Verhoudingen

Rekenen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Rekenen

Slide 1 - Tekstslide

De afgelopen periode heeft groep 7 geoefend met het gebruiken van een verhoudingstabel. Tijdens deze les kan de verhoudingstabel gebruikt worden om de vragen te beantwoorden.

Eerst wordt de voorkennis opgehaald en daarna worden er vragen gesteld waarop iedere leerling met zijn eigen chromebook een antwoord kan geven.

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Aan het einde van de les kunnen we moeilijke sommen uitrekenen met behulp van een verhoudingstabel.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een verhouding?
A
Een verhouding is hetzelfde als een breuk.
B
Een verhouding is een kommagetal.
C
Een verhouding is een cijfer die je deelt.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie weet al wat een verhoudigstabel is?
A
Ik weet wat het is en kan er mee rekenen
B
Ik weet het nog een beejte
C
Ik weet wat het is
D
Ik heb geen idee

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de verhoudingstabel in om te bepalen hoeveel gram suiker Bernadet nodig heeft voor 6 kilo appels

1,5
3
1000
6
500
2000

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat als de verhoudingen nu anders zouden zijn? 
Hoe zou de verhoudingstabel eruit zien als ze 2,5 kg appels nodig had en 800 gram suiker?

2,5
5
1600
10
800
3200

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Verhouding kralen is 4:5
4 blauw: 5 wit
Ik heb 28 blauwe, hoeveel witte heb ik dan?
A
9
B
25
C
32
D
35

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reken uit met een verhoudingstabel:

1 kilo appels kost € 1,70. Hoeveel kost 2,5 kilo?
A
€ 4,25
B
€ 4,10
C
€ 3,40
D
€ 5,10

Slide 9 - Quizvraag

Je kan het getal direct vermenigvuldigen met 2,5. Je kan het ook eerst vermenigvuldigen met 2, dan apart vermenigvuldigen met 0,5 (delen door 2), en deze antwoorden bij elkaar optellen.
Reken uit met de verhoudingstabel.
10 eieren kosten € 2,10. Hoeveel betaal je voor 15 eieren?
A
€ 3,10
B
€ 3,15
C
€ 4,20
D
€ 2,95

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

heb je de verhoudingen begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies