A2c P3 Unidad 6 Les 1 - KOL (23-03-2021)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

¡Bienvenidos!

Afspraken online lessen

Preguntas 

El programa de hoy

• 5 min - empezamos
• 5  min - intro 
• 5 min  - unidad 6: buen viaje
• 10 min - introducción países differentes
• 15 min - grámatica
• Los deberes 
• Reflexión

Aan het eind van de les:

- Weet je waar unidad 6 over gaat

- Ken je een aantal bijzonder plekken in Latijns-Amerika

- Weet je een aantal verschillen tussen het Spaans in verschillende landen

- Weet je hoe je zinnen in het Spaans combineert met 'que'. 

- Weet je de vervoegingen van hay, ser, estar en weet je wanneer je de verschillende w.w. moet gebruiken. 

¿Cuál es el tema?

Unidad 6: Buen Viaje

Toets hoofdstuk 6 & PO.

P.O.: landenopdracht 

Toets: 

Vocab. 6.1 t/m 6.5; 

Frase clave p.6-7; 

Grammatica: 

nr. 11 betrekkelijk vnw; 

nr. 15ab trappen van vergelijking; 

nr. 30-31 ser-estar-hay; 

nr. 35 presente; 

nr. 36-37 presente perfecto, ook onregelmatig; 

nr. 38 futuro inmediato ir a + inf; 

getallen TB p.97 (1-100 in beide richtingen, grotere getallen allen S-N)

in tweetallen, 2-3 minuten

Maak tweetallen/ geef door welke land je wilt presenteren :

Invullen

10 min - Intro landenkennis en lezen

TB p.78-79 : relacionar foto+texto 

lees de opdracht: cuaderno de viaje = reisdagboek

lees en combineer + hoe ben je daartoe gekomen

texto 1 ... 

texto 2 .... 

texto 3 .... 

texto 4 ... 

texto 1 ... (Machu picchu)

texto 2 .... (salto del ángel)

texto 3 .... (Pirámide Maya de chichén itzá)

texto 4 ... (moáis de la Isla de pascua)

verschillen Spaans tussen landen?

15 min - Gramática

Betrekkelijk voornaamwoord 'que'

+

Herhaling: hay, ser, estar

Grammatica :zelfstudie of uitleg 

Zelfstandig? Bekijk  gramm. nr. 11  (betrekkelijk voornaamwoord 'que') + gramm. nr 30,31

Uitleg? Zie volgende dia's en luister naar de docent 

Genoeg uitleg? 

Maken unidad 6: 

voca p. 15 (verplicht)

voca p. 9, 10, 11 (optioneel)

voca p. 13 (verplicht)

Betrekkelijk voornaamwoord 'que'

Als je twee zinnen verbindt met een betrekkelijk voornaamwoord, gebruik je in het Spaans 'que'.

Voorbeeld: 

Amsterdam es una ciudad + La ciudad está en el oeste de Holanda 

-> Amsterdam es una ciudad que está en el oeste de Holanda.

‘... een stad, die in het westen ligt.’

Ser

Estar Hay

Los deberes 

Estudiar: 

voca 6.1 + 6.2 

Hacer: 

inleveren M.O. winkelen video in tweetallen

voca p. 15 (verplicht, betrekkelijk voornaamwoord)

voca p. 9, 10, 11 (optioneel, indien je hay, ser, estar nog niet goed kent)

voca p. 13 (verplicht, hay, ser, estar)

Wat is je bijgebleven van deze les?

Wat heb je geleerd vandaag?

Wat vond jij van deze les?

De volgende les zou ik graag meer/minder....

Einde....