In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
krachten
(§ 4.2) kracht, massa en versnelling
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt het begrip traagheid uitleggen
Je kunt berekeningen maken met de tweede wet van Newton: Fres = m * a
Je kunt de remkracht op een voertuig berekenen door gebruik te maken van de vertraging.
Slide 2 - Tekstslide
Eerste wet van Newton
Als de resultante (resulterende kracht) op een voorwerp 0N is, dan blijft het voorwerp met dezelfde snelheid bewegen (of staat het voorwerp stil).
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Traagheid
Een voorwerp met een grote massa, heeft een grote traagheid. Dat betekent het voorwerp:
kan langzamer optrekken
moeilijker om af te remmen/tot stilstand komen
kan moeilijker van bewegingsrichting veranderen
Slide 5 - Tekstslide
De bestuurder maakt alleen de ruiten schoon. Wat gebeurt er met de sneeuw op het dak als hij voor een stoplicht stevig moet remmen?
A
Alle sneeuw blijft gewoon op het dak liggen.
B
Een deel van de sneeuw schuift naar de achterruit.
C
Een deel van de sneeuw valt achter de auto, op de motorkap van de achterligger.
D
Een deel van de sneeuw schuift over de voorruit.
Slide 6 - Quizvraag
Tweede wet van Newton
De tweede wet van Newton legt een verband tussen:
Resultante kracht , massa en versnelling
Als een voorwerp een resulterende kracht heeft, ondervindt dit voorwerp een versnelling die afhankelijk is van de massa van het voorwerp
Fres=m⋅a
Slide 7 - Tekstslide
Fres = resultante kracht (N)
m = massa (kg)
a = versnelling (m/s2)
Fres=m⋅a
Slide 8 - Tekstslide
Definitie van de tweede wet van Newton
1N is gelijk aan de resultante kracht die 1 kg
een versnelling van 1 m/s2 geeft.
Slide 9 - Tekstslide
Een blok van 30 kg versnelt met 1,2 m/s^2 Bereken de resulterende kracht op het blok.
A
F = 25 N
B
F = 36 N
C
F = 31,2 N
D
F = 0,04 N
Slide 10 - Quizvraag
Op een voorwerp van 4,0 kg werkt een resulterende kracht van 10 N. Bereken de versnelling van het voorwerp.
A
a = 2,5 m/s^2
B
a = 40 m/s^2
C
a = 0,4 m/s^2
D
a = 14 m/s^2
Slide 11 - Quizvraag
Op een voorwerp werkt een resulterende kracht van 26 N. Hierdoor krijg het voorwerp een versnelling van 0,24 m/s^2 Bereken de massa van het voorwerp.
A
6,24 kg
B
108 kg
C
9,2 kg
D
26,24 kg
Slide 12 - Quizvraag
Remkracht berekenen
Met F=ma kun je ook remkracht berekenen
Voorbeeld 7 (blz 199)
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
De MIN...
Geeft aan dat de kracht tegen de beweegrichting werkt ...
Slide 15 - Tekstslide
Samenvatting:
Traagheid - voorwerp gaat beweging tegen, dit is afhankelijk van de massa
Eerste wet van Newton dus de versnelling = 0 m/s2
Tweede wet van Newton
Fres=m⋅a
Fvs=Ft
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Video
00:22
Schat de snelheid waarmee de airbus 380-800 mee opstijgt.
Slide 19 - Open vraag
Opgaven 5 (blz 36)
timer
5:00
Slide 20 - Tekstslide
De Airbus A380-800 is het grootste passagiersvliegtuig ter wereld. De motoren leveren bij de start een stuwkracht van 1,2∙106 N. De massa (inclusief brandstof en lading) is 5,6∙105 kg. a ereken de versnelling gedurende de eerste seconden van de start. Verwaarloos de weerstandskrachten.
timer
3:00
Slide 21 - Open vraag
De Airbus A380-800 is het grootste passagiersvliegtuig ter wereld. De motoren leveren bij de start een stuwkracht van 1,2∙106 N. De massa (inclusief brandstof en lading) is 5,6∙105 kg. de versnelling is 2,1 m/s2 Toon aan dat de snelheid van de Airbus na 3 s gelijk is aan 6,3 m/s (23 km/h).
timer
3:00
Slide 22 - Open vraag
Bereken deze vraag
Slide 23 - Tekstslide
Antwoord
Slide 24 - Tekstslide
Opgaven 5
timer
5:00
Slide 25 - Tekstslide
Stuur een schets in van een (v,t)-diagram van de beweging van de airbus tijdens de eerste drie seconde.
timer
3:00
Slide 26 - Open vraag
Slide 27 - Tekstslide
Maak opgaven 6
(blz 36)
timer
7:00
Slide 28 - Tekstslide
Plak hier een foto van opdracht 29
Slide 29 - Open vraag
Hoe ging de les? Hoe is het filmpje van Mnr. Wietsema? Of verkies je dat ik zelf filmpjes maak. Behoefte aan extra uitleg? Zeg het dan hier.