3.8: Overige dieren
1 / 22
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Een bacterie bestaat uit:
A
1 cel
B
2 cellen
C
meer cellen
Slide 3 - Quizvraag
Een bacterie heeft een celwand?
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quizvraag
Een bacterie heeft bladgroenkorrels?
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quizvraag
Een bacterie heeft een celkern?
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quizvraag
Hoe planten bacteriën zich voort?
Slide 7 - Open vraag
Mayke zegt dat sla kan bederven door bacteriën, het stinkt dan.
Görkem zegt dat bij de bereiding van yoghurt bacteriën worden gebruikt
Görkem zegt dat bij de bereiding van yoghurt bacteriën worden gebruikt
A
Beide waar
B
Beide nietwaar
C
Mayke: waar
Görkem: nietwaar
D
Mayke: nietwaar
Görkem: waar
Slide 8 - Quizvraag
Wat zijn twee gunstige omstandigheden voor bacterien?
A
Koude temperatuur en vocht
B
Droog en voedsel
C
Warmte en droog
D
Warmte en vocht
Slide 9 - Quizvraag
Schimmels zijn opgebouwd uit
A
sporen
B
wortels
C
plaatjes
D
draden
Slide 10 - Quizvraag
Hoe planten schimmels zich voort?
Slide 11 - Open vraag
Bacteriën
schimmels
dieren
planten
geen celwand
bladgroen korrels
geen celkern
wel celwand,
celkern, geen bladgroenkorrels
