1-69 vragen herhaling ehbo
1 / 10
Lesduur is: 48 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is reanimatie?
A
Opheffen van hartstilstand
B
Overnemen van pompfunctie van hart
C
Zuurstoftransport
opgang houden
D
Combinatie van hartmassage en beademen
Slide 3 - Quizvraag
Bovenste holle ader
Rechter kamer
Aorta
Slide 4 - Sleepvraag
Na een valpartij heeft iemand de knie geschaafd. De knie kan nog normaal bewogen worden.
Wat is de eerste hulp?
Wat is de eerste hulp?
A
geruststellen en het slachtoffer weer op weg helpen
B
Met vette watten en een ideaalzwachtel een drukverband aanleggen
C
Afdekken met een gaasje en hydrofiel zwachtel
D
Afdekken met een zakdoek
Slide 5 - Quizvraag
Iemand krijgt een toeval, heeft stuipen en blijft bewusteloos. Wat is de eerste hulp?
A
Stabiele zijligging toepassen
B
Arts of ambulance waarschuwen
C
Eerst a, daarna b uitvoeren
D
A en b hoeven niet; het slachtoffer komt vanzelf bij
Slide 6 - Quizvraag
Iemand heeft zijn pols verstuikt, wat zijn de verschijnselen?
A
Abnormale stand, bewegen is niet mogelijk
B
Normale stand, bewegen is mogelijk
C
Abnormale stand, ernstige zwelling
D
Normale stand, meestal is stuwing zichtbaar
Slide 7 - Quizvraag
Hoe heet de opening aan de onder- achterzijde van de schedelbasis?
A
achterhoofds-gat
B
oogkas
C
schedelholte
Slide 8 - Quizvraag
De handgreep van Heimlich wordt gebruikt om een vreemd voorwerp uit de keel of luchtpijp te verwijderen.
A
goed
B
b) fout
Slide 9 - Quizvraag
Dit symbool staat voor?
