Lesvb. 11-03-2025

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5,6

Programme du cours de mardi 9/2

Sujet: 

1. la meilleure innovation de ces derniers temps (description, fonctionnalité(s), influence sur notre vie, ton opinion)

• Comment utiliser les sources de la méthode
• Rétroaction à propos des réactions du cours de lundi.
  

2. l'innovation la plus inutile ou la plus inquiétante (description, fonctionnalité(s), influence sur notre vie, ton opinion (aspects positifs et négatifs)

Bienvenue au cours 

Mardi, le 11 mars 2025

K: Vandaag gaan we beginnen met het examen 2021-1

     Nieuw tredepad volgt zo snel mogelijk 

     Werk zelf het examen chronologisch door, 1x per week is er bespreking
     van een aantal teksten. Na afloop berekenen we het cijfer, dan ga je of 
     verder met havo teksten of met vwo teksten. 

K: Het stappenplan (wat is het, wanneer gebruik je het, hoe gebruik je het?)

Z: Maak tekst 1,2,3,4 Zorg dat je vraag & antwoord steeds vertaalt in het 
     Nederlands & markeer dubbele punten en signaalwoorden in de tekst!

Planning mondelingen

donderdag 13 maart

Robin  Kiek Fadil  Mads

maandag 17 maart 

Floor, Dani, Ayoub, Dylana 

dinsdag 18 maart 

Yasmin 

dinsdag 25 maart 
Luna Mohamed Aline

Vergelijk de volgende zinnen:

1 Het kind plukt de bloem.

2 De bloem wordt geplukt door het kind.

1 Bedrijvende of actieve vorm

2 Lijdende of passieve vorm   

1 De kat eet de muis.               

2 De muis wordt door de kat opgegeten.

- Het lijdend voorwerp is onderwerp geworden. 

- Het onderwerp de kat is omgezet in een bepaling, ingeleid door het voorzetsel door. 

Deze bepaling heet 'bepaling van de handelende persoon' of 'agens'.  

Als niet duidelijk is wie het onderwerp is in de actieve zin, dan krijg je géén par. 

Aujourd'hui on appelle Strasbourg la capitale européenne.

On  = onderwerp

appelle = persoonsvorm

Strasbourg = lijdend voorwerp

Aujourd'hui Strasbourg est appelé la capitale européenne. 

Zet de zin in de lijdende vorm
Philippe Claudel a écrit le livre 'La petite fille de monsieur Linh'.

Zet de zin in de lijdende vorm
L'université organisera une journée portes ouvertes.

Zet de zin in de lijdende vorm
On payera une partie du montant.

Le mot WAT en français 

.......... tu penses?

1. Qu'est-ce que
2. Quel
3. Qu'est-ce qui
4. Que

.... te plairait, toi?

1. Qu'est-ce que
2. Quel
3. Qu'est-ce qui
4. Que

..... voudrais-tu faire comme petit boulot?

1. Que
2. Quel
3. Qu'est-ce qui
4. Qu'est-ce que

.......... je n'aime pas, c'est l'influence négative qu'elle pourrait avoir sur les jeunes.

1. Ce qui
2. Ce que
3. Qu'est-ce qui

Moi, je m'appelle Annabel et toi?
...... est ton nom?

1. Qu'est-ce qui
2. Que
3. Quel
4. Quelle

Exercice 14a

1 mon compte en banque

2 garde

3 objectif d'épargne

4 le taux d’intérêt

5 reçois

6 être dans le rouge / être à découvert

7 emprunter de l’argent

8 rendre

.

Exercice 14b

Réponse type

Je ne suis ni dépensier, ni avare. Je sais faire des économies quand j’ai fixé un objectif d'épargne, mais j'aime également dépenser mon argent en toutes sortes de choses. Quand j'emprunte de l'argent, je le rends toujours tout de suite.

Vervoeg:
valoir - futur simple - il ...

Vervoeg:
valoir - conditionnel - il

Vervoeg:
craindre - futur simple - tu

Vervoeg:
résoudre - présent - il

Vervoeg:
craindre - passé composé - vous

Vervoeg:
résoudre - imparfait - nous

Vervoeg:
lire - présent - je

Vervoeg:
résoudre - futur simple - elles

Vervoeg:
lire - conditionnel - tu

Vervoeg:
lire - passé composé - vous