1.2 lire (nakijken) 1.3 grammaire ww Faire + nakijken

1.2 lire (nakijken) 1.3 grammaire ww Faire + nakijken
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.2 lire (nakijken) 1.3 grammaire ww Faire + nakijken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

> herhalen van de onregelmatige werkwoorden (avoir, être, faire)

> Faire + de = kunnen zeggen dat je aan een bepaalde sport doet.

Slide 3 - Tekstslide

> Contrôler: exercice 6 (vanaf 
   vr 5) et 8
> Expliquer "faire + de + sport > fini? Socrative formatieve 
   toets
> 10 zinnen van apprendre 1 et 
    2  inleveren met je naam 
    erop

Slide 4 - Tekstslide

Prenez een andere kleur stylo ou crayon. On va contrôler exercice 6 (vanaf question 5)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

je
fais
+
de
+ sport
tu
fais
+
de
+ sport
il/elle on
fait
+
de
+ sport
nous
faisons
+
de
+ sport
vous
faites
+
de
+ sport
ils/elles
font
+
de
+ sport

Slide 7 - Tekstslide

Het werkwoord 'Faire' bij sporten
Het werkwoord 'faire' wordt veel gebruikt bij sporten. Dit gaat dan altijd samen met 'de' = faire de ...
de + le = du 
de + la = de la
de + l'  = de l'

Je fais du foot (le foot)
Je fais de la danse (la danse)
Je fais de l'athlétisme (l'athlétisme)

Slide 8 - Tekstslide

Vul het juiste lidwoord in
Je fais ..... pétanque (f)
A
Je fais la pétanque
B
Je fais de la pétanque
C
Je fais de l'pétanque
D
Je fais du pétanque

Slide 9 - Quizvraag

Vul het juiste lidwoord in
Il fait .... canoë-kayak (m)
A
Il fait du canoë-kayak
B
Il fait de l'canoë-kayak
C
Il fait de la canoë-kayak
D
Il fait le canoë-kayak

Slide 10 - Quizvraag

vertaal: zij (evv) doet aan voetbal

Slide 11 - Open vraag

vertaal: zij (mmv) doen aan paardrijden

Slide 12 - Open vraag

Prenez een andere kleur stylo ou crayon. On va contrôler exercice 8 page 14-16

Slide 13 - Tekstslide

je
fais
+
de
+ sport
tu
fais
+
de
+ sport
il/elle on
fait
+
de
+ sport
nous
faisons
+
de
+ sport
vous
faites
+
de
+ sport
ils/elles
font
+
de
+ sport

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide