Zeg 't eens les 6
1 / 29
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Zullen we gaan dansen?
Waar hou jij ook alweer van?
Wat wil je later eigenlijk worden?
Waar ga je nu naar toe?
Wat doet je moeder?
Wat doet je vader?
Nee, dank je. Ik hou niet van dansen.
Hij is politieagent.
Ik wil graag docent worden.
Ik hou van lezen, voetballen en gamen.
Ik ga met de bus naar school.
Mijn moeder is verpleegster.
Slide 5 - Sleepvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Zoek een foto van:
tennissen
tennissen
Slide 9 - Open vraag
Zoek een foto van:
voetballen
voetballen
Slide 10 - Open vraag
Zoek een foto van:
zwemmen
zwemmen
Slide 11 - Open vraag
Zoek een foto van:
fietsen
fietsen
Slide 12 - Open vraag
Zoek een foto van:
schaatsen
schaatsen
Slide 13 - Open vraag
Zoek een foto van:
rennen (laatste)
rennen (laatste)
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Waar hou jij van?
Slide 16 - Woordweb
Slide 17 - Tekstslide
Maak een goede zin:
koopt - Ze - en - een jas - een rok.
koopt - Ze - en - een jas - een rok.
Slide 18 - Open vraag
Maak een goede zin:
zaterdag - ik - Op - naar school. - ga - niet
zaterdag - ik - Op - naar school. - ga - niet
Slide 19 - Open vraag
Maak een goede zin:
de tuin. - Ik - een vogel - zie - in
de tuin. - Ik - een vogel - zie - in
Slide 20 - Open vraag
Maak een goede zin:
De muis - kaas. - een stuk - eet
De muis - kaas. - een stuk - eet
Slide 21 - Open vraag
Maak een goede zin:
ik - ga - Morgen - de supermarkt. - naar
ik - ga - Morgen - de supermarkt. - naar
Slide 22 - Open vraag
Maak een goede zin:
(laatste)
springt - over - De hond - het hek.
(laatste)
springt - over - De hond - het hek.
