuwe liedje van de feestdagen ook zo leuk?
A
t
B
d
C
tt
D
dd

Slide 23 - Quizvraag

Maak het woord af met een d, dt of t.



Judas besef__ de gevolgen van zijn gedrag niet.
A
d
B
dt
C
t

Slide 24 - Quizvraag

Geef bij de volgende stelling twee argumenten voor OF tegen:

Ik vind dat je ook in de kerk
verplicht een mondkapje moet dragen.

Slide 25 - Open vraag




De kerstdagen zijn voor mij...
A
Gezellige dagen
B
Beladen dagen
C
Geen bijzondere dagen, gewone dagen
D
Druk druk druk

Slide 26 - Quizvraag

We ronden de les af.

Heb jij nog vragen of opmerkingen?

Slide 27 - Open vraag

Ik wens jullie fijne feestdagen en ik zie jullie weer in 2021!

Slide 28 - Tekstslide