Schrijfdoelen

Schrijfdoelen


Wat wil de schrijver bereiken met de tekst?
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Schrijfdoelen


Wat wil de schrijver bereiken met de tekst?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een schrijfdoel?
  • Een tekst schrijf je niet zomaar: denk erover na wat je ermee wil bereiken
  • Doel dat je wil bereiken met de tekst = schrijfdoel
  • Het is makkelijker een tekst te schrijven als je weet wat je doel is
  • Je tekst wordt duidelijker en daarnaast beter te begrijpen voor de lezers
  • Vaak hebben teksten ook wel meerdere doelen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijkste schrijfdoelen
  1. Informeren
  2. Instructie geven
  3. Overtuigen
  4. Activeren
  5. Amuseren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfdoel 1: 
Informeren
  • De schrijver wil informatie geven over een bepaald onderwerp
  • Voordat je gaat schrijven: Wat moet de lezer over het onderwerp weten?
  • Vervolgens informatie verzamelen voor inhoud van tekst + schrijven

Voorbeelden: nieuwsbericht, achtergrond artikel, informatie folder 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfdoel 2: 
Instructie geven
  • De schrijver legt stapsgewijs uit hoe een lezer iets moet doen
  • Voordat je gaat schrijven: Wat moet de lezer weten?
  • Gebruik afbeeldingen en de woorden: 'eerst', 'daarna' en 'vervolgens'

Voorbeelden: recept, gebruiksaanwijzing, handleiding

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfdoel 3: 
Overtuigen
  • De schrijver wil dat de lezer het met zijn standpunt (mening) eens is
  • Afvragen met welke argumenten (waarom) je de lezer kunt overtuigen
  • Hoe sterker je argumenten, hoe groter de kans dat het lukt

Voorbeelden: Recensie, politieke folder, ingezonden brief (reactie)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfdoel 4: 
Activeren
  • De schrijver wil de lezer aansporen om iets te doen (kopen, bezoeken, ..)

Voorbeelden: Advertentie, reclamefolder, filmposter, handtekeningenactie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfdoel 5: 
Amuseren
  • De schrijver wil de lezer vermaken
  • Inspelen op gevoelens van lezer: Aan het lachen maken, ontroeren, etc.

Voorbeelden: Roman (verhaal), stripverhaal, gedicht, mop

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem de 5 belangrijkste schrijfdoelen

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt de lezer informeren. Wat moet je je dan eerst afvragen?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je jouw instructie duidelijker maken? Welke woorden voeg je bijvoorbeeld toe?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het schrijfdoel van een schoolboek is:
A
Amuseren
B
Informeren
C
Activeren
D
Overtuigen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het schrijfdoel van een stripboek is:
A
Amuseren
B
Informeren
C
Activeren
D
Instructie geven

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het schrijfdoel van een advertentie is:
A
Amuseren
B
Informeren
C
Activeren
D
Overtuigen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het schrijfdoel van een gebruiksaanwijzing is:
A
Amuseren
B
Informeren
C
Activeren
D
Instructie geven

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt onder het schrijfdoel 'Informeren'?
A
Column
B
Ingezonden brief
C
Nieuws artikel
D
Advertentie

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het schrijfdoel van een reclamefolder 'activeren'?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energizer!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Getallenspel
1. De groep gaat in een cirkel staan en telt tot 100
2. Je mag geen 7 zeggen of de veelvoud van 7. Je klapt ipv het getal zeggen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Getallenspel
1. De groep gaat in een cirkel staan en telt tot 100
2. Je mag geen 7 zeggen of de veelvoud van 7. Je klapt ipv het getal zeggen.
3. Je mag nu ook geen 4 zeggen of de veelvoud van 4. Je springt dan.

Slide 27 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=A4ldce2wNGo
Getallenspel
1. De groep gaat in een cirkel staan en telt tot 100
2. Je mag geen 7 zeggen of de veelvoud van 7. Je klapt ipv het getal zeggen.
3. Je mag nu ook geen 4 zeggen of de veelvoud van 4. Je springt dan.
4. Je mag nu ook geen 3 zeggen of de veelvoud van 3. Dan kuch je.

Kom je bij een getal wat vanwege meerdere opties niet gezegd mag worden dan pas je alle vervangende geluiden toe. Dus bijv bij 12 kuch en spring je!

Slide 28 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=A4ldce2wNGo
Opdrachten
Boek Starttaal > Schrijven, blz. 62
Opdracht 3 (foto's van de opdracht ook te vinden op Teams: kanalen - Nederlands - Bestanden - Periode 3 les 1 Opdracht 3 Nederlands)
Toevoegen aan je map

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies