V2a -- 12-12-2024

V2a -- 12-12-2024
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

V2a -- 12-12-2024

Slide 1 - Tekstslide

Summary:
- Vocabulary Check
- Trappen van Vergelijking [explanation]
- Trappen van Vergelijking [practice]
- Homework

Slide 2 - Tekstslide

Vocabulary Check
To start off today, I want to check how well you have studied your vocabulary for today.

Reminder; you have a test next week!!

As always, I am looking for what is in the book exactly!

Slide 3 - Tekstslide

Translate:
bloem, meel
Do we have ______ for the cake?

Slide 4 - Open vraag

Translate:
delightful
We saw a delightful play last night.

Slide 5 - Open vraag

Translate:
lengte
What is the total ________ of this street?

Slide 6 - Open vraag

Translate:
pedestrian
When you walk, you are a pedestrian.

Slide 7 - Open vraag

Translate:
tentoonstelling
There's a nice art ___________ at the museum.

Slide 8 - Open vraag

Translate:
hob
There are four pans on the ________.

Slide 9 - Open vraag

Translate:
Neem de bus naar Cardiff Centraal Station en stap over op de trein naar Swansea.

Slide 10 - Open vraag

Translate:
Er staat een groot beeld voor.

Slide 11 - Open vraag

Translate:
Volg de weg en je passeert een winkelcentrum aan je rechterhand.

Slide 12 - Open vraag

Translate:
Stopt deze trein in Penparcau?

Slide 13 - Open vraag

Trappen van Vergelijking [explanation]

Slide 14 - Tekstslide

Comparatives and superlatives
Trappen van vergelijking
- Comparative: vergrotende trap
- Superlative: overtreffende trap
Box A is small.
Box B is smaller than box A.
Box C is the smallest of all.
A
B
C

Slide 15 - Tekstslide

Comparatives and superlatives
Woorden van 1 lettergreep:
- Comparative: -er
- Superlative: -est
old
older
oldest

Slide 16 - Tekstslide

Comparatives and superlatives
1.  Bijvoeglijk naamwoord eindigt op een -e,
gebruik dan -r en -st.
large
larger
largest
Spellingsregels:

2.  Bijvoeglijk naamwoord eindigt op medeklinker + y,
gebruik dan -ier en -iest.
happy
happier
happiest

Slide 17 - Tekstslide

Comparatives and superlatives
hot
hotter
hottest
Spellingsregels:

3.  Bijvoeglijk naamwoord eindigt op 1 klinker (a, e, i, o, u)
+ 1 medeklinker, medeklinker verdubbelen
big
bigger
biggest

Slide 18 - Tekstslide

Comparatives and superlatives
Woorden van 3 lettergrepen of meer:
- Comparative: more
- Superlative: most
expensive
more expensive
most expensive

Slide 19 - Tekstslide

Comparatives and superlatives
famous
more famous
most famous
Uitzonderingen op de regel: 
boring
more boring
most boring

Slide 20 - Tekstslide

Comparatives and superlatives
Exceptions/ uitzonderingen 
good/well - better - best 
bad/ill - worse - worst 
little - less - least 
much/many - more - most 
far - further - furthest


Slide 21 - Tekstslide

My house is (big) ...
than yours.

Slide 22 - Open vraag

Who is the (rich) ...
woman on earth?

Slide 23 - Open vraag

This flower is (beautiful)
... than that one.

Slide 24 - Open vraag

The ... (little) you can do is study for the tests.
A
leasest
B
least
C
littlest
D
less

Slide 25 - Quizvraag

The weather this summer is even (bad)
... than last summer.

Slide 26 - Open vraag

A holiday by the sea is (good) ...
than a holiday in the mountains.

Slide 27 - Open vraag

Self-Study
Next, I want you to prepare yourself for next week's test.

Make sure you study ALL vocabulary / Expressions / Grammar!

Slide 28 - Tekstslide