N: T6 Gerundio 1 02/12

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Objetivos (leerdoelen)
Al finalizar la clase podré...
 Aan het einde van de les, Ik...
  • Identificar oraciones en gerundio/ Identificeer zinnen in gerund
  • Conjugar el verbo estar/ Vervoeg het werkwoord estar
  • Conjugar verbos en presente contínuo/ Vervoeg werkwoorden in gerund

Slide 3 - Tekstslide

Les inhoud
Filmpje
opdracht 1: klokkijken 
opdracht 2: rooster tijd aflezen
Luistervaardigheid: 10 liedjes fragmenten
Quiz

Hoy
  1. Introducción del contenido
     Introductie van de inhoud
2. Práctica guiada  
     Begeleide oefening
3. Práctica independente
    Onafhankelijke oefening
4. Revisión de la tarea     Huiswerk nakijken
5. Evaluación 
    formatieve beoordeling

Slide 4 - Tekstslide

Lee las oraciones
Yo estudio español todos los días.
Yo estoy estudiando español ahora.

Slide 5 - Tekstslide

Lee las oraciones
Yo estudio español todos los días.   (PRESENTE INDICATIVO)
Yo estoy estudiando español ahora.     (GERUNDIO)

Slide 6 - Tekstslide

Welke tijd wordt gebruikt om over routines en algemene waarheden te praten?
A
pretérito imperfecto
B
gerundio
C
presente indicativo
D
futuro

Slide 7 - Quizvraag

Welke tijd gebruik je om over lopende acties te praten?
A
presente indicativo
B
gerundio
C
futuro
D
pretérito indefinido

Slide 8 - Quizvraag

Lee las oraciones
Yo estoy hablando español. --> hablar
estás comiendo un sánduche. --> comer
Él está escribiendo una carta. --> escribir

Slide 9 - Tekstslide

Lee las oraciones
Nosotros estamos hablando español. --> hablar
Vosotros estáis comiendo un sánduche. --> comer
Ellos están escribiendo una carta. --> escribir

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de gerundium van werkwoorden die eindigen op -ar?
A
iendo
B
ido
C
ado
D
ando

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de gerundium van werkwoorden die eindigen op -er en -ir?
A
iendo
B
ido
C
ado
D
ando

Slide 12 - Quizvraag

GERUNDIO: Pasos
1. Identificar el verbo principal
2. Identificar la persona
3. Conjugar el verbo estar
4. Conjugar el verbo principal: (ar) -ando, (er, ir) -iendo.

1. Identificeer het hoofdwerkwoord
2. Identificeer de persoon
3. Vervoeg het werkwoord estar
4. Vervoeg het hoofdwerkwoord: (ar) -ando, (er, ir) -iendo.

Slide 13 - Tekstslide

VERBO ESTAR p. 64

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

RESPUESTAS

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Tekstslide

¿Cuál es el gerundio del verbo 'despertar'?
A
despertar
B
despertiendo
C
despertando
D
despierto

Slide 19 - Quizvraag

¿Cuál es el gerundio del verbo 'beber'?
A
bebando
B
bebiendo
C
bebendo
D
beber

Slide 20 - Quizvraag

¿Cuál es el gerundio del verbo 'salir'?
A
salen
B
salir
C
salando
D
saliendo

Slide 21 - Quizvraag

Escribe el gerundio del siguiente verbo: jugar

Slide 22 - Open vraag

Escribe el gerundio del siguiente verbo: hacer

Slide 23 - Open vraag

Escribe el gerundio del siguiente verbo: abrir

Slide 24 - Open vraag

Zij is aan het ontbijten.
A
Estoy almorzando.
B
Ella está desayunando.
C
Ellos están desayunando.
D
Él está cenando.

Slide 25 - Quizvraag

Ik ben aan het lezen.
A
Estoy escribiendo.
B
Está leyendo.
C
Estamos trabajando.
D
Estoy leyendo.

Slide 26 - Quizvraag

Traduce la siguiente oración al neerlandés: Nosotros estamos desayunando.

Slide 27 - Open vraag

Traduce la siguiente oración al neerlandés: Ella está viendo televisión.

Slide 28 - Open vraag

Práctica Independiente
FOLLETO DE ESPAÑOL
p. 44 y 45
Ejercicio A

timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

REVISIÓN
Folleto de español 
p. 44 y 45

Slide 30 - Tekstslide


Beoordeel uw begrip van het onderwerp van vandaag op een schaal van 1 tot 10: 
Lesdoel 1:Identificar oraciones en gerundio/ Identificeer zinnen in gerund
110

Slide 31 - Poll


Beoordeel uw begrip van het onderwerp van vandaag op een schaal van 1 tot 10: 
Lesdoel 2: 
Conjugar el verbo estar/ Vervoeg het werkwoord estar
110

Slide 32 - Poll


Beoordeel uw begrip van het onderwerp van vandaag op een schaal van 1 tot 10: 
Lesdoel 3: 
Conjugar verbos en presente contínuo/ Vervoeg werkwoorden in gerund

110

Slide 33 - Poll

N: T6 Gerundio 1 02/06

Slide 34 - Tekstslide