19/8 1aha Cursus Taal §4 bouwstenen van taal

Nederlands
Welkom 1AHA!
Voorbereiding op de les:
- Lesboek + schrift op tafel
- Telefoon in de tas
- Zitten volgens plattegrond
- Inloggen LessonUp
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Welkom 1AHA!
Voorbereiding op de les:
- Lesboek + schrift op tafel
- Telefoon in de tas
- Zitten volgens plattegrond
- Inloggen LessonUp

Slide 1 - Tekstslide



  1. Herhalingsvragen
  2. Lesdoelen
  3. Filmpje
  4. Tekst lezen + uitleg
  5. Opdracht
  6. Zelfstandig werken
  7. Afsluiting
PLANNING

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen letterlijk- en figuurlijk taalgebruik?

Slide 3 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een spreekwoord en een uitdrukking?

Slide 4 - Open vraag

Wat is een leenwoord?
A
nieuwe woorden (die nog niet in het woordenboek staan)
B
woord dat bestaat uit meerdere zelfstandige naamwoorden
C
woord dat we uit een andere taal overgenomen hebben
D
ouderwets woord, woord dat we niet meer gebruiken

Slide 5 - Quizvraag

Hoe kan het dat taal verandert door leenwoorden en nieuwe woorden?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat staat hier:
k bn mvrw Wssnr

Slide 12 - Open vraag

Schrijf een Nederlandse zin met alleen medeklinkers.

Slide 13 - Open vraag

Schrijf een Nederlandse zin met alleen maar klinkers.

Slide 14 - Open vraag

timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat: maak opdracht 3
Hoe: je mag overleggen op fluisterniveau
Hulp: theorie en teksten uit je boek
Tijd: tot de laatste vijf minuten van de les
Klaar: maak een samenvatting van de behandelde paragrafen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Met welke bouwstenen kunnen we Nederlandse woorden maken?

Slide 18 - Open vraag

Wat is het verschil tussen het Nederlandse en Chinese schrift?

Slide 19 - Open vraag

Karakters
A
Verzameling letters of tekens die je bij een taal gebruikt om te schrijven
B
tekens die een klank of een begrip weergeven

Slide 20 - Quizvraag