V4 Latijn 22 feb 22

Oefenzinnen abl.abs.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Oefenzinnen abl.abs.

Slide 1 - Tekstslide

Quiz tekst d.

TB p.132

Slide 2 - Tekstslide

d. r.1: quid plerumque soleat temptare

Welk tekstelement bevestigt dit?

A
humanam satietatem
B
ut matrona vellet vivere
C
nec deformis aut infacundus
D
pudicitiam eius agressus est

Slide 3 - Quizvraag

r.4: eius

Verwijst naar:
A
miles
B
matrona
C
ancilla
D
corpus

Slide 4 - Quizvraag

r.6: dicente

congrueert met?
A
miles
B
matrona
C
ancilla
D
corpus

Slide 5 - Quizvraag

r.7-8: 'Placitone t/m arvis' is een citaat uit boek vier van welk werk van Vergilius?

Slide 6 - Open vraag

r.8: consederis

Hoe is de conjunctivus hier gebruikt?
A
Wens (optativus)
B
Doelaangevend (finalis)
C
Indirecte vraag/rede (obliquus)
D
Het is geen conjunctivus

Slide 7 - Quizvraag

r.10: utrumque

Verwijst naar:
A
vasten en kuisheid
B
de weduwe & de ancilla
C
de weduwe en de soldaat
D
lichaam en geest

Slide 8 - Quizvraag

r.12: nuptias fecerunt

Dit is een:
A
metoniem
B
personificatie
C
anafoor
D
eufemisme

Slide 9 - Quizvraag

r.14: putaret:

Hoe is deze conjunctivus gebruikt?
A
Wens (optativus)
B
Doelaangevend (finalis)
C
Verbod (prohibitivus)
D
Indirecte vraag/rede (obliquus)

Slide 10 - Quizvraag

Ik heb lekker gewerkt deze les!
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Ik weet (weer) wat een conjunctivus finalis is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Ik weet (weer) wat een conjunctivus obliquus is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

V4 Latijn
Vrijdag 24 februari 

Slide 14 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • hh. conj. finalis / hh conj. obliquus
  • Werken aan de weektaak
  • Bespreken weektaak
  • PO: introductie

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een conjunctivus obliquus?

Slide 16 - Open vraag

Wat is een conjunctivus finalis?

Slide 17 - Open vraag

Conjunctivus obliquus
De conj. obliquus is de conjunctivus die gebruikt wordt voor de indirecte rede of de indirecte vraag.
'Quis est in templo?' - 'Wie is er in de tempel?'
Rogat quis sit in templo - Zij vraagt wie er in de tempel is.

'Quis fuit in templo?' - 'Wie was er in de tempel?'
Rogat quis fuerit in templo - Zij vraagt wie er in de tempel was.

Slide 18 - Tekstslide

Conjunctivus finalis
  • Ut + conj: om te..., opdat...
  • Qui + conj.: die moe(s)t(en) / om te...
  • Ne + conj.: om niet te..., opdat niet... 

Slide 19 - Tekstslide

Weektaak deze week:

Slide 20 - Tekstslide

Praktische Opdracht
Onderwerp: Eros


Slide 21 - Tekstslide