Nederland Diglin zinnen maken
1 / 40
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Waar woon jij?
A
Ik woon op Nederland.
B
Ik woon in Nederland
Slide 16 - Quizvraag
In Nederland wonen ........................... mensen.
A
weinig
B
veel
Slide 17 - Quizvraag
In ................. wonen veel mensen.
A
de stad
B
het dorp
Slide 18 - Quizvraag
Het dorp is ................
A
klein
B
groot
Slide 19 - Quizvraag
Een flat is een ................ gebouw.
A
school
B
laag
C
hoog
D
klein
Slide 20 - Quizvraag
In een flat wonen veel gezinnen.
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quizvraag
In de stad is niet veel verkeer.
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Wat zie je?
A
bussen , auto's en fietsen
B
auto's , bussen en voetgangers
C
voetgangers , fietsen en bussen
D
fietsen, voetgangers en auto's
Slide 23 - Quizvraag
Hoeveel mensen wonen er in Nederland?
A
Meer dan 16 miljoen
B
Minder dan 16 miljoen
Slide 24 - Quizvraag
In een flat wonen ….
A
veel gezinnen.
B
weinig gezinnen
Slide 25 - Quizvraag
Waar is het verkeer heel druk?
A
in een dorp
B
in een stad
Slide 26 - Quizvraag
In een dorp wonen niet veel ….
A
dieren
B
mensen
Slide 27 - Quizvraag
Welke dieren heeft de boer?
A
Varkens, koeien en apen
B
Koeien, kippen en vogels
C
Kippen, varkens en
olifanten
D
Varkens, kippen en koeien
Slide 28 - Quizvraag
Nederland heeft 16 miljoen mensen.
A
waar
B
niet waar
Slide 29 - Quizvraag
In de stad zijn veel hoge gebouwen.
A
waar
B
niet waar
Slide 30 - Quizvraag
In een dorp wonen veel mensen.
A
waar
B
niet waar
Slide 31 - Quizvraag
In de stad is het verkeer druk.
A
waar
B
niet waar
Slide 32 - Quizvraag
In een dorp zijn veel auto’s.
A
waar
B
niet waar
Slide 33 - Quizvraag
In een flat wonen veel gezinnen.
A
waar
B
niet waar
Slide 34 - Quizvraag
Waar woont een boer?
A
in de stad
B
in het dorp
Slide 35 - Quizvraag
Waar is het verkeer druk?
A
in de stad
B
in het dorp
Slide 36 - Quizvraag
Indestadzijnveelhogegebouwen.
Slide 37 - Open vraag
indestadishetverkeerheeldruk.
Slide 38 - Open vraag
Ineendorpwonennietzoveelmensen.
Slide 39 - Open vraag
Bijhetdorpwonenboeren.
