In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Onderdelen in deze les
De middeleeuwen
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Introductie middeleeuwen (10 min)
Film met opdracht (5 min)
Uitleg 3.1 (15 min)
Aan de slag! (15 min)
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Middeleeuwen
Slide 4 - Woordweb
Volksverhuizingen
Werken op het land
Slide 5 - Tekstslide
Drie standen
Ontstaan islam
Slide 6 - Tekstslide
Middeleeuwse stad
Meesterproef
Slide 7 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt drie redenen noemen waardoor het Romeinse Rijk uiteenviel en nieuwe koninkrijken ontstonden.
Slide 8 - Tekstslide
Film kijken & opdracht
Opdracht
Schrijf oorzaken op waarom het Romeinse Rijk uiteen viel
Slide 9 - Tekstslide
3.1
Problemen Romeinse Rijk*
Leger was te klein om grenzen te bewaken*
Te hoge belastingen*
Ruzie om opvolging keizer*
Politieke en economische oorzaken
Slide 10 - Tekstslide
3.1
395 splitsing van het Romeinse Rijk*
Volksverhuizingen: Grote verplaatsing van Germaanse volken in de 4e en 5e eeuw*
Begin van de middeleeuwen
Slide 11 - Tekstslide
3.1
Aantekening politiek, cultuur, sociaal, economisch en religieus
Slide 12 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 6 van 3.1
Klaar en tijd over? Maak alles van 3.1!
Slide 13 - Tekstslide
Programma
Bespreken huiswerk (10 min)
Uitleg 3.1 (10 min)
Opdracht 3.1 + bespreken (25 min)
Slide 14 - Tekstslide
Bespreken huiswerk
Huiswerk was: opdracht 1 t/m 6 van 3.1
We bespreken: 3 & 5
Moeten we nog meer bespreken?
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen waarom mensen rond 500 op een domein gingen wonen.
Je kunt uitleggen hoe een domein eruitzag en wie er woonden.
Slide 20 - Tekstslide
3.1
Na val West-Romeinse Rijk was het onveilig!
Wonen op een domein: Een gebied waar één heer de baas was. Het bestond uit de versterkte boerderij en de grond van de heer, de woningen en grond van horigen en de woeste gronden.
Slide 21 - Tekstslide
Opdracht en bespreken
1. Vorm groepjes
2. Beschrijf het hofstelsel
3. Schrijf de verschillende personen en hun taken op (zie bord)