Herhaling 3.1 t/m 3.3

Zintuigen in je huid
Warmtezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat warmer is dan je huid.
Koudezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat kouder is dan je huid.
Drukzintuigen reageren als er op je huid wordt gedrukt.
Tastzintuigen reageren op een lichte aanraking van je huid.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Zintuigen in je huid
Warmtezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat warmer is dan je huid.
Koudezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat kouder is dan je huid.
Drukzintuigen reageren als er op je huid wordt gedrukt.
Tastzintuigen reageren op een lichte aanraking van je huid.

Slide 1 - Tekstslide

Met je tastzintuigen kun je waarnemen hoe voorwerpen aanvoelen, bijvoorbeeld glad, ruw, hard of zacht. De tastzintuigen liggen in tastknopjes.
Zintuigcellen maken van prikkels...
A
Prikkels
B
Impulsen
C
Warmte
D
Geur

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaat er door een gevoelszenuw?
A
Impulsen
B
Prikkels

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de betekenis naar de juiste cel. 
Gevoelszenuwcel 
Bewegingszenuwcel 
Schakelcel 
impulsen van zintuigcel naar hersenen geleiden
impulsen van hersenen naar spieren geleiden
Impulsen in de hersenen geleiden 

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bouw van het oog: binnenkant
Licht valt op
gele vlek


Blinde vlek =
oogzenuw

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De adequate prikkel
De juiste prikkel voor de ogen
zijn lichtstralen


Licht direct van lichtbron of
kaatst via object naar het oog

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Licht op het netvlies
Netvlies bevat zintuigcellen
Impulsen gaan naar hersenen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pupilreflex
Spiertjes in de iris
trekken samen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: wat is de prikkel voor je...
Oog
Oor
Neus
Tong
Huid
licht
geluid
geurstoffen
smaakstoffen
temperatuur
pijn
vormen

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij nu waar de onderdelen 
(de antwoorden) zich bevinden?
Overhoor elkaar!  ---   Twijfel?  Ga terug naar slide 7
Wat is nr 2?
De gehoorzenuw geeft de impuls (elektrisch signaaltje) door naar de hersenen
8
Stijgbeugel. Komt in beweging door het trillen van het aambeel. Geeft de trilling door aan het Ovale venster.
13
Evenwichtsorgaan. Geeft informatie over het evenwicht door naar de evenwichtszenuw (De gehoorzenuw is eigenlijk ook de evenwichtszenuw. De zenuw bevat zenuwvezels vanuit het slakkenhuis en vanuit het evenwichtsorgaan).

9
Aambeeld. Komt in beweging door het trillen van de hamer. Geeft de trilling door aan de stijgbeugel.
12
Bovenkaak
10
Slakkenhuis. Zet geluidstrillingen die vanaf het Ovale venster komen om in impulsen. In het slakkenhuis (opgerold buisje van 3,5 cm lang) zit vloeistof en zintuigcellen met trilhaartjes. De trilhaartjes trillen op volgorde van toonhoogte en geven het signaal door aan de gehoorzenuw.
7
Buis van Eustachius. Regelt de luchtdruk in de trommelholte.
6
Hamer. Komt in beweging door het trillen van het trommelvlies. Geeft de trilling door aan het aambeeld.
11
Trommelvlies. Geluidsgolven botsen tegen het trommelvlies, het trommelvlies trilt. Geeft geluidstrillingen door aan de gehoorbeentjes
4
Rode ruimte
Middenoor: bestaat uit het trommelvlies en de gehoorbeentjes
5
Gehoorgang. Geeft de geluidsgolven vanuit de oorschelp door aan het trommelvlies
3
Oorsmeerkliertjes. Houden het trommelvlies soepel.
2
Oorschelp. Vangt geluidsgolven op. 
1
Ovale venster. Komt in beweging door het trillen van de stijgbeugel. Geeft de trilling door aan het slakkenhuis.
16
Leer de functies van de onderdelen van het oor
Paarse ruimte
Binnenoor: Slakkenhuis en evenwichtsorgaan
14
Dit deel + groene ruimte
Buitenoor: Oorschelp + gehoorgang 
15

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling leerdoel: Je kunt de route die een geluidstrilling aflegt door de onderdelen van het oor noemen
-->
-->
-->
-->
-->
-->
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gehoorzenuw
slakkenhuis
gehoorbeentjes
evenwichts orgaan
trommelvlies
buis van Eustachius
oorschelp
gehoorgang

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling Leerdoel: Je kunt bij de onderdelen van het oor de juiste functie zoeken
Oorsmeerkliertjes
Buis van Eustachius
Gehoorzenuw
Trommelvlies
Slakkenhuis
Zet geluidstrillingen om in impulsen (= elektrisch signaal)

Vervoert impulsen naar de hersenen

Geeft geluidstrillingen door aan gehoorbeentjes

Houden het trommelvlies soepel

Regelt de luchtdruk in de trommelholte

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geluid= trillende lucht

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buis van Eustachius
Leerdoel: Na de uitleg kun je in eigen woorden opschrijven wat de functie is van de buis van Eustachius.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iemand die bijziend is...
A
Kan goed dichtbij kijken
B
Kan goed in de verte zien

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke persoon kan er wel diepte zien?
A
B

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor kun je scherp zien; dichtbij, maar ook in de verte?
A
Doordat er een beeld zowel voor als achter het netvlies kan ontstaat.
B
Doordat de vorm van het netvlies verandert.
C
Doordat het beeld op het netvlies wordt omgedraaid.
D
Doordat de bolvorm van de ooglens kan veranderen.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt het oog vochtig gehouden?
A
alleen door het vocht van de traanklier
B
door al knipperend vocht te verspreiden over het oog
C
door de wenkbrauwen
D
door de wimpers

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een prikkel wordt opgevangen door een zintuigcel. Deze maakt een impuls. Wat is een impuls?
A
Een chemische reactie
B
Een stroompje
C
Hetzelfde als een prikkel

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderdelen vind
je in het uitwendige oor?
A
oorschelp, gehoorgang en trommelvlies
B
oorschelp, gehoorgang en oorsmeerkliertjes
C
oorschelp en oorsmeerkliertjes
D
oorschelp en gehoorgang

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderdelen
vind je in het
middenoor?
A
trommelvlies, gehoorbeentjes en trommelholte
B
trommelvlies en gehoorbeentjes
C
trommelvlies, gehoorbeentjes en gehoorgang
D
gehoorgang, trommelvlies, trommelholte en gehoorbeentjes

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderdelen
vind je in het
binnenoor?
A
trommelholte, slakkenhuis en gehoorzenuw
B
slakkenhuis, evenwichtsorgaan en gehoorzenuw
C
slakkenhuis, buis van Eustachius, evenwichtsorgaan en gehoorzenuw
D
slakkenhuis en buis van Eustachius

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
-->
-->
-->
-->
-->
-->
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk deel van het oor
liggen de
gehoorzintuigcellen?
A
trommelvlies
B
trommelholte
C
gehoorzenuw
D
slakkenhuis

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk deel van het oor beschadigd door langdurige overbelasting?
A
trommelvlies
B
gehoorbeentjes
C
trommelholte
D
trilhaartjes in het slakkenhuis

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies