Les 2 Module Evalueren - Evaluatieplan

Module Evalueren

Les 2 Het schrijven van een evaluatieplan
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Module Evalueren

Les 2 Het schrijven van een evaluatieplan

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
1. Welkom
2. Aanwezigheidsregistratie
3. Energizer
4. Lesdoel
5. Aan de slag
6. Theorie: Evaluatieplan
7. Lesdoel check en afsluiting/ huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energizer 
Onhandige vliegtuigen
Verdeel de groep in teams van 2 tot 4 personen. 

Vraag iedereen haar of zijn dominante hand (waarmee ze schrijven) op te steken. Deze moeten ze op hun rug of in hun zak houden en mogen ze niet gebruiken!

Alle teams krijgen als uitdaging om in 5 minuten samen een vliegtuig te vouwen dat zo ver mogelijk vliegt.
 















Slide 4 - Tekstslide

Onhandige vliegtuigen

Voorbereiding: Zorg voor tafels om aan te werken en een stapel A4 papier per tafel. Je hebt ook een gang of grote ruimte nodig om de vliegtuigen te kunnen testen.
Uitleg: Verdeel de groep in teams van 2 tot 4 personen. Vraag iedereen haar of zijn dominante hand (waarmee ze schrijven) op te steken. Deze moeten ze op hun rug of in hun zak houden en mogen ze niet gebruiken!
Alle teams krijgen als uitdaging om in 5 minuten samen een vliegtuig te vouwen dat zo ver mogelijk vliegt.

Wil je de competitie opvoeren, verbind dan een kleine prijs aan het spel voor het winnende team.

Wanneer de tijd om is, nodig je alle teams uit bij de startlijn. Laat ze na elkaar hun uiteindelijke ontwerp lanceren. Dit mag weer wel met hun dominante hand.
Het team dat het verste is gekomen heeft gewonnen.

Tip: mensen hebben de neiging om één enkel vliegtuig te vouwen. Ook vergeten ze vaak dat ze hun ontwerp kunnen testen. Als je dit ziet kun je ze aanmoedigen om verschillende oplossingen te bedenken en deze uit te proberen.

Effect: De nadruk van deze energizer ligt op het genereren van verschillende opties. En het laat de meerwaarde van het testen en verbeteren van ideeën zien en dus het EVALUEREN!

Deze ice-breaker zorgt voor veel lol en beweging. Het effect is dat mensen een lossere houding aannemen over het genereren van nieuwe ideeën. Want je kunt ze veranderen en testen.
Lesdoelen
1. Je hebt kennis over wat evalueren is
2. Je schrijft een gestructureerd evaluatieplan voor de uitvoering van de evaluatie. Hierin beschrijf je;


  • De situatie
  • Het doel van de evaluatie
  • De evaluatievragen
  • Wie er betrokken zijn
  • Waar gaat de evaluatie plaats vinden
  • Wanneer gaat de evaluatie plaats vinden
  • Welke evaluatiemethoden je gaat inzetten 





Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is evalueren?​
  • Per tweetal krijg je 3 post-its​​
  • Schrijf op waar je aan denkt bij het woord evalueren​​
  • Plak de post-it’s op het bord​​

​​
Klassikale nabespreking​ 



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van evalueren?
Het doel is dat je resultaten van de ondersteuning en de mate van de tevredenheid van de cliënt en naastbetrokkenen weet vast te leggen, zodat je op basis daarvan in overleg met cliënt en betrokkenen indien nodig de ondersteuning kunt bijstellen. ​​

Dit doe je samen met de cliënt en naastbetrokkenen.​​
Je kijkt of de ondersteuning en begeleiden is gegaan zoals opgesteld in het OP. Hoe is er gewerkt aan de doelen uit het OP, zijn deze behaald of nog niet? Is het OP actueel of welke bijstellingen zijn nodig? ​

Je rapporteert bevindingen, bijzonderheden en vervolgafspraken in het cliënten dossier. ​​


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We evalueren om:
Evalueren heeft alleen zin als je iets doet met de uitkomsten van je evaluatie. Je gaat je conclusies gebruiken. Je kunt de uitkomsten van je evaluatie gebruiken om:​

  • efficiënter te werken​
  • een handeling of activiteit de volgende keer beter te laten verlopen​
  • verantwoording af te leggen van je handelen​
  • een doelstelling bij te stellen​
  • te beoordelen of te selecteren​
  • vast te stellen of je plan werkte zoals je verwachtte​
  • vast te stellen of je jouw doelen ook echt bereikt hebt​
  • tijdens het werk te checken of het loopt zoals je bedacht had.​







Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennis check​

Teken de methodische cyclus

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methodisch cyclus
  • In feite ben je voortdurend aan het evalueren. ​​
  • Praktijk is vaak oppervlakkig doordat er in het algemeen gevraagd wordt “wat vond je ervan?” “Ik vond het wel geslaagd”​​
  • Systematisch evalueren is daarom als professional de oplossing!​​
  • Systematisch evalueren is een evaluatie met een plan en een concrete conclusie. ​



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappen van evalueren 

  • Stel een evaluatieplan op

  • Voer je evaluatie uit aan de hand van je evaluatieplan

  • Analyseer, trek conclusies en formuleer aanbevelingen/ haalbare oplossingen in je evaluatieverslag

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom een evaluatieplan?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Lees met je buurman en buurvrouw het format door van het evaluatieplan door.

Bedenk minimaal 2 vragen die je hebt na het lezen van het format van het evaluatieplan.




Met elkaar beantwoorden we deze vragen!
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie - Evaluatieplan


Pak je pen/papier/laptop erbij voor aantekeningen!!

Houd rekening met elkaar 
en 
focus je op de instructie!       

  
Lesmateriaal/ Boek:
 
Evaluatieplan te vinden op sharepoint 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatieplan: Situatie




Als je een situatie hebt gekozen om te evalueren maak je het concreet door aan te geven:

- wie je cliënt(en) is, 
- op welk doel(en) uit het ondersteuningsplan/ activiteitenplan ga je terugkijken,
- wat zijn beginsituatie is 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatieplan: Doel(en) van evaluatie

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatieplan: Wat?



Voorbeelden evaluatievragen zijn:

Productvragen: Stel je vragen om te kijken of het doel is behaald - gericht op resultaat.
Is het doel bereikt? Laat de cliënt het gedrag zien wat je voor ogen had?

Procesvragen: Stel je vragen om de voortgang van het proces in kaart te brengen - gericht op hoe is iets verlopen.
Heb ik de handeling/ activiteit goed gekozen? Was de manier van begeleiden goed gekozen?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatieplan: Wie, Waar en Wanneer

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatieplan: Hoe en waarmee - evaluatiemethode





                                                                      Evaluatiemethoden:



Let op: bij het aangaan van een gesprek - voeg je een gespreksverslag toe. Bij het observeren - voeg je een observatieplan toe ect. Voeg dit toe als bijlage bij je verslag!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatieplan: Hoe en waarmee - evaluatiemethode


Hoe verwerk je de opgehaalde gegevens vanuit de gebruikte evaluatie methoden:

- Turven & Tellen

- Beschrijvende observatie

- Verbanden leggen
Methodisch begeleiden: Thema 3.6

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatieplan: Terugkoppeling gegevens




Schriftelijke rapportage (in het zorginformatiesysteem)


Mondelinge rapportage (tijdens een vergadering/ cliëntenbespreking ect.)
Communicatie en gedrag: Thema 11

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren met sneeuwballen
Elke student krijgt een A4-tje

- Schrijf op: Wat heb je geleerd vandaag?
Maak een prop en gooi deze naar andere studenten als docent dit zegt.
- Schrijf op: Is het lesdoel behaald vandaag?
Maak een prop en gooi deze naar andere studenten als docent dit zegt.
- Schrijf op: Tip inhoud van de les?
Maak een prop en gooi deze naar andere studenten als docent dit zegt.
- Schrijf op: Tip voor de docent?
Maak een prop en gooi deze naar de docent als docent dit zegt.

Slide 22 - Tekstslide

De deelnemers schrijven op een A4’tje wat ze vandaag geleerd hebben. Ze maken hiervan een prop. Als de docent het zegt mogen ze deze door de ruimte gooien. Dan pakt elke deelnemer een sneeuwbal, vouwt deze open en schrijft of ze de doelen van vandaag behaald hebben. Er worden weer ballen van gemaakt en opnieuw als de docent het zegt door de klas gegooid.
Dan pakt elke deelnemer weer een sneeuwbal, vouwt deze open en schrijft een tip op voor de inhoud van de les van vandaag. Er worden weer ballen van gemaakt en deze worden op het teken van de docent opnieuw door de klas gegooid.
Dan pakt elke deelnemer weer een sneeuwbal, vouwt deze open en schrijft een tip op voor de docent. Er worden weer ballen van gemaakt en nu worden alle sneeuwballen naar de docent gegooid.
Door deze werkvorm gaan deelnemers nog even bewust nadenken wat ze nu gedaan hebben, wat ze geleerd hebben en hoe ze dit kunnen toepassen. En doordat het redelijk anoniem is krijg je vaak hele goede tips.
Afsluiting & Huiswerk
Tijdens de les en thuis werk je aan de stap 1 en stap 2 van de eindopdracht. Je schrijft dus het evaluatieplan en stemt deze af met je stagebegeleider. Neem dit volgende week mee naar de les.

Zijn er nog vragen?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak er een mooie dag van!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies