10.4 Frequentie van periodieke grafieken

10.4 Frequentie van periodieke grafieken

Deze les: 
- Je leert de frequentie van periodieke grafieken berekenen.
- Je leert periodieke grafieken tekenen. 

- Herhaling
- Uitleg
- Oefenen
- Huiswerk maken





1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

10.4 Frequentie van periodieke grafieken

Deze les: 
- Je leert de frequentie van periodieke grafieken berekenen.
- Je leert periodieke grafieken tekenen. 

- Herhaling
- Uitleg
- Oefenen
- Huiswerk maken





Slide 1 - Tekstslide

Herhaling
- Let altijd goed op of je een somgrafiek (+) of een verschilgrafiek (-) hebt.
- Geef duidelijk aan welke lijn je tekent. 
- Denk aan het benoemen van de assen. 

Slide 2 - Tekstslide

of 10 x 6 = 60

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf de maximale en minimale gemeten bloeddruk op.

Slide 4 - Open vraag

Hoeveel seconden duurt een periode?

Slide 5 - Open vraag

Hoeveel perioden komen er in een minuut voor?

Slide 6 - Open vraag

Bereken de frequentie per kwartier.
( Schrijf de berekening in een keer aan elkaar )

Slide 7 - Open vraag

Bereken de frequentie per uur.
( Schrijf weer in een keer achter elkaar op )

Slide 8 - Open vraag

Maak opdracht 21
timer
3:00
Antwoorden
21a. Een periode duurt 4 seconden
21b. 60 : 4 = 15 keer
        


Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
Maak paragraaf 10.4

Opdracht 22 t/m 25

Bladzijden 136, 137, 138

Klaar? Nakijken!

Slide 10 - Tekstslide