Les 1: Meer dan lezen Hoofdgedachte

Welkom:
Nodig: boek, schrift, plenda, leesboek.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1-4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom:
Nodig: boek, schrift, plenda, leesboek.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag:
* Je leert wat de hoofdgedachte van een tekst is. 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel

Aan het einde van de les: 
-  kun je de hoofdgedachte  van een tekst herkennen en benoemen.
- weet je het verschil tussen het onderwerp van een tekst en de hoofdgedachte van een tekst.

Slide 3 - Tekstslide

Filmpje:
Nieuw Nederkands

Slide 4 - Tekstslide

Welke vraag beantwoord je om het onderwerp te vinden?

Slide 5 - Woordweb

Onderwerp 
Om het onderwerp van de tekst te vinden, stel je jezelf de vraag:
WAAR GAAT DE TEKST OVER?
Je geeft antwoord in maximaal 5 woorden.


Slide 6 - Tekstslide

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte van een tekst is het antwoord op de vraag
WAT IS HET BELANGRIJKSTE DAT DE SCHRIJVER OVER HET ONDERWERP ZEGT?
Je geeft antwoord in 1 zin.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Welke vragen stel je jezelf als je de hoofdgedachte van een tekst wilt vinden?
A
Wat is het onderwerp van de tekst?
B
Waar gaat de tekst over?
C
Wat is het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd?
D
Hoe kan ik in een zin het belangrijkste samenvatten wat de schrijver over het onderwerp zegt.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is precies lezen?
A
De tekst van begin tot eind lezen.
B
Even naar de titel en tussenkopjes kijken.
C
De eerste en de laatste alinea lezen.
D
De tekst scannend lezen.

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer moet je precies lezen?
A
Om het onderwerp te kunnen vinden in een tekst.
B
Om de hoofdgedachte in een tekst te vinden.

Slide 11 - Quizvraag


Wat is de hoofdgedachte?
De hoofdgedachte = ?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Slide 12 - Quizvraag

Aan de slag:
Meer dan lezen, paragraaf 3 Hoofdgedachte
opdracht 1 maken we samen, daarna zelfstandig werk (zie ppt)

Slide 13 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 14 - Open vraag