benoemen op welke manier effectief feedback gegeven kan worden;
op een gestructureerde manier feedback geven.
Slide 3 - Tekstslide
Terugblik
1. Wat hebben we vorige les besproken?
Slide 4 - Tekstslide
Waar denk je aan bij feedback?
Slide 5 - Tekstslide
Wat is feedback?
Feedback = terugkoppelen
"Feedback is het terugkoppelen van informatie van de ene persoon naar de andere, waarbij duidelijk gemaakt wordt hoe de boodschap (of het gedrag) van de een op de ander overkomt".
Slide 6 - Tekstslide
Wat doet feedback met jou?
Slide 7 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen feedback en kritiek?
Slide 8 - Tekstslide
Wat zijn de voorwaarden om feedback te geven?
Slide 9 - Tekstslide
Verdedigingsreacties
Ontkenning ("Nee hoor, zo ging het helemaal niet")
Verdringing (Niet meer kunnen herinneren)
Rationalisatie ("Ja maar ik kon er niets aan doen. Want toen ik...")
Projectie ("Ik heb het jou ook wel eens zien doen, als jij het eerder tegen mij had gezegd dan..")
Slide 10 - Tekstslide
Hoe kun je op een goede manier omgaan met feedback?
Heb respect voor jezelf en voor de ander;
Doe moeite om de ander te begrijpen (stel vragen!);
Zie een meningsverschil als iets gemeenschappelijks en daardoor oplosbaar.
Slide 11 - Tekstslide
Wat zijn vormen van feedback?
Geschreven feedback
Een cijferbeoordeling
Vergelijking om kwaliteit te bepalen
Spellingsregels
Mondeling feedback
Voorbeelden: brief aan de coach, Beter spellen, betrouwbare bronnen ter vergelijking.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Situaties
In tweetallen
Jullie krijgen vijf situaties voorgelegd.
Bedenk of jullie feedback zouden geven en hoe jullie dat zouden doen.
Schrijf je feedback uit volgens het 4G model in jouw werkblad.
Slide 14 - Tekstslide
Situatie 1
Je zit in de klas. De leerkracht legt iets uit wat je niet begrijpt. De uitleg gaat snel en een beetje rommelig. Het is nog steeds erg onduidelijk. Eigenlijk snap je er niets van.
timer
3:00
Slide 15 - Tekstslide
Situatie 2
Om te leren voor een toets gebruik je een samenvatting die een van je medestudenten heeft geschreven. Je haalt een 10 voor de toets.
timer
3:00
Slide 16 - Tekstslide
Situatie 3
Je bent een toets aan het maken. Vraag 3 is moeilijk, oneerlijk zelfs. De vraag gaat over iets wat je niet moest leren.
timer
3:00
Slide 17 - Tekstslide
Situatie 4
Je bent een halfuur te laat op werk, omdat je thuis iemand verzorgt die ziek is en dat duurde langer dan verwacht. Je werkgever is erg boos en hij uit zijn woede waar andere collega’s bij staan.
timer
3:00
Slide 18 - Tekstslide
Situatie 5
Je vrienden willen dat je mee gaat naar het dorp. Jij hebt geen zin om te gaan omdat het daar vorige keer uit de hand liep. Je hebt al drie keer gezegd dat je niet mee wilt. Ze vragen het nog een keer.
timer
3:00
Slide 19 - Tekstslide
Opdracht samenvatten (TB)
Deze opdracht maak je individueel
Ga naar de planner van Nederlands op It's Learning,
Open de tekst: “Een vis is eigenlijk net een vogel”
Typ een samenvatting uit van deze tekst
Lever de tekst in bij de opdracht: Nederlands: Samenvatting 2 (lesopdracht)
Als je eerder klaar bent: werk aan je portfolio, lwk, POP of ander vak.
timer
20:00
Slide 20 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kan de student:
het verschil benoemen tussen kritiek en feedback,
benoemen op welke manier effectief feedback gegeven kan worden;
op een gestructureerde manier feedback geven aan een van zijn medestudenten.