P1-Check de begrippen

KERNCONCEPT Socialisatie (1)
Het proces van                       en verwerving van de                             van de groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit                                            , opleiding en andere vormen van omgang met anderen.
overdracht
cultuur
opvoeding
aanleren
1 / 32
volgende
Slide 1: Sleepvraag
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 360 min

Onderdelen in deze les

KERNCONCEPT Socialisatie (1)
Het proces van                       en verwerving van de                             van de groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit                                            , opleiding en andere vormen van omgang met anderen.
overdracht
cultuur
opvoeding
aanleren

Slide 1 - Sleepvraag

KERNCONCEPT Socialisatie (2)
Het proces van                       en                        van de                           van de groep(en) en de                           waar mensen toe behoren. Het               bestaat uit                                            ,                     en andere vormen van omgang met anderen.
overdracht
cultuur
opvoeding
verwerving
onderwijs
proces
samenleving

Slide 2 - Sleepvraag


Slide 3 - Open vraag


Slide 4 - Open vraag

KERNCONCEPT Socialisatie (5)
Beschrijf nu zelf het hele kernconcept!

Slide 5 - Open vraag

Cultuuroverdracht
Stereotypen
Cultuurverwerving
Internalisatie
Vooroordelen
Door de omgang met de groepen (socialisatoren) waartoe men behoort, vindt er een voortdurende beïnvloeding plaats.
Vanuit het individu gezien is socialisatie ook een proces, waarin iemand tegelijkertijd zijn eigen persoonlijkheid ontwikkelt.
Vaststaande beelden, generalisaties en veronderstellingen over een groep mensen.
Door socialisatie worden waarden, normen, opvattingen en gedragingen zo vanzelfsprekend dat mensen die als “tweede natuur” gaan ervaren.
Meningen over een groep mensen, niet gebaseerd op feiten. 

Slide 6 - Sleepvraag

Sociaal kapitaal
Cognitief kapitaal
Financieel kapitaal
Cultureel kapitaal
Economisch kapitaal 
Financieel bezit of een hoog inkomen
De connecties, netwerken en de mate van respect die een groep geniet.
Kennis, houdingen, opvattingen en smaak die kenmerkend zijn voor hoge sociale posities.

Slide 7 - Sleepvraag

Enculturatie
Acculturatie
Het aanleren en verwerven van een andere cultuur of elementen daaruit, dan die waarin iemand is opgegroeid
Het aanleren en verwerven van de (sub)cultuur van de samenleving
waarin men geboren wordt.

Slide 8 - Sleepvraag

KERNCONCEPT Acculturatie (1)
Het                  en                      van een andere 
of                      daaruit, dan die waarin iemand is opgegroeid
elementen
cultuur
verwerven
aanleren

Slide 9 - Sleepvraag


Slide 10 - Open vraag

KERNCONCEPT Acculturatie (3)
Beschrijf nu zelf het hele kernconcept!

Slide 11 - Open vraag

Noem de 5 functies van socialisatie

Slide 12 - Open vraag

Nature
Nurture
Eigenschappen van mensen worden biologisch en erfelijk bepaald.
Eigenschappen van mensen worden bepaald door omgeving en opvoeding.

Slide 13 - Sleepvraag

Leg in je eigen woorden uit wat het begrip ´framing´ betekent.

Slide 14 - Open vraag

Cultivatiehypothese
Mediaframing hypothese
Opinieleidershypothese
Selectiviteitshypothese
De invloed van de media is beperkt. Mensen maken keuzes uit het media-aanbod en selecteren eruit wat zij zelf belangrijk vinden.
Door veel naar bepaalde soorten programma’s te kijken, wordt je beïnvloed in het beeld dat je van de werkelijkheid hebt. 
Voorbeeldfiguren/idolen hebben direct of indirect invloed op mediagebruikers
De manier waarop media een onderwerp belichten is van invloed is op hoe de ontvangers over het onderwerp gaan nadenken en praten. 

Slide 15 - Sleepvraag

KERNCONCEPT Identiteit (1)
Het             dat iemand van                heeft, dat hij                                   en anderen                      en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon en dat is afgeleid van zijn perceptie over de groep(en) waar hij wel of juist niet deel van uitmaakt.
beeld
uitdraagt
zichzelf
voorhoudt

Slide 16 - Sleepvraag

KERNCONCEPT Identiteit (2)
Het             dat iemand van                heeft, dat hij                                   en anderen                      en dat hij als                                             en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon en dat is afgeleid van zijn                    over de groep(en) waar hij wel of juist niet deel van                   .
beeld
uitdraagt
kenmerkend
zichzelf
uitmaakt
perceptie
voorhoudt

Slide 17 - Sleepvraag


Slide 18 - Open vraag


Slide 19 - Open vraag

KERNCONCEPT Identiteit (5)
Beschrijf nu zelf het hele kernconcept!

Slide 20 - Open vraag

Wat is het verschil tussen persoonlijke, sociale en collectieve identiteit?

Slide 21 - Open vraag

Dominante cultuur
Tegencultuur
Subcultuur

Slide 22 - Sleepvraag

KERNCONCEPT Cultuur (1)
Het geheel van                            , uitdrukkingsvormen, opvattingen,                                         die mensen als lid van een                                            hebben                      .               
verworven
groep of samenleving
voorstellingen
waarden en normen

Slide 23 - Sleepvraag


Slide 24 - Open vraag


Slide 25 - Open vraag

KERNCONCEPT Cultuur (4)
Beschrijf nu zelf het hele kernconcept!

Slide 26 - Open vraag

KERNCONCEPT Politieke Socialisatie (1)
Het proces van                       en                        van de                           van de groep(en) en de                           waar mensen toe behoren. Het               bestaat uit                                            ,                     en andere vormen van omgang met anderen.
overdracht
politieke cultuur
opvoeding
verwerving
onderwijs
proces
samenleving

Slide 27 - Sleepvraag

KERNCONCEPT Politieke Socialisatie (2)
Beschrijf nu zelf het hele kernconcept!

Slide 28 - Open vraag


Slide 29 - Open vraag

KERNCONCEPT Ideologie (2)
Beschrijf nu zelf het hele kernconcept!

Slide 30 - Open vraag

grote vs kleine machtsafstand
masculien vs feminien
lange vs korte termijn
hoge vs lage onzekerheidsvermijding
individualistisch vs collectivistisch
wat is belangrijker: de groep of de persoon?
hoe zit het met de gelijkheid tussen mensen?
zijn er veel regels om het leven voorspelbaar te maken?
hoe zit het met de rechten van vrouwen?
wat is belangrijker: tradities of de toekomst?

Slide 31 - Sleepvraag

Conservatief
confessionalisme
socialisme
liberalisme
progressief
links
rechts
Gericht op de toekomst, wat kan er beter?
Het goede behouden, geloof en traditie zijn belangrijk.
Nadruk op eigen verantwoordelijkheid en vrijheid.
Het geloof is belangrijk bij politieke keuzes.
Rekening houden met zwakkeren, gelijkheid.
Overheid bemoeit zich niet teveel met de burgers
Overheid heeft een actieve rol in de economie.

Slide 32 - Sleepvraag