Hoe heet het afgebeelde onderdeel van de microscoop?
A
objectief
B
oculair
C
revolver
D
tubus
Slide 24 - Quizvraag
Met welk nummer wordt het objectief aangeduid?
A
nummer 5
B
nummer 6
C
nummer 2
D
nummer 3
Slide 25 - Quizvraag
Met welk nummer wordt de revolver aangeduid?
A
nummer 5
B
nummer 6
C
nummer 1
D
nummer 3
Slide 26 - Quizvraag
Je moet het diafragma gebruiken als je ...
A
de juiste hoeveelheid licht door het preparaat wil laten schijnen.
B
nauwkeurig wil scherpstellen.
Slide 27 - Quizvraag
Josh heeft de volgende lenzen van zijn microscoop in gebruik: Oculair (bovenste lens) van 5x; Objectief (onderste lens) van 40x; Hoeveel keer vergroot de microscoop?
A
De microscoop vergroot 20 keer.
B
De microscoop vergroot 40 keer.
C
De microscoop vergroot 100 keer.
D
De microscoop vergroot 200 keer.
Slide 28 - Quizvraag
Jasmijn kijkt door haar microscoop. Haar oculair vergroot 10x en haar objectief 4x. Hoe vaak is haar beeld vergroot?
A
4x
B
10x
C
40x
D
400x
Slide 29 - Quizvraag
Waarmee stel je de microscoop scherp
A
Eerst met de kleine schroef en dan met de grote schroef
B
Alleen met de grote schroef
C
Alleen met de kleine schroef
D
Eerste met de grote schroef en dan met de kleine schroef
Slide 30 - Quizvraag
Wat doe je met een objectglas?
A
Daar haal je een voorwerp van af om te bekijken.
B
Daar leg je het voorwerp op wat je wilt gaan bekijken.
C
Het objectglas is het gaatje in de tafel van de microscoop.
D
Het objectglas leg je over het voorwerp heen.
Slide 31 - Quizvraag
Hoe heet het voorwerp wat je onder de microscoop gaat bekijken?
A
Het preparaat
B
Het dekglas
C
Het voorwerp glas
D
Een blad
Slide 32 - Quizvraag
Waarvoor dient het oculair van een microscoop?
A
Hier vergroot je het preparaat
B
Hiermee stel je scherp
C
Hier pak je de microscoop vast
D
Hiermee regel je de hoeveelheid licht
Slide 33 - Quizvraag
Waarvoor is de revolver?
A
Om mee te schieten.
B
Om te wisselen van lens sterkte
C
Om te wisselen van oculair
D
Om te draaien met de microscoop.
Slide 34 - Quizvraag
met welk onderdeel kunnen we licht regelen bij microscoop
A
objectief
B
grote schroef
C
diafragma
D
revolver
Slide 35 - Quizvraag
Met welk onderdeel van de microscoop draai je een ander objectief met een grotere vergroting voor?