H2 Meetkunde

H2 Meetkunde
2.1 Koers en kaart
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H2 Meetkunde
2.1 Koers en kaart

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(Kompas/ noordpijl)

Slide 2 - Tekstslide

Op een kaart kan dit symbool staan. Met dit symbool wordt het noorden aangegeven. Op een kaart wordt ook ooit alleen het noorden aangegeven. In dit geval wordt ook het noord-oosten, oosten, zuid-oosten, zuiden, zuid-westen, westen en noord-westen aangeven. 
Kompas
  • Een kompasnaald is zelf een kleine magneet.
  • De magnetische noordpool van de kompasnaald wijst naar het geografische noorden.
  • (Vandaar ook de termen noordpool en zuidpool bij magneten).

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De koershoekmeter

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaallijn

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Hoogtelijnen
  • Wat is een hoogtelijn?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoogtelijnen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoogtelijnen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verticale doorsnede
Hoe maak je een verticale doorsnede?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verticale doorsnede tekenen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.3 Doorsnede en lichaamsdiagonaal
         
            =    36 
            =    16
            =    64 
(BC)2
(AB)2
(AE)2
+
116

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.3: Doorsneden en lichaamsdiagonaal







Hierbij gebruik je de stelling van Pythagoras. Als je een lichaamsdiagonaal uitrekent, dan gebruiken we de verlengde stelling van Pythagoras.

52

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 2.4 
aanzichten
  • Ik kan uitleggen wat aanzichten zijn.
  • Ik weet welke verschillende aanzichten er zijn. 
  • Ik kan aanzichten herkennen.
  • Ik kan aanzichten tekenen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5 Hoeken
1. Volle hoek
2. Scherpe hoek
3. Inspringende hoek
4. Stompe hoek
5. Rechte hoek
6. Gestrekte hoek

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeken herhaling
Een rechte hoek is 90 graden.
Een gestrekte hoek (lijkt op een rechte lijn) is 180 graden.
Een hoek die helemaal rond is, is 360 graden.
Alle hoeken in een driehoek zijn samen 180 graden. 
Alle hoeken in een vierkant zijn samen 360 graden. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Hoeken berekenen in driehoeken

Slide 16 - Tekstslide

Denk aan notatie van Hoek A1 en dergelijke.
Vergeet niet hoek C12.

Start met welke hoeken er zijn, welke zijn bekend en reken de rest uit.
 Hoeken berekenen in driehoeken

Slide 17 - Tekstslide

Denk aan notatie van Hoek A1 en dergelijke.
Vergeet niet hoek C12.

Start met welke hoeken er zijn, welke zijn bekend en reken de rest uit.