some/any

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2,4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Today's goal
Je kent het verschil tussen some en any. 
Je kan some en any toepassen in een Engelse zin.

Slide 2 - Tekstslide

SOME / ANY

SOME en ANY betekenen beide:

  • enkele
  • wat 
  • een paar
  • geen (in combinatie met NOT)
                                                                           Ik koop elke dag wat snoep in de kantine.
                                                                    Every day I buy some sweets in the canteen.
                                                           Mijn broer mag geen noten eten, hij is allergisch.
                                                                        My brother can't eat any nuts, he's allergic.


Slide 3 - Tekstslide

Some" = bevestigende zinnen,  vragen waar je verwacht dat het antwoord ja zal zijn, een verzoek & offers 

"Any" = ontkennende zinnen and all other questions. 
Gebruik some:
- in bevestigende zinnen.
- vragen waarop je een 'ja' als antwoord verwacht.
- een verzoek
- een aanbod
Gebruik any:
- in ontkenningen.
- in alle andere vragen.

Slide 4 - Tekstslide

Daffy has some money.
Patrick doesn't have any money.

Slide 5 - Tekstslide

We need some tomatoes.
Do we need any tomatoes?

Slide 6 - Tekstslide

Any
Gebruik in ontkennende zinnen en alle andere vragen. 
Een ontkenning herken je aan het woord not, maar never in een zin wordt ook gezien als een ontkenning.
I never have any cash at home.

Slide 7 - Tekstslide

He hasn't got ___ time.
A
any
B
some

Slide 8 - Quizvraag

Use some/any:

There isn't _______ paper left.
A
any
B
some

Slide 9 - Quizvraag

He has ___ money.
A
some
B
any

Slide 10 - Quizvraag

Are there ___ cakes left?
A
any
B
some

Slide 11 - Quizvraag

I have ___ apples left.
A
any
B
some

Slide 12 - Quizvraag

We haven't got ... time to study!
A
some
B
any

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Ik kan some/any toepassen in een Engelse zin.
A
Ja
B
Nee
C
Nog niet helemaal

Slide 15 - Quizvraag

Can I help you?
Yes, do you have ... apples for me?
A
some
B
any

Slide 16 - Quizvraag

Have we got ... sugar left?
A
some
B
any

Slide 17 - Quizvraag

Would you like ... tea?
A
some
B
any

Slide 18 - Quizvraag

I want to have ... coffee
A
some
B
any

Slide 19 - Quizvraag

Have we got ... coffee left?
A
some
B
any

Slide 20 - Quizvraag

I haven't got ... coffee
A
some
B
any

Slide 21 - Quizvraag

I learnt ___ new things today.
A
some
B
any

Slide 22 - Quizvraag

This project will take ___ time.
A
some
B
any

Slide 23 - Quizvraag

Would you like ... coffee?
A
some
B
any

Slide 24 - Quizvraag

Can I borrow ___ money?
A
some
B
any

Slide 25 - Quizvraag

There is still ... milk in the fridge
A
some
B
any

Slide 26 - Quizvraag

You never get ___ letters.
A
some
B
any

Slide 27 - Quizvraag

He needs to do ___ homework.
A
some
B
any

Slide 28 - Quizvraag

Can I choose ___ subject I like?
A
some
B
any

Slide 29 - Quizvraag