LOB Debatteren

LOB: Debatteren
Mevrouw Voort
22 mei 2024
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LOB: Debatteren
Mevrouw Voort
22 mei 2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
1. Lesdoelen bespreken
2. Theorie debatteren
3. Actuele onderwerpen in de veehouderij
4. Debatteren
5. Terugkoppelen lesdoelen
6. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen: Debatteren.

  • Je weet wat een debat is
  • Je weet wat het verschil is tussen een discussie en een debat

  • Je kunt actuele onderwerpen en uitdagingen binnen de veehouderij benoemen en beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een debat is een discussievorm waarbij een stelling wordt verdedigd of juist bestreden.
Eigenlijk is het een sport: duelleren met woorden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekvechten voor gentlemen

  • Het is de kunst om je wapens (woorden) zo goed   mogelijk in te zetten.
  • Het is een strak geregisseerde sport: je houdt je keurig aan de regels en laat je tegenstander uitspreken.
  • Het publiek is stil en bemoeit zich                                 niet met de strijd op het toneel.


Een debat is géén voetbalwedstrijd!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argument (reden)

Een argument is een uitleg waarmee je een standpunt verdedigt.

Signaalwoorden: want, namelijk, omdat, immers


Bijvoorbeeld:
Ik vind het goed dat kinderen kleedgeld krijgen (standpunt), want dan leren ze met geld omgaan (argument).

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feit

  • Uitspraak over iets wat waar is of niet waar
  • Een feit kun je controleren


Bijvoorbeeld:
De bevolking van Nederland bestaat uit 17,8 miljoen mensen (2023).

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mening (standpunt)

  • Wat iemand ergens van vindt
  • Het is niet controleerbaar
  • Je kunt het ermee eens of oneens zijn

Signaalwoorden: ik vind, volgens mij, naar mijn mening

Bijvoorbeeld:
Ik vind het goed dat kinderen kleedgeld krijgen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Almelo is een mooie stad, omdat er oude huizen staan.

- Almelo is een mooie stad is een feit / mening / argument?

A
feit
B
mening
C
argument

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort argument vind jij het meest betrouwbaar?
Feiten
Voorbeelden
Voor- en nadelen
Vergelijkingen
Een (betrouwbare) bron
Gevolgen noemen

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De meeste mensen denken bij debat aan de Tweede Kamer.

Hier debatteren volksvertegenwoordigers over welke nieuwe regels er in het land moeten worden ingevoerd. Daarbij willen ze aan de mensen die op hen hebben gestemd laten zien dat ze hun beloftes waarmaken.

Waar wordt gedebatteerd?

Afbeelding: Publiek domein

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je weet nu...

... wat een feit is
... wat een mening (standpunt) is
.... wat een argument is
... wat een conclusie is
... waar een goed argument aan moet voldoen


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actuele onderwerpen in de veehouderij

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn actuele onderwerpen in de veehouderij?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat speelt er in de huidige maatschappij
- Europese verkiezingen
De verkiezingen van het Europees Parlement vinden plaats van 6 tot en met 9 juni
- Het nieuw kabinet https://www.boerderij.nl/hoge-verwachtingen-kabinet
- Derogatie


Slide 16 - Tekstslide

partijleiders Wilders, Dilan Yesilgöz (VVD), Pieter Omtzigt (NSC), Caroline van der Plas (BBB) 
Debat onderwerp
Intensief of extensief boeren.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als boeren heel veel voedsel uit een stukje grond kunnen halen
A
schaalvergroting
B
intensief
C
mechanisatie
D
commercieel

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt er in Nederland aan landbouw gedaan?
  • Intensieve landbouw
"De opbrengst per hectare/dier is zeer hoog"

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maken ze die opbrengst dan zo hoog?
Door gebruik te maken van moderne middelen:
- Drones
- Kunstmest
- Bestrijdingsmiddelen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
  • Werk in 2 groepen. Extensief/ intensief
  • Groep 1  Deze groep is extensief
  • Groep 2 Deze groep is tegen intensief
  • Maak een mindmap met voor of nadelen
  • Zoek informatie op over het onderwerp waarmee je de voor of nadelen kunt onderbouwen. Bedenk minimaal 8 goed onderbouwde argumenten. 
  • Hiervoor krijg je 15 minuten.





timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het debat
  • Ronde 1: Elke groep krijgt 3 minuten per groep om de argumenten uit te leggen.  Betoog goed voorbereiden, bedenk wie het betoog gaat houden (extensief eerst)
      Maak hierbij aantekeningen.
  • Ronde 2: Elke groep krijgt 3  minuten om op elkaar te reageren, om en om. Probeer je eigen argumenten te versterken. Iedereen mag meedoen maar wacht tot je aan de beurt bent.




timer
3:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronding debat
  • Je krijgt 2 minuten om met je groep te overleggen en de conclusie voor te bereiden. De conclusie is een samenvatting van de stelling met meningsverschillen, geef aan waarom jullie het meest gelijk hebben. 
  • Laat je conclusie horen, (Intensief)
timer
2:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kies jij voor?
Intensief
extensief

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Terugkoppelen lesdoelen
1. Je weet wat een debat is
2. Je weet wat het verschil is tussen een discussie en een debat
3. Je kunt actuele onderwerpen en uitdagingen binnen de veehouderij benoemen en beschrijven.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Wat neem je mee naar huis om over te discusseren?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als boeren alles zo groot mogelijk willen om zoveel mogelijk te verdienen.....
A
schaalvergroting
B
intensief
C
mechanisatie
D
commercieel

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In wat voor landen is de landbouw het meest intensief?
A
rijke landen
B
arme landen

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor kunnen boeren in rijke landen veel meer land of dieren hebben?
A
kunstmest
B
mechanisatie
C
schaalvergroting
D
intensief

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is intensieve landbouw niet zo duurzaam?
1. Het telen in kassen
- Vaak wordt er maar één soort product geteeld (= monocultuur)
- Gebruik van chemische stoffen bij ziektes + kunstmest (= vervuiling)
- Een kas kost veel energie  --> verwarming (aardgas), water en elektriciteit (voor verlichting)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is intensieve landbouw niet zo duurzaam?
2. Soja
In veel veevoer en voedsel wordt soja verwerkt. Dit komt uit Zuid-Amerika. Voor de productie van soja wordt tropisch regenwoud gekapt (= ontstaan monocultuur + minder biodiversiteit).

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies