In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Goedemorgen!
Goed dat je er bent.
Meld je alvast even aan voor de LessonUp van vandaag.
Lever je mobiel in.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
jeugdjournaal.nl
Slide 5 - Link
1e lesuur:
Slide 6 - Tekstslide
Leerdoel
Je leert wat een uitslag is.
Je leert hoe je uitslagen van een balk en kubus kunt herkennen.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
modernewiskunde.digitaal.noordhoff.nl
Slide 9 - Link
A
De uitslag van een kubus heeft minder vlakken dan de uitslag van een balk.
B
De uitslag van een kubus heeft evenveel vlakken als de uitslag van een balk.
C
De uitslag van een kubus heeft meer vlakken dan de uitslag van een balk.
Slide 10 - Quizvraag
Aan de slag!
timer
30:00
Slide 11 - Tekstslide
2e lesuur:
Slide 12 - Tekstslide
Leerdoel
A1 I can understand information about people and places from short informative texts.
A1 I can understand information about people and places from short informative texts.
Slide 13 - Tekstslide
Write down things about yourself (family, where you live, hobbies, pets)
Slide 14 - Woordweb
Slide 15 - Tekstslide
Aan de slag!
timer
30:00
Slide 16 - Tekstslide
Pauze
timer
15:00
Slide 17 - Tekstslide
3e+4e lesuur:
Slide 18 - Tekstslide
Pauze
timer
20:00
Slide 19 - Tekstslide
5e lesuur:
Slide 20 - Tekstslide
Aan de slag!
timer
30:00
Slide 21 - Tekstslide
6e lesuur:
Slide 22 - Tekstslide
leerdoel
1.4.1. Je kunt de werking van de brander uitleggen.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Carolien stoot per ongeluk haar brander om. De vlam van de brander blijft branden. Carolien raakt in paniek. Jij blijft kalm, want je weet wat je als eerste moet doen.
A
Je giet een beker water op de brander.
B
Je maakt de gaskraan op haar tafel dicht.
C
Je pakt de brander vast en zet hem rechtop.
D
Je probeert Carolien te troosten.
Slide 26 - Quizvraag
Wanneer gebruik je een pauzevlam? Als je de brander ..... niet nodig hebt.
A
een paar minuten
B
de rest van de les
Slide 27 - Quizvraag
Wanneer gebruik je een ruisende blauwe vlam? Als je een ..... hoeveelheid moet verwarmen.