§6.1 Je inkomen wordt belast

Huiswerk!
Pak alvast je boek, schrift, rekenmachine en pen

En neem het huiswerk van vandaag voor je.
  • Opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 162
"examentraining"

De docent loopt dan langs om het huiswerk te controleren
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Huiswerk!
Pak alvast je boek, schrift, rekenmachine en pen

En neem het huiswerk van vandaag voor je.
  • Opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 162
"examentraining"

De docent loopt dan langs om het huiswerk te controleren

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les weet je:
  • waarom loonheffing wordt ingehouden
  • wat inkomstenbelasting is
  • wat belastbaar inkomen, eigenwoningforfait en bijtelling is
  • wat aftrekposten zijn
  • hoe je het belastbaar inkomen berekent

Slide 2 - Tekstslide

§6.1 Je inkomen wordt belast

Slide 3 - Tekstslide

Aantekeningen
Pak je schrift voor je en je pen.
Op een lege bladzijde schrijf je er boven §6.1 "Je inkomen wordt belast"

Schrijf zo duidelijk mogelijk 

Je gebruikt de aantekeningen voor het maken van je opdrachten

Slide 4 - Tekstslide

Loonheffing

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Wat: maak opdracht 2 t/m 5  op blz. ...
Hoe: lees de leer tekst als je moeite hebt met een vraag!
Tijd: 15 minuten (stiltemoment) 
Resultaat: Samen bespreken
Klaar: Begin alvast met het huiswerk:



timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Box 1
Box 1 is Een belastingsysteem waarmee de belasting wordt berekend die betaald moet worden over inkomen uit "werk en wonen"




Slide 7 - Tekstslide

Inkomstenbelasting
Er wordt onderscheidt gemaakt tussen verschillende soorten inkomens, deze zijn onderverdeeld in boxen.

BOX 1: belasting over inkomen uit werk en eigen woning
BOX 2: belasting over aanmerkelijk belang, hoef je niet te kennen
BOX 3: belasting over inkomen uit vermogen

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Box 1
  • Belasting over inkomen uit werk en eigen woning
  • inkomen uit werk is loon of nettowinst
  • Aftrekposten =  minder belasting 
  • Bijtellingen = meer belasting
  • Eigen woning = Extra inkomen & minder inkomen :/

Slide 10 - Tekstslide

Belastbaar inkomen
Je betaalt belasting over je belastbaar inkomen

Het belastbaar inkomen bereken je als volgt: 
inkomen + bijtellingen - aftrekposten.

Slide 11 - Tekstslide

     brutoloon
  + bijtellingen
   - aftrekposten
     --------------------------
     belastbaar inkomen
eigenwoningforfait
auto van de zaak
b
hypotheekrente 
giften goede doelen
reiskosten woon-werkverkeer 
a
Het belastbaar inkomen wil je zo laag mogelijk hebben!

Slide 12 - Tekstslide

Bijtellingen
  • Eigen woning (eigenwoningforfait)
  • Auto van de zaak 

Eigenwoningforfait = % van de waarde van de woning 
Bijtelling auto = % van de waarde van de auto

Bij inkomen optellen!

Slide 13 - Tekstslide

Rekenopgave
De WOZ-waarde van een woning is € 180.000. Bereken het eigenwoningforfait.
Antwoord
180000 : 100 x 0,35 = € 630

Slide 14 - Tekstslide

Aftrekposten
Eigen huis:
Hypotheeklening = hypotheekrente
Rente = aftrekpost

Verder: ziektekosten, reiskosten, heffingskortingen... 

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld berekening belastbaar inkomen
Bruto jaarinkomen € 36.000,-
Huis met een hypotheek van € 250.000,-. Rente 4,5%.  Het eigen woningforfait is 0,55%, de woningwaarde is € 250.000,-.
Bereken haar belastbaar inkomen.
Bruto jaarinkomen                                             € 36.000,-
Aftrekpost      € 250.000,- x 0,045   =          €  11.250,-        -
Bijtelling         € 250.000 x 0,55 : 100 =       €    1.375,-          +
Belastbaar inkomen                                          € 26.125,-        

Slide 16 - Tekstslide