In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Rekenen
sommen verpakt in een verhaal
de som is meestal niet moeilijk
de moeilijkheid zit in de tekst er omheen
Slide 1 - Tekstslide
Julian fiets naar school. Hij fietst op een dag 12 km. Op de terugweg krijgt hij na 2 km een lekke band. Hoe ver moet hij lopen?
A
4km
B
6km
C
8km
D
10 km
Slide 2 - Quizvraag
Sarita komt met de bus naar school. De bus vertrekt om 7:23 in Eijsden. De reis duurt 50 min. Hoe laat is Sarita op school?
A
7:53
B
8:00
C
8:03
D
8:13
Slide 3 - Quizvraag
Kostas gaat naar Griekenland op vakantie. Hij moet eerst 14 uur rijden met de auto, daarna 2 uur met de boot en dan nog eens 8 uur rijden met de auto. Hoe lang duurt de reis?
A
14 uur
B
20 uur
C
24 uur
D
1 dag en 2 uur
Slide 4 - Quizvraag
Een les duurt 100 minuten. 20 minuten van de les kletsen we en 10 minuten van de les staat een filmpje op. Hoeveel minuten werken we wel?
Slide 5 - Open vraag
Los deze sommen op en sleep het juiste antwoord naar de juiste vraag.
timer
4:00
73 - 21
31 x 3
66: 2 x 4
21 + 18 : 2
47 + 93
24: 6 x 5
21 + 16 - 30
63 x 3
10 x 11
32 : 2 + 8
= 52
= 93
= 24
= 140
= 189
= 110
= 7
= 20
= 30
= 132
Slide 6 - Sleepvraag
Bayar doet push ups thuis. In de eerste serie doet hij 30 push ups, in de tweede serie nog maar de helft daarvan. Hoeveel push ups doet Bayar
A
30
B
40
C
45
D
50
Slide 7 - Quizvraag
Diego is 4 dagen ziek geweest in deze schoolweek. Hoeveel procenten is Diego ziek geweest?
A
20%
B
40%
C
60%
D
80%
Slide 8 - Quizvraag
Ielise woont in het Klumpke. Daar zijn 2 woongroepen. Een groep heeft 11 kinderen en een groep heeft 13 kinderen. In het weekend zijn er van beide groepen 4 kinderen thuis. Hoeveel kinderen zijn er wel in het Klumpke in het weekend?
A
8
B
16
C
20
D
24
Slide 9 - Quizvraag
Shanna schreeuwt per dag 8 keer door de klas zonder haar vinger op te steken. Hoe vaak schreeuwt zij per week door de klas?
A
32x
B
40x
C
48x
D
56x
Slide 10 - Quizvraag
Mike verdient 2400 euro per maand. Hij moet een derde deel van zijn salaris uitgeven aan zijn vaste lasten. Hoeveel salaris houdt hij over om leuke dingen te doen?
A
800 euro
B
1600 euro
C
3200 euro
D
1000 euro
Slide 11 - Quizvraag
De gymzaal van school is 20 meter lang en 20 meter breed, hoe groot is de oppervlakte?
A
200 m2
B
300 m2
C
400 m2
D
40 m2
Slide 12 - Quizvraag
Manuel moet 11 uur nablijven. Elke dag een uur. de eerste dag is hij gekomen en daarna 3 dagen niet. Hoeveel dagen moet hij nog nablijven?