Les 1, Vrije tijd, 24 januari

Welkom! woensdag 29-11


Huiswerk Quiz (LessonUp)
Spreken Oefening 13
Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)
Lezen Oefening 5
Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets
Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels
Grammatica Deze, die, dit, dat
Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)
Evaluatie





Welkom!
woensdag 24-01

Spreken                 herhalingsvragen thema 7
Huiswerk               Zelf nakijken: Is het gelukt?

Toets, hoofdstuk 7
 
Vrije tijd, uitgaan en hobby's

Spreken                  Wat doe jij in je vrije tijd?
Luisteren                Oefening 2, blz. 127, 128
Grammatica           Negatie       
     


        
            


Huiswerk:

1. www.nt2school.nl 
  • Thema 5, luisteren, oefening 1
2. Taalhulp, blz. 129, 130 luisteren en           nazeggen.

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom! woensdag 29-11


Huiswerk Quiz (LessonUp)
Spreken Oefening 13
Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)
Lezen Oefening 5
Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets
Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels
Grammatica Deze, die, dit, dat
Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)
Evaluatie





Welkom!
woensdag 24-01

Spreken                 herhalingsvragen thema 7
Huiswerk               Zelf nakijken: Is het gelukt?

Toets, hoofdstuk 7
 
Vrije tijd, uitgaan en hobby's

Spreken                  Wat doe jij in je vrije tijd?
Luisteren                Oefening 2, blz. 127, 128
Grammatica           Negatie       
     


        
            


Huiswerk:

1. www.nt2school.nl 
  • Thema 5, luisteren, oefening 1
2. Taalhulp, blz. 129, 130 luisteren en           nazeggen.

Slide 1 - Tekstslide

Herhalingsvragen thema 7

Beantwoord de vragen in goede zinnen.
1. Noem 5 lichaamsdelen van je bovenlichaam.
2. Noem 5 lichaamsdelen van je onderlichaam.
3. Wandel je regelmatig?
4. Wat doe je als je niet kan slapen?
5. Wat doet u als u hoofdpijn heeft?
6. Waar ligt je boek?
7. Tussen wie zit je in?
8. Wie liep er het laatst door de deur?


Gebruik meervoud:
1. Heb je één pen? (4) Nee, ik heb 4 pennen.
2. Heb je één week vrij? (2)
3. Staat daar één jongen? (9)
4. Heb je één zus? (3)
5. Heb je één neef? (6)
6. Is er één kastje? (5)

Welke open vraag hoort bij het antwoord?
1. …………………………………? Het is al half zeven.
2. …………………………………? Wij komen uit Canada.
3. …………………………………? Ik ben Pools.
4. …………………………………? Ik spreek  Engels, Nederlands, Frans en Duits.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Vrije tijd

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Negatie: geen of niet
(Uitlegvideo: Taalcompleet A1, les 8.9)
Oefening blz. 46,47

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

dit is
dat is
dit zijn
dat zijn

Slide 10 - Tekstslide

Grammatica
blz. 48

Slide 11 - Tekstslide