0.3 Structuren en uitvergroting

• Tekenen
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

1. Lesopening/Lesdoel         Structuren & Uitvergroting     

2. Terugblik                              Structuur/Textuur            

3. Instructie                              Stappenplan                                     

4. Begeleid inoefenen          Voorbeelden   

5. Zelfstandig werken           Aan de slag         

6. Evaluatie

1. Lesopening/Lesdoel

Opdracht 1: Structuren/ texturen verzamelen. 

Opdracht 2: Technieken toepassen in een uitvergroting 

Doel:

• Weten wat structuren zijn. 
• Uitvergroting kunnen maken. 

2. Terugblik 

Wanneer is het een structuur en wanneer een textuur?
In een structuur heb je een patroon dat zichzelf herhaalt.
        Bijvoorbeeld de stenen van een muur. 

Een textuur hoeft geen herhaling te hebben. 

Bijvoorbeeld de huis van iets.
Een reliëf wat je kunt voelen. 

3. Instructie.  Stappenplan

Opdracht 1: Structureren verzamelen

        Je krijgt van de docent een blad met 16 vakjes.

1. Vul de eerste rij in met 4 verschillende structuren. 
2. Nu ga je de volgende vakjes met dezelfde structuur aan de slag, maar dan kijken hoe je dit van licht naar donker kunt doen. 
3. Eerste vakje wordt licht (ver uit elkaar)
4. Vakje ernaar donker (dicht bij elkaar)
5. Daarna ga je van licht naar donker een soort overgang maken. 

NEEM JE TIJD!!!  WERK NETJES MET EEN FINELINER!

Voorbeeld structurenblad

3. Instructie.  Stappenplan

Wanneer je het blad met de structuren af hebt ga je verder met opdracht 2. 

1.  Kies een dier uit bij de docent. Deze ga jij straks uitwerken
2. Maak een raster van 2x2 cm over de foto die je net hebt gekozen. 
   Hoe doe je dat?

      -  Pak een liniaal en een scherp HB potlood. 
      - Leg de linaal langs de lange kant van je foto. 
      - Zet om de 2cm een stipje. 
      - Herhaal deze stap in het midden van de foto en aan het eind van de foto. 
      - Maak nu een rechte lijn. 
     -  Nu ga je dit herhalen aan de korte zijde. 

Voorbeeld raster

1. Leg je liniaal bij de rand van je foto. 
2. Zet met een scherp potlood om de 2 cm een stip je.
3. Herhaal dit aan de bovenkant van de foto. 

TIP!
Kijk waar je dier het meest op de foto staat en begin vanaf die kant te rekenen.  

Stappenplan raster

1. Zet een lijn tussen de afgetekende stippen. 
2. Maak nu stippen aan de zijkant van de foto.
3. Doe dit aan beide zijden.  

Stappenplan raster

3. Instructie.  Stappenplan

Maak nu een raster van 4x4 cm op het tekenpapier wat je van de docent krijgt. 
Doe dit met potlood. 

Dit heb je nodig om je dier na te kunnen tekenen. 

Nu ga je het dier na tekenen met potlood.
Kijk goed naar wat in welk vakje moet komen. 

Stappenplan raster op tekenpapier

1. Begin weer met stippen te zetten, maar deze keer om de 4 cm. 
2. Doe dit boven en onder aan je vel papier. 
3. Maak daarna lijnen

Dier tekenen, begin met de contour

Stappenplan raster op tekenpapier

3. Instructie.  Stappenplan

Uitwerken met fineliner. 

Nu je dier met potlood is nagetekend. Ga je het uitwerken met een structuur. Maak een keuze uit streepjes of stippen. 

Begin met de contour lijnen. 

Kijk daarna waar het donker moet zijn (dicht op elkaar) 

en waar licht (verder uit elkaar)

Werk netjes en niet te snel. 

4. Begeleid inoefenen

Slecht voorbeeld. 

Maak er een geheel van

Goed voorbeeld 

5. Zelfstandigwerken

1. Structuren blad maken. 
2. Dier uit kiezen
3. Raster op de foto
4. Raster op tekenpapier
5. Dier na tekenen
6. Dier invullen met structuren
7. Geheel netjes afwerken. 

6. Evaluatie

*Plusopdracht of Klaaropdracht